Laatste nieuws
Linda van Tilburg
2 minuten leestijd
Nieuws

Nurse practitioners weer naar school

1 reactie

Ervaren nurse practitioners die de registratie verpleegkundig specialist willen krijgen, moeten daartoe een uitvoerig portfolio indienen en mogelijk opnieuw de schoolbanken in.

Op de mammapoli van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hebben ze er geen goed woord voor over. ‘Een bureaucratische regel die volstrekt losstaat van de praktijk’, vindt chirurg Gerrit Jan Liefers. De nurse practitioner, sinds 2004 in het bezit van het masterdiploma en zelf sindsdien begeleider van twee nurse practitioners in opleiding, moet een omslachtig traject in om erkend te worden als verpleegkundig specialist.

Het gaat om de overgangsregeling die is ingesteld door het College Specialismen Verpleegkunde (CSV): verpleegkundigen die vóór 2006 het diploma nurse practitioner hebben behaald, moeten laten toetsen of de inhoud van hun opleiding voldoet aan de eisen die nu worden gesteld aan de verpleegkundig specialist. Daartoe moeten ze een portfolio indienen bij een assessmentcenter, waarin onder meer vijf klinische beoordelingen door een medicus en drie uitgewerkte casussen van gebleken bekwaamheid.

‘Onze nurse practitioner functioneert meer dan uitstekend’, zegt Liefers. ‘Wij vinden het onzin dat er zoveel werk moet worden gedaan om haar registratie voor elkaar te krijgen. Die assessmentcommissie is nergens voor nodig. Men zou gewoon moeten kijken of nurse practitioners in de praktijk goed functioneren. Bij wijze van spreken een telefoontje plegen naar de medici en als wij onze goedkeuring geven, haar die erkenning geven. Nu worden de zaken omgedraaid: er moet van alles worden bewezen zonder dat er überhaupt een probleem is in de praktijk.’ Liefers noemt de scheidslijn van 2006 ‘volstrekt arbitrair’. ‘Het gaat om competenties, daar heeft de ouderdom van het diploma niets mee te maken. Wij hebben nu de situatie dat de mensen die zijn begeleid door de nurse practitioner hun registratie makkelijker kunnen verkrijgen dan zijzelf.’

Monique Verkerk van het Assessment Center Verpleegkundig Specialist bestrijdt dat. ‘Die grens van 2006 heeft vooral te maken met het feit dat daarvóór grote verschillen bestonden in het farmacologieonderwijs. Op sommige opleidingen tot nurse practitioner werd er maar een middag aan besteed, op andere een week. Het portfolio dat we vragen, is inderdaad uitvoerig, maar het is ook belangrijk. Het gaat wel om de kwaliteit van patiëntenzorg.’

In Leiden heeft de nurse practitioner het portfolio ingediend en de registratie zonder verdere scholing verkregen. ‘We moesten er wel in meegaan’, zegt Liefers. ‘We willen niet met ongecertificeerd personeel zitten.’ Linda van Tilburg

Meer nieuws

Nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • R.J.A. ten Doesschate, P.J.M. Koopman

    ,

    Hbo-opgeleide verpleegkundigen voor wie weinig andere carrièremogelijkheden bestaan dan een promotie tot leidinggevende, maken graag gebruik van een nieuw carrièreperspectief via de opleiding Advanced Nursing Practice. Daarmee schuiven zij echter op ...in de richting van het medische domein. Men kan nurse practitioners daarmee beschouwen als hbo-opgeleiden binnen de medische beroepsgroep, zij het dat de Wet BIG dit beroep niet kent.

