Laatste nieuws
Eva Nyst
5 minuten leestijd
Achter het nieuws

Nieuwe Euthanasiecode wijst op valkuilen

3 reacties
Phil Nijhuis/Hollandse Hoogte
Phil Nijhuis/Hollandse Hoogte

De voorzitter van de toetsingscommissies euthanasie, Jacob Kohnstamm, presenteerde deze week bij het jaarverslag de nieuwe Euthanasiecode. Artsen die euthanasie uitvoeren bij patiënten met gevorderde dementie, moeten dit voortaan altijd komen toelichten bij de RTE.

Binnenkort ploft-ie bij alle veertienduizend Nederlandse huisartsen op de mat: de nieuwe Euthanasiecode van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). Het is een actualisering van de Code of Practice uit 2015, met een nieuwe naam en een index. De euthanasiewet zelf is sinds 2002 niet veranderd, maar op basis van bijvoorbeeld een uitspraak van de tuchtrechter – een arts die geen euthanasie wil uitvoeren moet dit zo vroeg mogelijk duidelijk maken – en op basis van voortschrijdend inzicht bij de RTE – de consulent moet de patiënt ook alleen spreken – zijn ‘preciseringen’ aangebracht in het document dat de ‘toetsingspraktijk toelicht’.

Voltooid leven

Zo is een duidelijker onderscheid gemaakt tussen de voltooidlevenproblematiek enerzijds en de stapeling van ouderdomsklachten anderzijds. Want zelfs artsen weten vaak niet wat wordt bedoeld met voltooid leven, zegt Kohnstamm. Hij zag het onlangs nog: een meldend arts sprak van ‘voltooid leven’ bij een patiënt met uitbehandelde kanker. ‘Bij ons rezen de haren te berge bij deze woorden, maar in dit geval was er helemaal geen sprake van een patiënt die “oud en der dagen zat” was.’ Hij benadrukt nog eens dat euthanasie in geval van voltooid leven niet is toegestaan. Wel kan een patiënt euthanasie vragen vanwege een stapeling van ouderdomsaandoeningen. Dan is er sprake van een medische grondslag.

Premedicatie

Een passage waar ‘onwaarschijnlijk hard aan is gesleuteld, zonder dat die echt bevredigend is’, gaat over premedicatie bij euthanasie op basis van een schriftelijke wilsverklaring, vertelt Kohnstamm. Waar volgens de oude Code of Practice de eis van een medisch zorgvuldige uitvoering ‘geen bijzonderheden’ opleverde bij een schriftelijk verzoek, ziet de nieuwe Euthanasiecode risico’s. Want als een vergevorderd demente patiënt zich van de uitvoering van de euthanasie niet meer bewust is, kan hij als reactie op pijn of van schrik weerstand lijken te bieden. Precies dat deed zich voor in de eerste zaak waarnaar het Openbaar Ministerie strafrechtelijk onderzoek doet, zaak 2016-85. De nieuwe code formuleert omzichtig dat premedicatie onderdeel kan zijn van goed medisch handelen: ‘De wet noch de wetsgeschiedenis bieden aanknopingspunten hoe dan te handelen. Algemene regels zijn op dit punt daarom niet te geven. Als de arts verwacht dat de patiënt bij de uitvoering met pijn- of schrikreacties zou kunnen reageren, is het geven van premedicatie (bijvoorbeeld midazolam) niet ongebruikelijk.’ Goede dossiervorming is onontbeerlijk voor de beoordeling, benadrukt de RTE.

