Laatste nieuws
Igor van Laere
5 minuten leestijd

Onverschilligheid is moord

Plaats een reactie

Een bitterkoud klimaat voor daklozen in Moskou

Al jaren luidt Artsen zonder Grenzen de noodklok over de zorg voor daklozen in winters Moskou. Terwijl de regering in het Kremlin warm bij de kachel zit, verjaagt de politie de daklozen uit de metrostations.
 

Sedert 1992 biedt Artsen zonder Grenzen (AzG) sociaal-medische hulp voor daklozen in Moskou. Tot dusver vonden meer dan 180.000 medische en 55.000 sociale consulten plaats. Ruim 10.000 mensen werden gevaccineerd en nog eens 11.000 mensen werden naar een ziekenhuis begeleid.1


De koude maanden eisen hun tol. AzG meldt dat in de afgelopen vier winters 1667 mensen zijn overleden aan de gevolgen van onderkoeling, 90 procent van hen was dakloos. Alleen al in oktober en november van 2002 bedroeg het aantal hypothermische traumata 1.002, waarvan 154 mensen zijn overleden: 77 op straat, 25 op weg naar een ziekenhuis en 52 binnen 24 uur na opname.1


Moskou telt naar schatting 100.000 daklozen van wie 30 procent kinderen. Deze winter zijn 280 daklozen doodgevroren.


Deze cijfers spreken voor zich.


De AzG-campagne ‘Onverschilligheid is moord’ vraagt aandacht voor deze ernstige situatie.1 2

sterftecijfers


Uit studies naar mortaliteit bij daklozen komen belangrijke bevindingen naar voren. In Zweden was het sterftecijfer bij dakloze mannen onder de 40 jaar twaalf keer hoger dan de te verwachten aantallen.3 In Engeland lag het totale sterftecijfers bij daklozen van 16 tot 64 jaar 25 keer en bij daklozen van 16 tot 40 jaar zelfs 40 keer hoger dan verwacht.4


In Canada en de VS was de mortaliteit onder daklozen, vooral bij blanke mannen en verslaafden, drie tot vier keer hoger dan onder de algemene bevolking. Daklozen stierven gemiddeld op 47-jarige leeftijd door geweld, vergiftiging, suïcide, ongelukken, alcohol, onderkoeling, aids, luchtwegproblemen, tuberculose, nierinsufficiëntie, hartfalen of ritmestoornissen.5 6


In bovenstaande studies werden geen seizoensinvloeden gevonden of vermeld, maar in Boston werd gezien dat daklozen vaker overleden in de eerste week van de maand nadat zij de zogenaamde disability cheques hadden ontvangen. Toename van middelengebruik en dood door ongelukken kwamen dan ook vaker voor.7


In Philadelphia bleek dat van 96 overleden daklozen 53 procent in de zomer en 27 procent op zondag was overleden. In de zomer hadden zij geen contact gehad met de hulpverlening en op zondag zijn hulpverleningsinstellingen niet toegankelijk.8 Ruim een kwart van 606 overleden daklozen in Boston had geen contact gehad met de hulpverlening gedurende een jaar voorafgaand aan overlijden, ondanks de aanwezigheid van verslaving bij 84 procent, psychiatrische stoornissen bij 28 procent en een HIV-infectie bij 23 procent.7


Er zijn weinig Nederlandse cijfers over mortaliteit bij daklozen beschikbaar. Van 364 bezoekers van de GG&GD daklozenspreekuren in Amsterdam waren voorzover bekend in de periode april 1997 - september 1999 elf personen (3%) overleden, van wie één vrouw. De gemiddelde leeftijd was 54 jaar (35-71 jaar). Deze daklozen sliepen overwegend buiten, zes waren bekend met een alcoholprobleem, drie met druggebruik, drie met een psychotische stoornis en drie met een depressie (overlap door meerdere problemen). Vier daklozen waren overleden aan longproblemen, drie aan alcoholisch leverfalen, twee aan hartfalen en twee drugsgerelateerd.9


Onder 579 daklozen in sociale pensions in Amsterdam werden 24 sterfgevallen geregistreerd tijdens een observatietijd van 1 jaar. Dit cijfer lag vier keer hoger dan men bij Amsterdammers zou verwachten.10

leverschade


Overmatig alcoholgebruik om enigszins warm te blijven kan ertoe leiden dat daklozen vallen, trauma oplopen en in de koude blijven liggen tot de dood volgt. In Tokio werden 18.346 obductieverslagen uit de periode 1974-1983 bestudeerd. Er waren 157 vooral dakloze mannen tussen 40 en 50 jaar overleden ten gevolge van blootstelling aan koude, overwegend in de periode november-maart. Zij overleden meestal bij een temperatuur van 0 0C of lager; voor meer dan de helft gold dat zij tussen 3-9 uur overleden, met een piek rond 5 uur ’s ochtends. Bijna allen toonden alcoholische leverschade.11


Forensische onderzoekers in Istanbul beschreven soortgelijke bevindingen: 126 overleden daklozen, 95 procent was man, de meesten waren tussen 41 en 50 jaar, 13 procent was identificeerbaar, 75 procent werd buiten gevonden, 82 procent was overleden in koude maanden, bij 22 procent betrof het een onnatuurlijke dood en er was opvallend vaak een relatie met alcohol.12

Kwetsbaar


Meervoudige gezondheidsproblemen en risicovol gedrag bij daklozen dragen bij aan vroegtijdige sterfte. Vooral de combinatie alcoholgebruik en koude, naast andere gezondheidsrisico’s, maakt hen extra kwetsbaar.


