Laatste nieuws
Wetenschap

Oplossingen voor toekomstproblemen lastig meetbaar

Plaats een reactie

Het gaat goed met de Nederlandse volksgezondheid, maar bedreigingen die onder meer de vergrijzing met zich mee brengt, vergen actie op verschillende terreinen. Meten of dergelijke integrale interventies effectief zijn, kunnen we nog niet zo goed.

Sabine Joosten/Hollandse Hoogte
Sabine Joosten/Hollandse Hoogte

Wie na de Medisch Contact-special van vorige week, over het vergrijzende Velp als voorland voor Nederland, weer rustig is gaan slapen, moet de vierjaarlijkse Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2018 van het RIVM toch nog eens openslaan. In deze voorspelling van hoe het er met onze volksgezondheid in 2040 aan toe zal zijn als we doorgaan op dezelfde voet, is veel aandacht voor de gevolgen van de vergrijzing. Het goede nieuws is dat we gemiddeld steeds ouder worden: de gemiddelde levensverwachting stijgt van 81,5 jaar in 2015, naar 85,8 jaar in 2040. De winst zit ook nog eens in gezond ervaren jaren.

Desondanks zal het aantal mensen met chronische aandoeningen enorm toenemen. Tussen 2015 en 2040 zal het aantal mensen met artrose van 1,2 naar 2,3 miljoen stijgen. Dementie: meer dan een verdubbeling naar 330 duizend. Urine-incontinentie: van nog geen half miljoen naar 740 duizend, en ga zo maar door. 85-plussers zullen meer dan 300 duizend keer de SEH bezoeken, tegenover 125 duizend bezoeken in 2015. Er zullen veel meer eenzame ouderen zijn, de druk op mantelzorg neemt toe. Lastig, want het aantal 50- tot 64-jarigen – de leeftijdscategorie die vooral voor de ouderen zorgt – neemt af; van tien naar vier per 85-plusser.

Het is niet voor niets dat vergrijzing één van de drie problemen, of maatschappelijke opgaves zoals het in de VTV heet, is waar het RIVM op heeft ingezoomd. Die drie opgaves kwamen voort uit vragenlijsten over wat burgers, professionals en studenten (van hbo- en wo-studies gerelateerd aan volksgezondheid en zorg) urgente ontwikkelingen vonden. Dat leverde overigens opvallende verschillen op: alleen dreigende antibioticaresistentie stond bij alle groepen in de top vijf van urgente problemen. Professionals van lokale overheden leggen andere accenten dan die van de nationale overheid. Er zitten tegenstellingen in: burgers en studenten maken zich zorgen over hart- en vaatziekten en kanker, maar niet over roken en drinken. Uiteindelijk zijn naast de groeiende groep zelfstandig wonende ouderen met dementie en andere complexe problemen, als belangrijke opgaves gekozen: de blijvende impact op leven en sterfte door hart- en vaatziekten en kanker (urgent voor burgers en studenten, niet voor professionals) en toenemende mentale druk op jongeren en jongvolwassenen (alleen urgent gevonden door studenten).

Voor deze problemen is met allerlei betrokken partijen nagedacht over wat mogelijke manieren zijn om hiermee om te gaan. Die lopen flink uiteen, van preventie tot kennisontwikkeling, van ondersteuning van mantelzorgers tot acceptatie van psychische klachten. De overeenkomst is dat ze doorgaans een multidisciplinaire aanpak vereisen. Niet alleen vanuit de zorg, maar net zo goed vanuit overheden, burgers, werkgevers, om er maar een paar te noemen. Met zulke integrale interventies is al ervaring opgedaan, lieten VTV-projectleiders Henk Hilderink en Marieke Verschuuren weten tijdens het symposium dat bij het verschijnen van het rapport was georganiseerd. Verschuuren: ‘Maar wat belemmert, is dat we niet goed weten wat werkt, bij zo’n integrale aanpak. De manier waarop we gewend zijn te kijken naar de effectiviteit van enkelvoudige interventies, voldoet niet.’ Dat blijkt wel uit het achtergronddocument over interventies dat via de website vtv2018.nl is in te zien. Daarin staan een ruim tweehonderd interventies beschreven die voor de drie opgaves (mentale druk, alleenstaande ouderen en hart- en vaatziekten) al bekend zijn. Bij een klein deel ervan zijn er aanwijzingen voor effectiviteit, en sowieso gaat het vrijwel niet over integrale interventies. Hoe dan wel? Daar wordt nu druk over nagedacht. Maar, zegt Hilderink: ‘We moeten bijvoorbeeld nadenken over wat we meten: als het gewenste effect van een interventie pas na tientallen jaren meetbaar is, zoals bij verminderen van overgewicht, moet je op zoek naar een andere uitkomst.’ En, zegt Verschuuren: ‘Als je weet dat er onderweg beleid zal veranderen, dan moet je daar bij de opzet van je studie al rekening mee houden.’

Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018, Een gezond vooruitzicht, in te zien via www.vtv2018.nl
Lees ook
Wetenschap volksgezondheid RIVM
  • Sophie Broersen

    Journalist en arts Sophie Broersen schrijft over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieert zij tuchtzaken. Sinds eind 2020 werkt zij daarnaast als arts bij het team seksuele gezondheid van de GGD Hollands Midden.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.