Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
3 minuten leestijd

Ontreddering onder de tsaren

Plaats een reactie

Honderd jaar geleden overleed hij: Anton Tsjechov, Ruslands beroemdste dokter zoals de NEJM hem afgelopen week noemde. In zijn oeuvre figureert een handvol artsen die zo aan het eind van hun emotionele Latijn zijn geraakt, dat ze niets meer rest dan een dadenloos, van melancholie doortrokken bestaan.

Voor de arts Ragin in de inktzwarte novelle Zaal 6 gaat aanvankelijk het verstand boven alles. Er is maar één manier om je te wapenen tegen de zinloosheid van het bestaan en dat is, vindt hij, een zekere onaangedaanheid betrachten, geregeld samenkomen met tot analyse en abstractie geneigde vrienden, en met hen ‘trotse, onafhankelijke ideeën’ uitwisselen: ‘In die zin is het verstand een onvervangbaar genot.’
Maar Ragin redt het niet met verstand alleen. Een paranoïde patiënt houdt hem een spiegel voor en hekelt zijn levensvisie. Het hele wezen van de mens, bezweert deze patiënt hem, bestaat uit gewaarwordingen van honger en kou, van gekrenktheid, van verlies, van angst - met andere woorden uit emoties en gevoelens. De ontmoetingen met die patiënt slaan de grondvesten onder Ragins stoïcijnse levensfilosofie weg. Overmand door emoties wordt Ragin uiteindelijk zelf patiënt en kwelt zichzelf met de vraag hoe het toch in godsnaam mogelijk is geweest dat hij nooit eerder heeft gevoeld wat zijn patiënten doormaakten. Hij is steeds een gewetenloze arts geweest. Later schaamt hij zich niet langer dat hij ‘openlijk gevoelens en gedachten (had) uitgesproken waarvan hij eerder niet vermoedde dat hij ze had’. Maar hij is dan al zo uitgeput dat hij overlijdt aan een hartaanval.

Dokter Dorn in het toneelstuk De Meeuw brengt het er beter af. Ook hij is uitgeblust, nadat hij dertig jaar dag en nacht is opgeëist door zijn praktijk. Hij zit financieel aan de grond en vindt zichzelf te oud om nog een ander leven te beginnen. Zijn collega Tsjeboetykien is in het stuk De Drie Zusters onder min of meer gelijke omstandigheden tot drankzucht vervallen. Tsjeboetykien heeft sinds de universiteit niets meer van betekenis gedaan, volgt zijn vak niet en leest slechts kranten. ‘Dat denkt maar, omdat ik dokter ben, dat ik iedere ziekte kan genezen, maar ik weet helemaal niets, alles wat ik geweten heb ben ik vergeten, niets weet ik meer, geen barst.’ Kortgeleden heeft hij een patiënt ‘behandeld’, maar dat pakte helaas niet goed uit, ze is overleden: ‘...ik voelde me zo bedonderd, zo miserabel en zo vuil, dat ik hem gesmeerd ben en me bedronk...’ Tsjeboetykien wil nergens meer in geloven, zelfs niet in zijn eigen gevoelens. Hij is een nihilist en precies dat houdt hem op de been. Sterker nog, zo nu en dan bezorgt het hem zelfs een uitstekend humeur: ‘Tara-ra-boem-diejé... Wat maakt het allemaal uit! Wat doet het er allemaal toe!’
‘Godlof’ is het verstand van Michael Astrov, de tragikomische plattelandsarts uit Oom Wanja, nog steeds intact. Tenminste, dat vindt hij zelf, maar: ‘Mijn gevoel is op de een of andere manier afgestompt’. Net als Dorn is hij vermoeid en opgebrand, net als Tsjeboetykien heeft hij, vermoedelijk door onkunde, een patiënt verloren, en net als bij Ragin wordt zijn geweten ten langen leste gekweld door lang onderdrukte emoties.

En Tsjechov zelf? Hij had als schrijver al vrij vroeg succes, maar hij vond het zelf ‘...malle stukjes, vaudevilles, vervelende verhalen, een heleboel fouten en nonsens...’ Wat hij zocht, was gewetensvolle, serieuze inspanning. Wat hij, in 1890, vond was het eiland Sachalin, waar zich een tsaristische goelag bevond. Tsjechov wilde er de hygiënische en sanitaire omstandigheden onderzoeken. Zo kon hij zijn schuld aan de geneeskunde inlossen, die hij zo had verwaarloosd, vond hij. Want ‘geneeskunde is mijn wettige echtgenoot, literatuur mijn maîtresse.’ Sachalin was in alle opzichten een verschrikkelijke, mensonterende ervaring. Emotioneel ontredderd keerde Tsjechov terug: ‘Aan het eind waren mijn zenuwen aan flarden’. Wat hij had gezien, schreef hij op, met de bedoeling er op te promoveren. Maar zijn dissertatie werd afgewezen als ‘te sociologisch’. Zijn engagement met de minderbedeelden bleef echter ongeschokt: tijdens de hongersnood en de cholera-epidemie van 1891 meldde hij zich als arts (hij zag 1000 patiënten in twee maanden tijd), en hij hield jarenlang gratis spreekuur voor arme boeren. En hij bleef schrijven, steeds beter bovendien.

Aan het eind van zijn korte leven was (ook) hij ziek en uitgeput. De tuberculose die hem vanaf zijn 26ste had geplaagd en die hij zelf meestal bagatelliserend omschreef als ‘de griep’, deed hem uiteindelijk de das om. Op 15 juli 1904 overleed hij in het Duitse kuuroord Badenweiler, 44 jaar oud. 

 Henk Maassen

Het werk van Tsjechov is verschenen in de Russische Bibliotheek van Van Oorschot

Media en cultuur
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.