Onvruchtbaarheid en eierstokkanker

Medicijnen voor de behandeling van onvruchtbaarheid geven geen hoger risico op ovariumkanker. Dat blijkt uit een grote studie die is verricht door onderzoekers van de University of Pittsburgh Graduate School of Public Health. Het onderzoek is gepubliceerd in American Journal of Epidemiology van 1 februari.

In het onderzoek werden data gebruikt van acht case-control studies uit verschillende landen. In totaal zijn gegevens van 5.207 vrouwen met ovariumkanker en van 7.705 vrouwen zonder ovariumkanker meeegenomen. Uit analyse van deze data blijkt dat vrouwen die zijn behandeld voor onvruchtbaarheid geen grotere kans op ovariumkanker hebben dan vrouwen die niet zijn behandeld.

Met de studie lijkt een einde te komen aan een tien jaar durende controverse over de vermeende relatie tussen onvruchtbaarheidsbehandeling en eierstokkanker. Uit de studie blijkt ook dat het niet vreemd is dat deze relatie werd vermoed. Er is namelijk wél een relatie tussen ovariumkanker en het aantal jaren dat iemand probeert zwanger te raken. Vrouwen die gedurende meer dan vijf jaar trachten zwanger te raken, hebben een 2,7 keer hogere kans op ovariumkanker dan vrouwen die binnen een jaar zwanger worden. Bovendien zijn er twee groepen vrouwen met een verminderde vruchtbaarheid die wel een groter risico lopen om eierstokkanker te krijgen, namelijk vrouwen bij wie het niet duidelijk is wat aan de vruchtbaarheidsproblematiek ten grondslag ligt en vrouwen met endometriose. ‘Vermoedelijk spelen de lokale ontstekingen die gepaard gaan met endometriose een rol bij het ontstaan van eierstokkanker’, stelt dr. Roberta Ness in een toelichtend persbericht.

Als de verminderde vruchtbaarheid het gevolg is van ovulatieproblemen, ovariumcystes, eileiderverstoppingen, problemen bij de ontwikkeling van de baarmoeder, of ontstekingen van de baarmoedermond of het baarmoederslijmvlies is er geen verhoogde kans op ovariumkanker. << EJP