Omzwervingen van een chirurgentweeling

Een tweeling wordt geboren in een missieziekenhuis in Addis Abeba, 1954. De moeder is een Indiase non, de vader een Engelse chirurg. De gynaecoloog die de tweeling redt, zal de twee jongetjes samen met een internist opvoeden.

Dit is nog maar het begin van De heelmeesters, de romandebuut van Abraham Verghese, internist-infectioloog aan de Stanford universiteit. Wat volgt is een wervelend verhaal over de omzwervingen van de tweelingbroers, die uiteindelijk allebei chirurg worden.

Vergheses levensverhaal lijkt op dat van tweelingbroer Marion Stone, de verteller van het boek: een Indiase jongen, in Ethiopië opgegroeid en uiteindelijk arts in de Verenigde Staten geworden. Hij maakte eerder indruk met memoires over de tijd waarin hij voor het eerst met aids te maken kreeg.

Maar in De heelmeesters gooit Verghese absoluut alles wat hem inspireert in de strijd: verraad, liefde, dood, de geschiedenis van Ethiopië en bovenal: geneeskunde. Het boek staat bol van de scènes in de operatiekamer, in de verloskamer, op de eerste hulp. Van primitieve omstandigheden in Ethiopië tot hightech operaties in de Verenigde Staten.

Zo omschrijft Verghese met aandacht hoe de hoofdfiguur van zijn pleegvader, de internist, leert wat hij allemaal kan voelen aan een polsslag. Een paar zijlijnen minder had geen kwaad gekund, maar uiteindelijk blijft het boek tot het eind toe boeien. In de uitgebreide verantwoording is terug te vinden door welke artsen en boeken Verghese is geïnspireerd. Uitermate geschikt voor dokters die van John Irving houden. SB