    Het is de vraag of het verstandig is geweest om het tekort aan artsen aan te vullen vanuit een aanpalende, even schaarse, beroepsgroep: hbo-verpleegkundigen. Dat is slecht personeelsbeleid. Wellicht is het verstandiger om te kiezen voor de nieuwe opleiding tot een medische functie op hbo-niveau, de physician assistant, de hbo-master geneeskunde.1

    De nurse practitioners willen zich laten inschrijven in het register voor verpleegkundig specialisten om op die manier hun beroepsuitoefening op expertniveau ook voor de Wet BIG te legitimeren.2 Uit het eerder genoemde artikel blijkt ook dat een aantal van hen daarin slaagt. Hier zijn wel vraagtekens bij te zetten. De opleiding tot verpleegkundig specialist en het openstellen van het specialistenregister is bedoeld om hbo-verpleegkundigen te kwalificeren tot het verrichten van complexe verpleegkundige taken, vooral binnen het verpleegkundig domein. Het is geen verkapte managementopleiding en zeker geen verkapte opleiding tot hbo-arts.

    Verpleegkundig specialisten zijn in staat om (zeer) complexe verpleegproblemen te hanteren en dat is beslist iets anders dan het verrichten van eenvoudige, routineuze medische activiteiten.

    Schoenmaker blijf bij je leest; verpleegkundig specialisten moeten zich bezighouden met complexe verpleegproblemen, die zijn ingewikkeld genoeg. Voor het verrichten van medische taken die niet per se door een arts uitgevoerd hoeven te worden, verdient het aanbeveling om na te denken over de inzet van de nieuwe functieopleiding binnen het medische domein, de physician assistant (PA).

    Groesbeek, februari 2010

    R.J.A. ten Doesschate, psychiater

    P.J.M. Koopman, verpleegkundige



    Noten:

    1. De vereniging van PA in Nederland vermeldt (www.physicianassistant.nl): ‘De physician assistant (PA) verleent op hbo-masterniveau medische zorg binnen een deelgebied van de geneeskunde. De PA is in Nederland geïntroduceerd om een bijdrage te leveren aan de opvang van de sterk toenemende vraag naar medische zorg. Het gaat hierbij voornamelijk om het overnemen van (geprotocolleerde) medische standaardtaken van artsen (taakherschikking/substitutie). Daarnaast levert de PA een bijdrage aan de kwaliteit van zorg, met name waar het de continuïteit van die zorg betreft.

    De grenzen van het werkgebied van de PA worden bepaald door de specifieke gedelegeerde medische taken, zoals die met een superviserend specialist of arts zijn overeengekomen en in een heldere taakomschrijving zijn vastgelegd. De werkzaamheden reiken van geneeskundige basistaken tot medisch specialistische taken binnen het geneeskundig proces van anamnese, onderzoek en behandeling. Op het afgesproken werkterrein handelt de PA zelfstandig en draagt deze verantwoordelijkheid voor de behandeling van patiënten. Waar de bevoegdheidsgrens precies wordt gelegd, is afhankelijk van o.a. de beleidskaders van een gezondheidszorginstelling, de functionele aanwijzingen van de superviserende specialist/arts en de gebleken bekwaamheid van de individuele PA. Wettelijke bepalingen over de bevoegdheden van de PA, waaronder het voorschrijven van medicijnen en het verrichten van medische handelingen, zullen worden opgenomen in een experimenteerartikel binnen de wet BIG.’

    2. De nationale beroepsvereniging van verpleegkundigen, V&Vn, heeft een college Specialismen Verpleegkunde (CSV) ingesteld en dit college heeft besloten om op het gebied van de algemene gezondheidszorg vier verpleegkundig specialismen aan te wijzen: preventieve zorg, acute zorg, intensieve zorg en chronische zorg. Verder heeft het CSV een specialisme geestelijke gezondheidszorg ingesteld. In totaal zijn in 2009 dus vijf specialismen na het basisberoep van verpleegkundige formeel ingevolge de Wet BIG als specialist erkend. Een geregistreerd verpleegkundig specialist is een verpleegkundige die na een door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) erkende post-hbo-verpleegkundige beroepsopleiding (master of applied nursing science) én ervaring op het niveau van expert wordt ingezet voor een omschreven categorie patiënten waarmee zij zelfstandig een individuele behandelrelatie aangaat. Vanuit het perspectief van de patiënt worden care en cure geïntegreerd aangeboden ter bevordering van de continuïteit en kwaliteit van zowel zorg als behandeling, het vermogen tot zelfmanagement en de kwaliteit van leven.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.