Laatste nieuws
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
5 minuten leestijd
Achter het nieuws

Opmaat naar nieuwe zorgakkoorden

2 reacties
getty images
getty images

Loondienst voor artsen, meer huisartsen en minder medisch specialisten. Dat zijn enkele voorstellen van een groep topambtenaren, als voorzet voor nieuwe zorgakkoorden. Maar komen die akkoorden er en wanneer?

Bestuurlijke hoofdlijnenakkoorden. Dat is de statige benaming voor afspraken die overheid, zorgverzekeraars en zorgverleners de afgelopen jaren maakten over het maximale percentage waarmee zorguitgaven gedurende een bepaalde periode mochten groeien. Dat financiële plafond ging hand in hand met afspraken over welke koers te varen rond thema’s als substitutie, doelmatig voorschrijven en zorginkoop. Het doel? Betere zorg tegen beheersbare kosten.

Het eerste akkoord, voor ziekenhuiszorg, werd in 2011 gesloten; later volgden ook voor eerste lijn en ggz dergelijke afspraken. De laatste versies, over de jaren 2014-2017, lopen eind dit jaar af. Het demissionaire kabinet vindt eventuele nieuwe meerjarenakkoorden een taak voor de volgende regering. Daarom ‘verkent’ demissionair VWS-staatssecretaris Van Rijn nu alleen of er voor 2018 ter overbrugging eenjarige akkoorden kunnen worden gesloten, meldde hij vorige week aan de Tweede Kamer.

De Algemene Rekenkamer constateerde eind vorig jaar dat de zorgakkoorden vrijwel zeker hebben bijgedragen aan het in toom houden van de zorguitgaven. Deze controleur van overheidsgaven achtte het verstandig als een nieuwe regering inzet op verse meerjarige overeenkomsten.

Gezonde groei

Over de inhoud daarvan deed een groep hoge ambtenaren van de ministeries van VWS en Financiën vorige week een voorzet. In hun rapport ‘Zorgen voor gezonde groei’ houden ze een pleidooi voor nieuwe afspraken die focussen op drie zaken. Ten eerste: meer gepast gebruik van zorg, dus minder over- of onderbehandeling. Ten tweede: zorg op de juiste plek, door verdergaande specialisatie en centralisatie van complexe zorg en decentralisatie van eenvoudige zorg. Tot slot moeten nieuwe overeenkomsten eraan bijdragen dat zorg eenvoudiger wordt georganiseerd.

Artsen gaan beter letten op welke behandeling het beste is voor hun patiënt en nemen meer tijd voor een goed gesprek over al dan niet behandelen, schetsen de ambtenaren hun ideaal. Dat zou zelfs kunnen leiden tot het belonen van medisch specialisten die goede gesprekken voeren, opperen ze. Specialisten moeten daarnaast beter samenwerken als ze dure patiënten met meerdere aandoeningen behandelen. Een casemanager moet daarbij helpen.

En huisartsen begeleiden chronische patiënten dicht bij huis. Specialisten zullen vaker in eerste lijn zorg verlenen; er moeten dan ook afspraken komen over welke behandelingen ziekenhuizen niet meer uitvoeren. Praktijkvariatie moet afnemen door kennis te delen.

De groeiende groep patiënten met meerdere aandoeningen vraagt om generalisten

De adviseurs achten het ‘wenselijk’ dat medisch specialisten anders worden beloond. Loondienst of participatie (waarbij artsen als aandeelhouder van een zorginstelling profiteren als hun instelling goed functioneert) vinden ze ‘als verdienmodellen meer passen bij de gewenste beweging in de zorg’. Dan hebben ziekenhuisbestuur en specialisten gelijke belangen, iets wat demissionair VWS-minister Edith Schippers afgelopen zomer al een ‘stip op de horizon’ noemde.

En uitkomsten van de zorg moeten meer dan nu bepalend zijn voor beloning van zorgverleners. De adviseurs spreken van ‘een ambitieuze afspraak om ernaar te streven dat in 2021 30 procent van de inkomsten van de medisch-specialistische zorg gebaseerd is op uitkomsten’.

Meer huisartsen

Het rapport pleit verder voor andere opleidingskeuzes. Dus minder opleidingsplekken voor medisch specialisten: als er meer zorg van tweede naar de eerste lijn gaat, is er minder behoefte aan tweedelijnsdokters, is de gedachte. En het aantal opleidingsplekken voor huisartsen moet dan juist groeien. De groeiende groep patiënten met meerdere aandoeningen vraagt bovendien om generalistische zorgverleners als geriaters, en minder om specialistische zorgverleners.