Schriftelijke wilsverklaring

De RTE ziet naast de behoefte aan premedicatie meer haken en ogen aan euthanasie bij gevorderde dementie, maar de wet staat dit via een schriftelijke wilsverklaring wel toe. Het lag maatschappelijk al op een goudschaaltje toen begin 2017 ruim 450 artsen de petitie ‘Niet stiekem bij dementie’ ondertekenden. Ethicus Berna van Baarsen stapte uit de RTE omdat ze het niet eens was met het wetsartikel dat dit mogelijk maakt. Dat leverde een golf aan reacties op van artsen die het met haar eens waren. Kohnstamm betreurt het vertrek van Van Baarsen uit zijn commissie, maar zegt: ‘Het verwijt dat wij ons aan de wet houden, vind ik een compliment.’ En dan startte ook nog het strafrechtelijk onderzoek naar zaak 2016-85 van een diepdemente vrouw met een wilsverklaring. De RTE maakt in de nieuwe code in een voetnoot bekend dat artsen die wilsonbekwame patiënten met een wilsverklaring euthanaseren standaard worden uitgenodigd voor een mondelinge toelichting. Niet ter ontmoediging, aldus Kohnstamm, maar om zicht te krijgen op zo’n complexe zaak. De RTE heeft immers ‘maar zeer beperkt ervaring’ met dergelijke zaken – drie in 2016 en drie in 2017. ‘Oordeelsvorming hierover is nog in ontwikkeling’, waarschuwt de Euthanasiecode. Volgens Kohnstamm was dit de bedoeling van de wetgever: ‘De wet beschrijft dingen in abstractie om ruimte te laten voor nieuwe inzichten in de medische praktijk.’ Te midden van deze turbulentie was het RTE-oordeel over zaak 2016-85 desalniettemin: ‘onzorgvuldig’. Kohnstamm: ‘In het geval van 2016-85 kreeg de patiënt niet alleen premedicatie, maar werd ze ook door de familie vastgehouden zodat de arts het euthanaticum kon inspuiten. Daarbij was de wilsverklaring niet eenduidig. We publiceren binnenkort overigens een casus op basis van een schriftelijke wilsverklaring die naar ons oordeel zorgvuldig is verlopen. Het kan dus wel.’

Het verwijt dat wij ons aan de wet houden, vind ik een compliment

Psychiatrische patiënten

Ook de passages over psychiatrie zijn in de code aangepast. Naast de reguliere SCEN-arts moet bij deze patiënten nu altijd een psychiater worden geraadpleegd. In de nieuwe tekst staat dat als het raadplegen van zowel een deskundige als een consulent een ‘onoverkomelijke’ belasting voor de patiënt betekent, dat één persoon mag zijn. Voorheen stond daar ‘onnodige’ belasting. De Euthanasiecode kent geen invloeden van de herziene euthanasierichtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), zegt Kohnstamm. De publicatie daarvan laat al een tijdje op zich wachten. ‘We volgen dat op gepaste afstand. Wij zijn niet gebonden aan richtlijnen, wel aan de wet. We nemen ze wel mee, maar stel dat de NVvP besluit dat alleen de eigen, behandelend psychiater euthanasie mag uitvoeren. Dan moet eerst de wet worden veranderd voor we ons daaraan gaan houden, want die zegt nu niet dat het de behandelend geneesheer moet zijn.’

Openbaar Ministerie

Behalve met beroepsorganisaties heeft de RTE ook nog te maken met het Openbaar Ministerie. De gevolgen van de strafrechtelijke onderzoeken door het OM volgt de RTE nauwlettend. Kohnstamm: ‘Stel dat er een zaak komt waarbij de rechter tot vrijspraak komt, dan heeft dat consequenties voor onze oordeelsvorming over nieuwe meldingen. Het uitspreken van een onzorgvuldigheidsoordeel doen we al heel nauwkeurig, dus daarin zal dit onderzoek geen verandering brengen. Wel horen we dat het onder artsen sterk leeft. Nu vier zaken tegelijk in de publiciteit zijn gekomen, worden artsen misschien terughoudender met euthanasie.’ Om artsen te ontzien is Kohnstamm voorstander van cassatie in het belang der wet, waarbij een rechterlijke uitspraak wordt gevraagd over het oordeel van de RTE zonder dat de arts voor de rechter komt. ‘Dat pleidooi heeft aan actualiteitswaarde gewonnen nu het OM onderzoeken aankondigt en de derde evaluatiecommissie van de euthanasiewet bovendien aanbeveelt hiervan studie te maken’, zegt Kohnstamm. Strafrechtelijk onderzoek doen is het recht van het OM, stelt hij. ‘Alleen is de vraag of deze casussen zich lenen voor het van strafbankje naar strafbankje zeulen van een arts. Dat stuit mij tegen de borst. Terwijl de vraag gerechtigd is of ons onzorgvuldigheidsoordeel volgens de hoogste rechtsinstantie juist is geweest. Procureur-generaal Rinus Otte stelde voor dat euthanasiezaken bijvoorbeeld buiten de rechter om door het OM kunnen worden afgedaan. Ik ben er meer voor om zaken met nieuwe rechtsvragen, bijvoorbeeld 2016-85, direct aan de Hoge Raad voor te leggen.’

