NOAC’s vergoed bij boezemfibrilleren

Minister Schippers besluit vandaag over de vergoeding van de nieuwe orale anticoagulantia bij boezemfibrilleren, rond lunchtijd verschijnt het persbericht.

De voorwaarden voor de vergoeding staan in een protocol, dat de Orde met een aantal artsenverenigingen heeft geschreven. Met de nieuwe orale anticoagulantia hoeven mensen zich niet meer te (laten) prikken voor INR-controle. Klinisch zijn er nog vragen over bloedingsrisico, gebruik bij slechte nierfunctie, effect op leverfunctie en andere risico’s. Daarbij zijn de middelen flink duurder dan de huidige coumarines, zelfs inclusief de kosten van de trombosediensten.

Niet gek dus dat er al maanden wordt gesteggeld over de vergoeding van de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s) bij boezemfibrilleren. Minister Schippers van VWS was al een tijdje in onderhandeling met de fabrikanten over de financiële voorwaarden voor opname in het pakket. Dat heeft mogelijk effect gehad op de kosten die het College voor Zorgverzekeringen heeft geschat op 78 tot 156 miljoen euro.

De Gezondheidsraad heeft deze zomer aanbevolen dat artsen deze middelen in de praktijk moeten onderzoeken, onder leiding van ZonMw. In afwachting van de beslissing over vergoeding betaalden Boehringer Ingelheim en Bayer de extra kosten terug aan patiënten die de nieuwe middelen gebruiken voor atriumfibrilleren. Voor dabigatran (Pradaxa) van Boehringer Ingelheim zijn er al een paar duizend mensen die zo het middel vergoed krijgen.

Martin Schalij, voorzitter van het bestuur van de cardiologenvereniging NVVC, maakte zich boos over deze vervroegde vergoeding door de fabrikanten: ‘Het is bizar dat het nu al wordt geïntroduceerd. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. En dat terwijl we de trombosediensten hebben, dus er is geen acute noodzaak, en niemand op de Spoedeisende Hulp wet wat je moet doen bij een bloeding’, aldus Schalij.

Heleen Croonen

Lees ook:

Twijfels over nieuwe antistolling