Laatste nieuws
arbeidsmarktmonitor

‘Opleiding bedrijfsgeneeskunde lijdt aan marktfalen’

Ook ouderengeneeskunde is zorgenkindje

Plaats een reactie

De tekorten aan specialisten ouderengeneeskunde en bedrijfsartsen blijven aanzienlijk, zo blijkt uit de Arbeidsmarktmonitor. Het Capaciteitsorgaan adviseert in zijn recente Capaciteitsplan dan ook om de instroom van aiossen vanuit deze specialismen te verhogen.

Het aantal vacatures voor medisch specialisten is licht gestegen in het derde kwartaal van dit jaar. De top tien toont geen grote verschuivingen – of het moet de ‘arts medische milieukunde’ zijn, die van positie 40 naar 10 is gesprongen. Dat betrof overigens één vacature bij het RIVM. Uit de cijfers van de Arbeidsmarktmonitor van het Capaciteitsorgaan (CO) blijkt dat er net als in het voorgaande jaar nog altijd nood is aan vooral psychiaters, specialisten ouderengeneeskunde en bedrijfsartsen.

Ondertussen heeft het Capaciteitsorgaan becijferd wat de toekomstige vraag zal zijn voor 69 verschillende beroepen in de zorg. Het volledige Capaciteitsplan is verschenen en eind oktober aangeboden aan minister Schippers (VWS). Deelrapport 1 van het Capaciteitsplan over medisch specialismen verscheen al tussentijds, eind april. Daarin had het CO uitgerekend dat er de komende jaren minder nieuwe medisch specialisten nodig zijn. Het adviseerde minimaal 965 en maximaal 1122 aiossen toe te laten in 2017. Ter vergelijking: in 2015 begonnen er 1287.

Bezorgd

In de begeleidende brief aan de minister toont het CO zich nu bezorgd over het ‘gebrek aan concrete ontwikkelingen’ bij de instroom van aiossen bedrijfskunde. Al langer is bekend dat de beschikbare capaciteit aan bedrijfsartsen almaar afneemt en de komende vier jaar niet kan worden omgebogen. ‘Er lijkt sprake van marktfalen’, concludeert het CO. ‘Al vanaf 2006 is er geen sprake van een instroom, maar een instroompje’, zegt Victor Slenter, CO-directeur in een toelichting. ‘Er zijn elk jaar te weinig aiossen, zodat je zou kunnen zeggen dat de bedrijfsgeneeskunde in zijn voortbestaan wordt bedreigd.’ Het imago van bedrijfsgeneeskunde is altijd een ‘teer punt’ geweest (zie ook reportage). Een ander probleem vormt de opleiding van bedrijfsartsen die wordt bekostigd door de arbodiensten. UWV en commerciële bureaus financieren de opleiding tot verzekeringsarts. Zij houden elkaar volgens Slenter in ‘een dodelijke omarming’: de keuze voor investeren in aiossen betekent ook dat dit geld terugverdiend moet worden via hogere tarieven. ‘Maar daarmee prijzen deze partijen zichzelf uit de markt.’

Het Capaciteitsorgaan adviseert om maar liefst 121 tot 140 aiossen bedrijfsgeneeskunde te laten instromen, dat is een substantiële verhoging. In een eerder advies, uit 2013, had het CO geen uitspraak over de noodzakelijke instroom in de opleiding gedaan, omdat het ministerie toen nog een keuze tussen vijf verschillende scenario’s moest maken. In 2015 begonnen er maar 15 aiossen, na een campagne is dat aantal gestegen tot 20. Daarnaast zouden er 48 tot 57 aoissen verzekeringsgeneeskunde moeten instromen.

Ouderengeneeskunde

Een ander zorgenkindje betreft de instroom bij het specialisme ouderengeneeskunde. Het goede nieuws is: dit specialisme wint aan populariteit. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de leeftijd van de beginnende aios ouderengeneeskunde is gedaald naar 33 jaar; een teken dat dit specialisme steeds vaker hun eerste keus is. Het slechte nieuws is dat in vrijwel nog geen enkel jaar er voldoende aiossen zijn ingestroomd voor het aantal beschikbare opleidingsplaatsen. Met een gemiddelde van 10 procent behoort de specialist ouderengeneeskunde tot de medische beroepen met de meeste onvervulde vacatures. Ter indicatie: de Arbeidsmarktmonitor telde in het afgelopen kwartaal 238 vacatures, op een beroepsgroep van 1601. Kortom: het tekort aan specialisten ouderengeneeskunde is ‘nog lang niet’ opgelost, meldt het CO. De vergrijzing zal doorgaan, de levensverwachting neemt toe en ook zal de specialist vaker dan voorheen worden ingeschakeld bij extramurale zorg. Het CO stelt daarom een inhaalslag voor: met ingang van 2018 zouden jaarlijks tussen de 159 en 186 aiossen moeten beginnen om zo het tekort zo snel mogelijk op te lossen. In 2015 waren dat er 111.

Huisartsen

Naast deze krapteberoepen staan de specialismen waarvan het Capaciteitsorgaan het beter vindt om juist iets minder aiossen op te leiden, zoals huisartsen. Het CO adviseert hier tussen de 555 en 630 aiossen te laten instromen, met een voorkeur voor 630. In 2015 waren dat er 720. Daarbij zou het goed zijn om een overgangsjaar te hanteren. Opmerkelijk genoeg luidt het advies ook om minder specialisten verstandelijk gehandicapten op te leiden: 18 aiossen. In 2015 begonnen er nog 21. Slenter: ‘Weliswaar is er nog een tekort, maar we hebben eerder een inhaalslag ingezet en er zitten zo’n 55 specialisten in de pijplijn. Dat komt goed.’

Het CO herhaalt zijn vrees met betrekking tot het ‘te grote’ aantal studenten dat met geneeskunde begint. Daarmee raakt het opleidingsreservoir aan basisartsen steeds voller. Slenter: ‘Er is weer werkloosheid onder basisartsen, dat zal niet afnemen als er meer studenten beginnen. Volgens ons is dat een verlies van talent en bestede opleidingskosten.’ Het CO adviseert in 2017 totaal maximaal 2700 studenten te laten instromen, inclusief zijinstromers vanuit andere studies. De universiteiten krijgen een budget om 3050 geneeskundestudenten/zijinstromers toe te laten tot de initiële opleiding. In de praktijk schommelt het aantal studenten de laatste jaren rond de 2850, concludeert het CO.

lees ook download dit artikel (pdf)
werk arbeidsmarktmonitor arbeidsmarkt carrière
  • Marieke van Twillert

    Marieke van Twillert werkt als journalist voor Medisch Contact. Arbeidsmarkt, levenseinde en e-health hebben haar speciale aandacht.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.