Nieuw type biologische hartklep bij jonge patiënt geplaatst

Thoraxchirurg Willem Suyker (UMCU) heeft een nieuw type biologische aortaklep geplaatst bij een jonge patiënte. Het UMCU bracht dit bericht vandaag naar buiten. Voor zover bekend is het de eerste keer dat deze klep in de Benelux is toegepast. In de berichtgeving door sommige media werd de technologie te rooskleurig voorgesteld.

Het gaat om een zogenaamde Inspiris Resilia-klep van de firma Edwards Lifesciences. De klep bestaat uit rundermateriaal, wat al veel langer voor biologische kleppen wordt gebruikt. Het nieuwe aan dit product is de manier waarop het materiaal is behandeld, vertelt hoogleraar Suyker: ‘Om een biologische klep te preserveren wordt meestal een op glutaraldehyde gebaseerd proces gebruikt. Achterblijvende aldehyderesten zijn echter geassocieerd met latere kalkafzettingen. Huidige anticalcificatieprocedés gaan dat tegen en leveren goed bruikbare kleppen op voor patiënten boven ongeveer 65 jaar. Bij jongere patiënten stellen deze kleppen vaak teleur, voornamelijk door toch optredende verkalkingen. In de nieuwe kleppen wordt gebruikgemaakt van een nieuw preservatieproces, waarbij vrijwel geen actieve preservatiechemicaliën aanwezig zijn met een aanmerkelijke verdere reductie van de verkalkingsneiging.’ Dat is voor jongere patiënten van groot belang, zegt Suyker: ‘Bij oudere patiënten kunnen biologische kleppen gemiddeld vijftien tot twintig jaar mee, maar bij jongere patiënten is dat aanzienlijk minder. Ik heb meegemaakt dat ik een klep na vijf jaar moest vervangen bij een jonge vrouw. De reden daarvoor is waarschijnlijk dat de mechanische belasting bij jonge mensen hoger is en mogelijk is er ook sprake van een laaggradige afstoting.’

De klep die Suyker bij een sportieve vrouw van 26 heeft geïmplanteerd, is nog maar net commercieel verkrijgbaar. Suyker: ‘In diermodellen presteren de nieuwe kleppen beter dan de beste kleppen die tot nu beschikbaar zijn, en de tweejaarsresultaten bij de eerste patiënten die deze kleppen kregen zijn goed. Het is dus een veelbelovende innovatie, maar zoals ik ook zeer nadrukkelijk met de patiënte heb besproken: dat is geen garantie op succes. In theorie kan deze klep zelfs slechter uitpakken dan de bestaande kleppen. Er zijn ook thoraxchirurgen die sceptisch zijn en er vooralsnog niet in geloven.’ Reden waarom Suyker – in samenspraak met de patiënte – toch koos voor de nieuwe techniek is onder meer de hoge kwaliteit van het voorafgaande onderzoek en het feit dat de fabrikant in zijn ogen een vooraanstaand kleppenproducent is. Ook speelde mee  dat een mechanisme is ingebouwd waardoor later percutaan een nieuwe klep van vergelijkbare diameter kan worden geïmplanteerd. Suyker heeft geen financieel belang in het bedrijf.

In berichtgeving over de hartklep werd gesuggereerd dat deze een leven lang mee kon gaan. Suyker: ‘Dat is absoluut verkeerd. We hopen dat de klep 50 procent langer meegaat dan de bestaande kleppen.’