Daarnaast zijn volgens de ambtenarendenktank aanvullende maatregelen nodig om de zorgkosten te drukken, bijvoorbeeld door werk te maken van lagere geneesmiddelenprijzen. Zo zou de overheid een groter deel van de medicijneninkoop naar zich toe kunnen trekken. Een ander idee is om de maximale geneesmiddelenprijs anders te bepalen. Die wordt nu berekend op basis van de prijs in vier omliggende landen. Het voorstel is om te kijken naar de prijs in tien andere landen, en de Nederlandse prijs te baseren op de drie laagste prijzen uit die tien landen.

Mocht het een nieuw kabinet niet lukken om tot zorgakkoorden te komen, dan kan de overheid besluiten om artsen te verplichten tot loondienst, suggereren de ambtenaren. Ze hoeven dan niet onder de Wet normering topinkomens te vallen, want dat zou ‘extra weerstand oproepen’, verwachten de adviseurs. Een andere mogelijkheid om zorgkosten te beperken, is om meer tarieven te reguleren zodat de overheid een lagere maximumprijs kan bepalen voor meer behandelingen. En een vergunningsplicht voor zorginstellingen maakt het mogelijk te sturen welke zorg zij mogen aanbieden.

De topambtenaren adviseren in elk geval voor vier sectoren nieuwe akkoorden te sluiten: voor medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, eerste lijn en wijkverpleging. En deze moeten concrete en meetbare doelen bevatten, zo stellen ze. Dat moet leiden tot een groei van collectieve zorguitgaven die in de pas loopt met de economische groei.

Het adviesrapport heeft vooralsnog alleen de status van stof-tot-nadenken tijdens de formatie. Eerst moet überhaupt blijken of overheid, zorgverzekeraars en zorgaanbieders weer op zo’n manier met elkaar in zee willen, en daarna onder welke afspraken ze hun handtekening willen zetten.

Rust in het veld

De Federatie Medisch Specialisten (FMS) ‘ziet zeker heil’ in een nieuw akkoord, zegt FMS-woordvoerder Lilian Jansen, bij een ongewijzigd zorgstelsel. ‘We hebben de afgelopen jaren gezien dat de zorgkosten in de hand zijn gehouden en dat er rust was in het veld’. FMS-voorzitter Marcel Daniëls gaf in maart in een interview in Medisch Contact al aan geen voorstander te zijn van gedwongen loondienst. Volgens hem draagt dat niet bij aan kortere wachtlijsten of meer kwaliteit.

Ook de LHV ‘staat open’ voor een nieuw meerjarenakkoord, laat LHV-bestuurslid Paulus Lips weten, als daar financiële én inhoudelijke afspraken in komen hoe huisartsen de taken die ze erbij krijgen moeten opvangen. ‘Huisartsen hebben het de afgelopen jaren steeds drukker gekregen, door allerlei veranderingen. De ambitie is dat er meer werk richting de huisarts gaat, maar daar is te weinig op geanticipeerd door overheid en verzekeraars. Er is onvoldoende geïnvesteerd in het team, fysieke ruimte en meer tijd voor de patiënt.’

Volgens woordvoerder Thomas Bakker van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is zijn organisatie betrokken bij gesprekken die volgens hem nu gaande zijn ‘om te kijken wat de mogelijkheden zijn’. ‘Zolang die nog lopen, doen we daar geen uitspraken over.’ Woordvoerder Wouter van der Horst van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) vindt het ook nog te vroeg om zich hierover uit te laten. ‘Laten we eerst wachten tot er een nieuw kabinet is, zodat we weten hoe het financiële plaatje eruitziet.’

De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) laat weten te willen meewerken aan een nieuw akkoord.

