Laatste nieuws
Wetenschap

‘Onderzoek umc’s moet praktischer’

1 reactie

Nederlandse umc’s doen goed wetenschappelijk onderzoek, maar het zou meer moeten bijdragen aan zinnige en zuinige zorg. Dat stelt de Gezondheidsraad (GR) min of meer in zijn advies ‘Onderzoek waarvan je beter wordt’. De umc’s vinden dat ze al op de goede weg zijn.

De GR schreef het advies op verzoek van minister Schippers, die vroeg hoe onderzoek van umc’s ‘meer dan nu kan bijdragen aan kwaliteit en betaalbaarheid van preventie en gezondheidszorg (…)’. Aanleiding voor die vraag zijn verschillende artikelen, rapporten en discussies die de laatste jaren plaatsvonden. Zoals de artikelenserie in The Lancet ‘Research: increasing value, reducing waste’ en de gesprekken rondom Science in Transition.

De GR stelt onder meer vast dat het inkoopbeleid van verzekeraars de onderzoeksrichting in umc’s beïnvloedt. De umc’s richten zich daardoor steeds meer op complexe en topreferente zorg, en dat stuurt de onderzoeksportefeuille. Zo komen actuele uitdagingen in de gezondheidszorg, veroorzaakt door politieke, maatschappelijke en demografische veranderingen, niet per se aan bod. De GR doelt daarmee op toegenomen aandacht voor care en preventie, die nodig zijn in het licht van vergrijzing, en het streven naar zelfredzaamheid en participatie. Ook de wijze van financiering helpt niet mee: eerstegeldstroommiddelen van OCW gaan vaak op aan onderzoek dat deels door een andere subsidieverstrekker wordt betaald, die vereist dat de umc’s de rest zelf bijleggen. Het budget dat ZonMW te besteden heeft, is de afgelopen jaren afgenomen. Verder verdelen de umc’s geld in toenemende mate op basis van prestatiefinanciering, waarbij men veelal uitgaat van bekritiseerde instrumenten zoals citatiescores. Pim van Gool, voorzitter van de GR: ‘Uit gesprekken met de Jonge Gezondheidsraad komt ook naar voren dat bij de selectie van nieuwe stafleden het aantal publicaties sterker meetelt dan de inhoud, of dan de vraag of de patiënt er beter van is geworden.’

De GR zou dan ook graag zien dat de umc’s zich – naast de ‘keten van basaal tot en met toegepast medisch-wetenschappelijk onderzoek’ – ontwikkelen tot ‘academische motor van onderzoek en innovatie voor zorg en preventie in de volle breedte’. Kwaliteit, doelmatigheid en preventie moeten meer aandacht krijgen, en ziektelast, zorgkosten en prevalentie zouden mede bepalend moeten zijn bij het opstellen van een onderzoeksagenda. Umc’s zouden moeten investeren in samenwerking met alle aanbieders van zorg en preventie in de regio, met gemeenten, patiënten, GGD’s, hogescholen en andere onderzoeks- en kennisinstituten. Dat zou een ‘scherpe wijziging van de huidige koers’ vereisen, stelt de GR. VWS zou een duurzaam onderzoeksfonds moeten opzetten om dit gewenste onderzoek te financieren, waaraan ook andere partijen (zoals verzekeraars, gemeenten en ministerie van SZW) moeten bijdragen. Zou dit niet bij ZonMw belegd kunnen worden? Van Gool: ‘Dat kan zeker een rol spelen bij de verdeling van middelen, maar het gaat erom dat alle partijen aan tafel komen, en dat zij ook gaan bijdragen.’

De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) reageert ietwat stekelig op haar website: zij wijst erop dat de umc’s al lang bezig zijn met de gewenste ‘regionaal-innovatieve en internationaal wetenschappelijk oriëntatie. ‘De umc’s hebben (…) veel ervaring opgedaan binnen de netwerkvorming in de ouderenzorg, palliatieve zorg, de oncologische zorg en rond zeldzame aandoeningen. Binnen deze programma’s gaan vooraanstaand wetenschappelijk onderzoek, zorg en kwaliteit van leven samen met betrokkenheid van de patiënt, huisarts, het hospice, het algemeen ziekenhuis en andere partijen rondom de patiënt.’ Er staat verder dat de GR de ontwikkelingen rond de Nationale Wetenschapsagenda – waarvoor burgers hun vragen konden aanleveren – blijkbaar niet heeft meegenomen. Gesterkt door het pleidooi van Neerlands laatste Nobelprijswinnaar (scheikundige Ben Feringa van de moleculaire nanomachines), wijst de NFU op het belang van fundamenteel onderzoek. ‘Toegepast onderzoek richt zich op de zorg van nu, fundamenteel onderzoek op die van de toekomst.’

Van Gool ontkent niet dat de umc’s in het verleden al ‘bewegingen in de goede richting’ hebben ingezet, maar hij wijst daarna wel op de samenstelling van de commissie die het advies opstelde. ‘Op een enkeling na waren dat mensen uit de wereld van de umc’s. Blijkbaar leeft bij hen wel het gevoel dat er ruimte voor verbetering is.’

Lees ook:

Wetenschap gezondheidsraad onderzoek
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, HOUTEN Nederland

    De UMC's staan aan de wieg van elke arts. Het onderwijs wordt hier gestalte gegeven. Het lijkt me niet meer dan logisch dat de Geneeskunde in al zijn breedte daar wordt onderzocht en vooral wordt onderwezen. Het zou jammer zijn dat in een tijd van de... specialisaties voorbij wordt gegaan aan het belang van de modernste expertise in de UMC's.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.