NZa voorspelt huisartsentekort

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vreest in de nabije toekomst voor een tekort aan huisartsen. Ze wil dan ook dat toetreding van nieuwkomers makkelijker wordt.

In de vorige week verschenen ‘Monitor Huisartsenzorg 2008’, waarmee de NZa de minister van VWS adviseert over de ontwikkelingen op de huisartsenmarkt, wordt geschetst dat veel mannelijke (fulltime) huisartsen zullen uittreden, en slechts deels zullen worden vervangen door jonge vrouwelijke huisartsen omdat zij veelal parttime werken. In combinatie met de vergrijzing kan dit de komende jaren leiden tot een tekort aan huisartsenzorg. Dit vindt de NZa zeer onwenselijk.

Uit de analyse in de monitor blijkt bovendien dat de vrije toetreding van nieuwkomers in de huisartsenzorg beperkt is. De NZa adviseert daarom de regelgeving aan te passen, waarmee belemmeringen voor toetreding van nieuwe spelers worden weggenomen. Daarnaast pleit de NZa voor vergroting van het aantal opleidingsplaatsen en voor het aanspreken van de zogeheten ‘verborgen capaciteit’. Daarbij moet worden gedacht aan het inzetten van gepensioneerde huisartsen, basisartsen, sportartsen en arbo-artsen die geen eigen praktijk hebben of meer willen gaan werken. 

De NZa steekt ook de hand in eigen boezem en wil dit jaar de eigen beleidsregels aanpassen, zodat ook andere zorgaanbieders huisartsenzorg kunnen leveren. Volgens de Zorgverzekeringswet is er geen inschrijfplicht van verzekerden om huisartsenzorg te ontvangen.

Er zijn dus wettelijke mogelijkheden om passantentarieven open te stellen voor andere zorgaanbieders. Maar de huidige regels van de Zorgautoriteit beperken het gebruik van passantentarieven in de huisartsenzorg voor incidentele en acute hulp aan niet-ingeschrevenen. De NZa overweegt nu deze beperking op te heffen.

De directeur van het Capaciteitsorgaan, Victor Slenter, deelt de zorgen van de NZa niet. ‘Het klopt dat veel mannelijke huisartsen binnenkort stoppen en dat veel vrouwelijke parttimers instromen’, zegt hij.

‘Maar dat betekent nog niet dat er tekorten zullen ontstaan.’ Met deze demografische verschuiving in de huisartsenpopulatie houdt het Capaciteitsorgaan namelijk al jaren rekening in zijn ramingen. Inderdaad zijn er het komende decennium veel meer huisartsen nodig (ongeveer 4000 meer dan nu) om het benodigde aantal fte’s te vervullen. Maar de instroom van de opleidingen is ook al ‘gigantisch gestegen’, zegt Slenter. ‘En er zijn genoeg basisartsen met belangstelling voor de huisartsenopleiding.’ Ook het inzetten van de verborgen capaciteit lijkt hem niet nodig. ‘Het aantal huisartsen dat naar een praktijk zoekt, is de laatste jaren ook gestegen, van ruim driehonderd naar zo’n vijfhonderd’, zegt Slenter. ‘Onze ramingen wijzen al met al op een evenwicht.’

Sinds de invoering van de nieuwe bekostigingsstructuur in 2006 zijn de kosten van de huisartsenzorg sterk gestegen, meldt de NZa. De gemiddelde omzet per huisarts steeg tussen 2005 en 2007 met ruim 50.000 euro. Uit het lopende kostenonderzoek huisartsenzorg, dat in april klaar moet zijn, moet blijken of ook de kosten zijn gestegen of dat het hier louter om een inkomensstijging gaat. Eveline Brandt

www.nza.nl, klikken naar ‘nieuws’