zie ook

download dit artikel(pdf)

Achter het nieuws euthanasie Jacob Kohnstamm
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Theo Matthijssen

    gepensioneerd rechter, Austerlitz

    Euthanasie is alleen toegestaan als de arts met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing is. Blijkens de wetsgeschiedenis zijn palliatieve zorg en opname in een verpleeg...huis uitsluitend ter verdere verzorging geen redelijke andere oplossingen.

    De regering heeft destijds de volgende toelichting gegeven:
    ‘Een behandelingsperspectief is reëel als (a) er naar huidig medisch inzicht bij adequate behandeling zicht op verbetering is, (b) binnen afzienbare termijn, (c) met een redelijke verhouding tussen de te verwachten resultaten en de belasting van de behandeling voor de patiënt. Uitgaande van bovenstaande elementen is bijvoorbeeld opname in een verpleeghuis uitsluitend ter verdere verzorging niet aan te merken als een reëel behandelingsperspectief.
    […]
    Verdere verzorging en behandeling van de patiënt zullen dan uitsluitend gericht kunnen zijn op het voorkomen en verlichten van lijden. Deze veelomvattende zorg, doorgaans aangeduid met de term palliatieve zorg, vormt op zichzelf naar ons oordeel niet een «reëel alternatief» waarnaar de Hoge Raad verwijst in het bovengemelde arrest-Chabot. Indien de patiënt zodanige zorg afwijst, terwijl hij verkeert in een situatie die naar medisch vakkundig oordeel uitzichtloos en ondraaglijk is, staat deze afwijzing niet aan inwilliging van een verzoek om levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding in de weg.’
    (Kamerstukken 1999–2000, 26 691, nr. 6, pp. 59-60 en 67)

    Deze twee regels komen niet of onvoldoende tot uitdrukking in de EuthanasieCode 2018 die op 17 mei 2018 is gepubliceerd. Deze code vermeldt niets over opname in een verpleeghuis en is op het onderdeel palliatieve zorg minder duidelijk en stellig dan de wetsgeschiedenis. De vraag is daarom gerechtvaardigd of de toetsingscommissies in haar oordelen wel uitgaan van een juiste rechtsopvatting. Ik denk hierbij onder meer aan de oordelen 2017-31, 2017-79 en 2017-103.

  • Peter van Rijn

    huisarts, niet meer praktiserend, Rheden

    Een valkuil is het zeker ,euthanasie bij vergevorderde dementie uitsluitend op basis van een schriftelijke wilsverklaring. Daar doet een verandering in de code niets aan. Of er nu midazolam wordt gebruikt of stevige familieleden, het blijft een hande...ling van ` levenseindeduwers ` . [Citaat: Ignace Devisch ,MC nr.16 ] Het alsmaar verder willen verruimen van de wetsgrenzen door slimme juristen ,omdat de wet dit nu eenmaal zou toelaten ,is niets anders dan een voorbeeld van het zgn. ` academische kwaad` [Zie: Bettina Stangneth , `Das böse Denken`] Dit betekent niets voor de ethische grenzen van de arts .Die te maken heeft met een actuele patiënt ,die niet aantoonbaar lijdt ,zich niet bewust is van een ooit schriftelijk geuite stervenswens en geen aantoonbaar verlangen heeft om nu daadwerkelijk te worden gedood. De arts ,die zich desondanks beroept op zo`n document dat zijn actuele inhoud verloren heeft , is geen goede dokter ,maar een door kille kadaverdiscipline gedreven rijksambtenaar. Dat dokters in zo`n geval hoe dan ook terughoudender zouden worden met euthanasie is in ieder geval een zegen .

  • Maarten Vasbinder

    médico familiar e comunitario, Ubon Ratchathani

    Als de overheid zich met iets gaat bemoeien, komt er voor elke oplossing een alsmaar groeiend dossier vol problemen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.