OMS in Witte Boek: ‘Handhaaf vrij beroep’
Plaats een reactieGoede samenwerking van medisch specialisten en ziekenhuizen slaagt pas als specialisten ook in de toekomst kunnen kiezen tussen dienstverband of vrij beroep. Dat stelt de Orde van Medisch Specialisten (OMS) in het vandaag gepresenteerde vijfde deel van het zogeheten Witte Boek.
De nieuwe versie van het Witte Boek beschrijft de nieuwe positie van de medisch specialist nadat in 2015 de integrale bekostiging is ingevoerd. Het gezamenlijk resultaat komt daardoor veel meer op de voorgrond te staan. Maar als de medisch specialist geen keuze meer heeft tussen dienstverband of vrij beroep, voorziet de OMS ‘onrust en constructies waarin de medisch specialist zich noodgedwongen op grotere afstand van het ziekenhuis organiseert’.
Als het aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ligt, kunnen straks alleen zorginstellingen bij verzekeraars zorg declareren, zo blijkt uit een conceptadvies over deze integrale tarieven; medisch specialisten declareren bij het ziekenhuis. ‘Over de consequenties daarvan heeft de NZa niet goed nagedacht’, zegt Janko de Jonge, vicevoorzitter van de OMS. ‘Als dit plan doorgaat, verandert de status van de specialisten in het vrije beroep, en zal het heel moeilijk zijn om nog ondernemer te zijn. Specialisten zullen buiten het ziekenhuis willen gaan werken. Het leidt tot onrust en chaos, en dat willen we nu juist niet. Ons gaat het om goede samenhang in de zorg.’
Het Witte Boek beschrijft een samenwerkingsmodel tussen medisch specialisten – in loondienst of in vrij beroep – en ziekenhuizen dat bestaat uit drie componenten die ‘eventueel stapsgewijs’ kunnen worden doorlopen. De minst vergaande vorm is de basishonorering of het basissalaris, waarin de medisch specialisten met de raad van bestuur onderhandelen over hun honorering. Ook kunnen specialisten en bestuurders afspraken maken over gezamenlijk te bereiken doelen, waarna hun beloning daarop wordt aangepast. De meest vergaande vorm van samenwerking is die waarin medisch specialisten mede-eigenaar worden van het ziekenhuis. ‘Het is aan de specialisten zelf om te bekijken welke vorm hun het beste past’, legt De Jonge uit. ‘Waar heb je behoefte aan? Wil je veel of juist weinig risico dragen? Wil je veel zekerheid of kun je toe met minder?’
Behalve het behoud van het vrije ondernemerschap ziet de OMS nog twee voorwaarden om de samenwerking – zeker in de verregaander vormen – tot een succes te maken. Ten eerste moet het wetsvoorstel dat winstuitkering door ziekenhuizen mogelijk maakt, ook daadwerkelijk worden ingevoerd: ‘Dat effent de weg naar mede-eigenaarschap van de medisch specialist.’ Ten tweede moet de Wet normering topinkomens (WNT, met een bezoldigingsmaximum van nu nog 187.340 euro en straks mogelijk 144.000 euro) niet worden uitgebreid naar álle medewerkers in de (semi)publieke sector, waaronder ook medisch specialisten. ‘De OMS voorziet onrust, ontevredenheid en een zoektocht naar constructies om niet onder de WNT te hoeven vallen’, meldt het Witte Boek. ‘Het leidt af van de fundamentele vraagstukken in de instellingen.’
Joost Visser
- Er zijn nog geen reacties
