OM publiceert afdoeningstoelichting euthanasiezaken

Het Openbaar Ministerie (OM) gaat vanaf 2018 zijn beslissing en redenering publiceren bij euthanasiezaken waarin niet wordt vervolgd. Dat blijkt uit de zienswijze die het OM heeft ingestuurd voor de hoorzitting Euthanasie vandaag van de vaste commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tot 2016 werden afdoeningsbeslissingen van het OM kort vermeld in het jaarverslag van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). Mede naar aanleiding van Kamervragen, ‘waaruit soms onbegrip valt af te lezen over de genomen beslissing’, aldus het OM, is in overleg met de RTE besloten afdoeningsbeslissingen te publiceren. Doel is inzicht geven in de manier waarop een zaak is beoordeeld waarbij ‘uit piëteit voor nabestaanden van de overledene, niet te veel in detail wordt getreden’. Dit gebeurt jaarlijks in het jaarbericht, voor het eerst in het Jaarbericht 2017, dat begin 2018 verschijnt.

Als de RTE oordelen dat in een euthanasiecasus niet volgens de zorgvuldigheidseisen is gehandeld, worden Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en OM op de hoogte gesteld. Hoewel het OM zo’n zaak altijd bekijkt, leidde dat niet tot vervolging voor overtreding van de euthanasiewet. Maar eind september maakte het OM bekend voor het eerst een strafrechtelijk onderzoek uit te voeren. Dit gebeurt in de zaak met nummer 2016-85, van een ernstig demente, wilsonbekwame vrouw van 74 jaar.

In het document laat het OM ook weten zaken voortaan sneller te willen beoordelen. Met de RTE en de inspectie is daarnaast afgesproken zaken vaker onderling te bespreken. In mei maakte het OM al de vernieuwde ‘Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake levensbeëindiging op verzoek’ openbaar, waarin ‘vervolging, tenzij’ het uitgangspunt is bij zaken die door de RTE als onzorgvuldig zijn beoordeeld.