Orgaandonatie kinderen kan zorgvuldiger

De procedure bij orgaandonatie van kinderen kan beter, meent de Nationale ombudsman. Hij zegt dat in een rapport dat vandaag is verschenen.

De ouders van een op zesjarige leeftijd overleden jongen  klaagden over onvoldoende begeleiding rond de orgaandonatie door het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, over de rol van de Transplantatiecoördinator van het Universitair Medisch Centrum in Utrecht, en over de onduidelijke informatie over de sectie op het lichaam van hun zoontje door het Openbaar Ministerie (OM). De ombudsman stelt in zijn rapport dat al hun klachten gegrond zijn.

Het jongentje overleed in maart 2007 in het Erasmus Medisch Centrum na een ongeval. De omstandigheden van het ongeval maakten het noodzakelijk dat er onderzoek door het OM plaatsvond. Dat leidde tot communicatiestoornissen tussen OM, artsen en ouders. Bovendien bestond naderhand onduidelijkheid over de toestemming die de ouders voor donatie hadden gegeven: ging het alleen om het hart of ook nog om buikorganen?

De Nationale ombudsman vindt naar aanleiding van deze zaak dat ziekenhuizen het donatieproces van organen van kinderen voor ouders helder en begrijpelijk moeten maken. Er mag, volgens hem, ‘geen enkele twijfel zijn voor welke donatie van lichaamsmateriaal de ouders toestemming hebben gegeven’.

Verder, zegt hij, is het bij een niet-natuurlijke dood essentieel dat de verschillende betrokken instanties goed samenwerken en heldere informatie geven. De ombudsman beveelt ziekenhuizen daarom aan in gevallen van orgaandonatie bij kinderen nadrukkelijk ‘de regierol’ op zich te nemen. En hij adviseert  transplantatiecoördinatoren een ‘niet te beperkte opvatting over de taakinhoud te hebben’. ‘Wanneer duidelijk is dat sectie zal volgen, zou de transplantatiecoördinator dit bij het gesprek met de nabestaanden in ieder geval moeten aanroeren zodat zij dit gegeven kunnen meewegen.’ HM

Lees het rapport: Orgaandonatie bij kinderen; zorgvuldigheid is geboden .

• Meer nieuws