Nieuwe behandeling bij therapieresistente tachycardie

Amerikaanse onderzoekers behandelden vijf patiënten met therapieresistente ventriculaire tachycardie met precisiebestraling. Het resultaat: significant minder episodes van tachycardie en minder gebruik van antiaritmica. De veelbelovende resultaten van Phillip Cuculich e.a. zijn afgelopen week gepubliceerd in NEJM.

Wanneer artsen ventriculaire tachycardie niet onder controle krijgen met medicatie of een icd is katheterablatie de volgende stap. Nadelen van deze behandeling zijn de hoge herhalingskans van 50 procent na zes maanden en de hoge kans op complicaties tijdens en na de procedure. De herhalingskans is zo hoog, omdat het vaak niet lukt de exacte lokalisatie van het triggerpunt te bepalen en het lastig is de juiste frequentie te gebruiken om het myocard over de volledige diepte te behandelen. Bij de in het onderzoek gebruikte stereotactic body radiation therapy (SBRT) wordt middels CT en elektrocardiografische beeldvorming zo exact mogelijk de locatie van het te bestralen weefsel bepaald. Hierdoor kan er met een hogere dosering en minder bijkomende schade worden behandeld. SBRT wordt nu voornamelijk gebruikt voor het behandelen van kleine tumoren die niet goed chirurgisch te verwijderen zijn.

Cuculich e.a. selecteerden vijf patiënten voor SBRT. Alle patiënten hadden ondanks hun icd en katheterablatie nog minstens drie keer in de drie maanden voor de behandeling last gehad van tachycardie. De vijf patiënten maakten in de vijftien patiëntmaanden voor de behandeling 6577 episodes van tachycardie door. De zes weken direct na de behandeling, waarin aritmieën kunnen optreden als effect van de behandeling, traden 680 episodes op. In de 46 patiëntmaanden daarna werden nog maar vier episodes van tachycardie vermeld; een afname van 99,9 procent. Gedurende de follow-up van twaalf maanden hadden vier van de vijf patiënten geen antiaritmica meer nodig. Eén patiënt herstartte amiodaron zes maanden na de ingreep.

DOI 10.156/NEJMoa1613773