Laatste nieuws
Zoetzuur

Ondergrondse hypo

Plaats een reactie

Op verzoek van Kiran bezoeken we tijdens onze zomervakantie in Oostenrijk de zoutmijnen in Hallein bij Salzburg. Voordat je met een treintje de grond induikt, moet je eerst een heel pak aan ter bescherming van je kleding. Al je spullen moet je achterlaten in een bagagedepot.

Laaiend enthousiast is Kiran als we met het treintje de diepte in verdwijnen. Maar zodra we als mollen op honderd meter onder de grond de grens met Duitsland overgaan, komt hij naar mij toe. Hij ziet wazig en voelt zich niet lekker. Shit. Alle, maar dan ook alle spullen liggen ver boven ons. En de tocht duurt nog zeker een kwartier.

Snel been ik naar de gids om in mijn beste Engels – we spreken allemaal allerbelabberdst Duits – te vragen of hij toevallig snoepjes bij zich heeft. ‘My son is a diabetic and he is not feeling very well.’ Nee, snoepjes heeft hij niet, maar we kruisen een ander groepje en hij vraagt aan zijn collega-gids of die iets bij zich heeft. De drie Anta Flu-snoepjes die we krijgen werken slechts marginaal. Kiran zweet inmiddels als een otter en ziet zelfs bij de matige grotverlichting lijkbleek. Opnieuw snel ik naar de gids om te vragen of hij aan de groep kan vragen of iemand iets zoetigs bij zich heeft, omdat het echt niet goed gaat met mijn zoon.

In een hoekje sta ik bij Kiran, die inmiddels ook al door zijn benen is gezakt. De adrenaline spuit mijn oren uit als ik op mijn schouders wordt getikt en een man mij vier suikerklontjes geeft. Nadat Kiran die heeft gegeten, voelt hij zich snel weer als vanouds. Eenmaal weer boven de grond rent hij samen met Tara op de speeltuin af. Wij zakken op een bankje ineen. Volledig gesloopt. Leerpunt van de dag: Altijd maar dan ook altijd Dextro mee. 

Een week later blijkt hoezeer we hebben geleerd van zijn eerste hypo. Op weg om te gaan raften, in een bus vol andere toeristen, kijkt Kiran me aan en zegt dat het niet goed met hem gaat. Ik rits zijn pak open want het is bloedheet in de bus. Dat helpt niet. Met mijn ene hand houd ik mij vast aan een stang in de bus, met mijn andere hand pak ik een waterdicht plastic doosje met 9 Dextro’s erin.

Eenmaal ter plekke kan Kiran niet meer lopen, zo beroerd voelt hij zich. Vier druivensuikertabletten voer ik hem. Hij herstelt niet. Nog eens twee tabletten. Geen effect. Ik draag hem naar de waterkant en maak zijn gezicht nat. We hebben nog drie Dextro’s over en de tijd begint te dringen. De instructeur vraagt aan mij of Kiran er geen zin in heeft, omdat hij op de grond zo wazig voor zich uit zit te staren. Ik leg uit wat er aan de hand is en geef Kiran de resterende tabletten omdat we bijna te water gaan. Hij krijgt van mij nog twee minuten, anders cancel ik voor ons tweeën deze trip.

Net op tijd hertstelt hij en we gaan, op zijn dringende verzoek, want hij wil zo graag mee. Ik stap de boot in, me realiserend dat we geen enkele Dextro meer overhebben. Hij geniet en springt even later zelfs voor ons uit de boot uit. Ik geniet van zijn plezier terwijl ik hem, met enige onrust, geen seconde uit het oog verlies.

Sandra Bijl


Meer columns van Sandra Bijl

Diabetes
  • Sandra Bijl

    Sandra Bijl is huisarts. Ze schrijft over haar ervaringen als dokter én als ouder van een kind met diabetes.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.