Onmenselijke sociaal-politieke omstandigheden zoals in Moskou komen in ons land gelukkig niet voor. Tijdens koude maanden worden extra (stapel)-bedden, matrassen of stoelen ingezet in de Nederlandse opvanginstellingen. Bij een weersvoorspelling van ongeveer -5 0C gedurende vijf nachten wordt actief gratis winteropvang aangeboden. De openingstijden van de opvang wisselen per stad. Ondanks de koude wenst niet iedere dakloze gebruik te maken van de opvang. Hulpverleners rijden met busjes, voorzien van dekens, koffie en soep, naar bekende vindplaatsen en zoeken daklozen tijdens deze koude nachten extra op.


Ondanks de slechte gezondheid van daklozen13 zien wij vanuit de GG&GD- daklozenzorg in Amsterdam geen opvallende toename van sterfgevallen onder daklozen in de koude maanden.14 Van de winteropvang wordt volop gebruikgemaakt. Nader onderzoek naar mortaliteit bij daklozen in ons land moet uitwijzen door welke risicofactoren de sterfte stijgt.

Winteropvang


Wat het inzetten van winteropvang betreft is het de vraag of alleen extra opvang in de wintermaanden toereikend is8, en of niet eerder, bij temperaturen van 0 0C en minder11, extra gratis nachtopvang noodzakelijk is. Voorts kan men zich afvragen of momenten van verstrekking van uitkeringsgelden van invloed kunnen zijn op verhoogd risicogedrag door roesmiddelen.7


Het actief aanbieden, uitbreiden en verbeteren van opvang enerzijds en het inzetten van goed gestructureerde ambulante sociaal-medische zorg anderzijds is noodzakelijk ter preventie van onnodige gezondheidsschade en vroegtijdig overlijden van daklozen. Mijn waardering gaat uit naar de inspanningen van AzG om het lot van daklozen in Moskou te verbeteren.

I.R.A.L. van Laere,
sociaal-geneeskundige, GG&GD Ambulant Medisch Team dak- en thuislozen Amsterdam

Correspondentieadres: I.R.A.L. van Laere, GG&GD Ambulant Medisch Team dak- en thuislozen, Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam, tel 020 5555 396, fax 020 5555 177, e-mail: ilaere@gggd.amsterdam.nl

Literatuur


1.

www.msf.org

.  2. Vries C de. Russen overleven de kou pas met naastenliefde. De Volkskrant, 10 januari 2003.  3. Almstrom CH c.s. Mortality among homeless men. British J of Addiction 1975; 70: 245-52.  4. Shaw M, Dorling D. Mortality among street youth in the UK. The Lancet 1998; 352: 743.  5. Hwang SW c.s. Causes of Death in Homeless Adults in Boston. Ann Intern Med 1997; 126: 625-8.  6. Hwang SW c.s. Mortality Among Men Using Homeless Shelters in Toronto, Ontario. JAMA 2000; 283 (16): 2152-7.  7. Hwang SW c.s. Health care utilisation among homeless adults prior to death. J Health Care Poor Underserved 2001; 12 (1): 50-8.  8. Hibbs JR c.s. Mortality in a cohort of homeless adults in Philadelphia. N Eng J Med 1994; 331: 304-9.  9. Laere IRAL van. Gezondheidsproblemen bij daklozen in Amsterdam. De dr. Valckenier praktijk van alle dag. Utrecht/Amsterdam: Netherlands School of Public Health, GG&GD, 2000.  10. Buster MCA, Laere IRAL van. Dynamiek en problematiek in sociale pensions & internaten. Dak- en thuislozen in Amsterdam. Amsterdam: GG&GD, cluster EDG, 2001.  11. Tanaka M, Tokudome S. Accidental hypothermia and death from cold in urban areas. Int J Biometeorol 1991 Mar; 34 (4): 242-6.  12. Altun G c.s. Deaths among homeless people in Istanbul. Forensic Sci Int 1999; 11 (2): 143-7.  13. Laere IRAL van, Buster MCA. Gezondheidsproblemen van daklozen op zogenaamde dr. Valckenier spreekuren in Amsterdam. Ned Tijdschr Geneeskd 2001; 145 (24):1156-60.  14. Sluijs TA. Ambulant Medisch Team, jaarcijfers 2001. Amsterdam: GG&GD cluster MGGZ, 2002.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.