Staatssecretaris Van Rijn noemt de huidige akkoorden terugblikkend in een Kamerbrief vast ‘een succes’ en ‘een constructieve bestuurlijke samenwerking die de moeite waard is om pogen te behouden’. Nu nog zien of zijn idee voor een overbruggingsakkoord over 2018 levensvatbaar is. En voor de jaren erna is het dus wachten op witte rook uit de formatieschoorsteen.

lees ook download dit artikel (pdf)

werk Achter het nieuws
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen werkt sinds 2016 als journalist bij Medisch Contact. Ze werkte eerder als verslaggever voor regionale dagbladen en een energiekrant.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Anco Vahl

    chirurg OLVG, Amsterdam

    Adviseurs van VWS achten het wenselijk dat specialisten in loondienst gaan of participeren als aandeelhouder (MC 16-17/2017: 10). Helaas is het participatiemodel nergens tot ontwikkeling gekomen en zijn de vrijgevestigden georganiseerd als MSB’s. Met... de critici ben ik het eens dat ondernemer zijn in deze constructie een fiscaal verhaal is en dat je geen ondernemersrisico draagt. In ons wispelturige politieke landschap is een ziekenhuis geen gewone onderneming. Dat komt niet alleen door plafondafspraken en de ‘abnormale’ klant-leverancierverhouding, maar ook doordat ziekenhuizen bestaan uit veel verschillende winkeltjes, waarbij de interne budgetten elkaar kruisen. In het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) weet ik bijvoorbeeld wel de gemiddelde ok-prijs, maar niet die van specifieke operaties.
    Wij hebben een loondienstmodel, waarbij het salaris samenhangt met de behaalde productie, en verdeeld volgens de Logex-systematiek. Er is loon naar werken, voor zowel de vrijgevestigden als loondiensters. Voor een efficiënte bedrijfsvoering moet je iets van een productieprikkel houden. Je gaat niet alleen efficiënter werken, maar registreert ook beter, ook voor het ziekenhuis. Een ander voordeel is dat je een ‘normale’ hiërarchische verhouding hebt tussen de raad van bestuur en de medische staf. We zijn nog op zoek naar een doelmatigheidsprikkel, als alternatief voor participatie. Als we een systeem kunnen bedenken waarbij doelmatigheid wordt beloond, dan hebben we het beste van twee werelden: wel loondienst, maar loon naar zuinig en doelmatig werken. Een uitdaging is om dit voor de verschillende vakgroepen, met verschillende ziekenhuisomzet per fte (een cardioloog gebruikt meer dan een dermatoloog) te honoreren. Geldt het solidariteitsprincipe of tellen we per vakgroep? Kijken we naar het ziekenhuisresultaat (goed afspreken wat dit is) of naar een vakgroepresultaat en hoe verdelen we dit tussen vakgroepen?

  • Anton Maes

    huisarts, Dieren

    Door op voorhand de omvang van de zorgkosten te laten bepalen door de economische groei, dient dit rapport wel de beurs van de minister, maar dient het niet de zorg. Hoe gaan we verder? Reeds in 2002 publiceerde Berenschot info over de aanwezige zor...gkloof en het is eigenlijk triest hoe hiermee wordt omgegaan. Net als met de QALY discussie: waarom steeds om de hete brei lopen? Paar voorbeelden van "kosten". Huisartsen krijgen nu via NZa hun derde onderzoek naar inkomen/kosten, waarbij vooraf deze NZa de tarieven grotendeels zelf bepaalt. Wie controleert de controleur? Ziekenhuizen verdienen meer door minder zorg te leveren (Bernhoven + rapport Intrakoop). En bij de decentralisatie 2015 lag de geoffreerde prijs vaak onder de kostprijs. Deels omdat de transitie gepaard ging met 20-40% bezuiniging (rapport NVB). Wlz behoefte: 100 mln (VWS)? 200mln (Dijsselbloem)? 1,3 miljard (NZa), 3,1 miljard(CPB?). Investering ouderenzorg: intramuraal of extramuraal? Zo verder gaan? En hoe wordt zorg voor de toekomst beloond? Welnu, dat wordt afhankelijk van de "toegevoegde waarde....".(VBHC).?! Weer een nieuwe omtrekkende beweging. HRMO heeft de politiek gevraagd nu eens duidelijkheid te scheppen wat wel en wat niet wordt betaald. Een echte kostprijsberekening per sector, daar begint het mee. En als je budget (dan) beperkt is, (dan) is het aanbod beperkt. Wat zegt dit rapport: zonder interventies stijgen kosten met 9,1 miljard. Welnu, als dat geld er niet is, wordt het tijd om eens met de burger te gaan praten, hoe dit probleem van de zorgkloof op te lossen. In plaats van hoofdlijnakkoorden te sluiten, rapporten van consultants te vragen, import van de ideeën van Porter en bij centraal geldgebrek te gaan pleiten voor "regiobekostiging". De NZa heeft sinds 2006 meer dan 2200 beleidsregels gepubliceerd. Wordt het niet eens tijd ook ten aanzien van zorgbekostiging het Roer eens om te gooien??

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.