Laatste nieuws
Sophie Broersen
6 minuten leestijd
Achter het nieuws

Niet meer de oude na tuchtzaak

6 reacties

ACHTER HET NIEUWS

Kinderartsen die een tuchtzaak hebben meegemaakt, functioneren nadien duidelijk anders dan daarvoor. En vaak niet beter. Ongeacht de uitkomst van de zaak. Het perspectief van de arts verdient meer aandacht, vinden Martine de Vries en Wendela Leeuwenburgh.

Kinderartsen Martine de Vries (LUMC) en Wendela Leeuwenburgh (AMC) hebben zelf geen tuchtklacht meegemaakt, maar wel gezien wat het doet met collega’s die het overkomt. ‘Het komt vaak als een schok, zo’n envelop van het tuchtcollege’, zegt Leeuwenburgh. ‘Heel vaak verwacht je helemaal geen klacht. En wat dan? De meeste artsen hebben geen idee, zijn er totaal niet op voorbereid. Hoe schrijf je een verweerschrift? Hoe lang duurt zo’n zaak?’ De Vries: ‘Er is eigenlijk heel weinig informatie beschikbaar voor artsen die dit meemaken. Boeken over tuchtrecht zijn geschreven vanuit het perspectief van de klager. Of het gaat over de les die uit de tuchtzaak te leren valt. Het gaat te weinig over wat het doet met artsen. En onderling hebben we het er te weinig over.’ Het was voor de artsen een belangrijke reden om het boek Tuchtrecht in de kindergeneeskunde te schrijven en samen te stellen. Leeuwenburgh: ‘We hebben het zo willen schrijven dat artsen beter voorbereid zijn op wat er gebeurt als ze een tuchtklacht krijgen.’

Minder werkplezier
Ze hebben – geholpen door onder meer advocaat Anne Marie de Koning – alle tuchtrechtelijke uitspraken tegen kinderartsen en aiossen kindergeneeskunde van 2001 tot 2014 onder de loep genomen. In het boek beschrijven ze de uitkomsten daarvan, maar ook wat er bij een tuchtzaak komt kijken, wie er als publiek zoal in de rechtszaal kunnen zitten bijvoorbeeld. In het boek staan ook de uitkomsten van een enquête die naar alle leden van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) is gestuurd, waarin gevraagd werd naar hun ervaringen met het tuchtrecht. Er kwamen 24 reacties op binnen. Dat is te weinig om stellige uitspraken te doen over het effect van tuchtrecht, maar de uitkomsten sluiten volgens de twee aan bij internationaal onderzoek. Namelijk: artsen functioneren na het doormaken van een tuchtprocedure, ongeacht de uitkomst, doorgaans minder goed dan daarvoor. Martine de Vries: ‘Het is indrukwekkend om de reacties van de artsen te lezen. Ze schrijven dat ze sindsdien defensiever werken, minder werkplezier hebben, meer aan hun eigen belang, het voorkomen van een klacht, denken, en minder aan de belangen van de patiënt. Dat is nu net níet het doel van het tuchtrecht. Dat hoort immers een kwaliteitsinstrument te zijn, bedoeld om de zorg te verbeteren.’ Leeuwenburgh: ‘De meeste artsen zeggen “achteraf zou ik niet anders gehandeld hebben”. Ze vinden dus niet dat ze iets fout hebben gedaan, en dat is ook vaak zo. En toch heeft de zaak hen veranderd.’

Het is overigens niet zo dat kinderartsen zo vaak voor de tuchtrechter staan. In de dertien onderzochte jaren, vonden er 129 zaken plaats. Per duizend kinderartsen waren dat in 2012 twaalf klachten: weinig in vergelijking met bijvoorbeeld urologen (45 per 1000). Kinderartsen krijgen dus eigenlijk weinig klachten. En dan eindigt driekwart ook nog eens in een ongegrondverklaring. De Vries: ‘Ik denk niet dat we per se minder fout doen dan andere artsen, maar dat het in de communicatie beter gaat dan in sommige andere vakken. Waarschijnlijk omdat we veel tijd en ruimte krijgen om te praten met kind en ouders.’ Leeuwenburgh: ‘Nou, we nemen die tijd en ruimte, daar kiezen we bewust voor.’ De Vries: ‘Een voordeel is dat we op twee niveaus uitleggen, aan ouders en aan kind. De ouders horen het daarom twee keer, waardoor de informatie beter landt.’

Vechtende ex-partners
De problematiek waarmee artsen die met kinderen werken – niet alleen kinderartsen – te maken krijgen, is daarentegen soms ingewikkeld: doorbreken van beroepsgeheim om kindermishandeling te melden, omgaan met gezinsvoogden, vechtende ex-partners, verzoeken om geneeskundige verklaringen voor de Raad voor de Kinderbescherming en andere partijen. Juridische mijnenvelden zijn het. En er wordt flink over geklaagd: een kwart van de onderzochte klachten ging over een melding bij het Advies & Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Verreweg het merendeel van deze klachten werd echter ongegrond verklaard. De Vries: ‘Dat is erg geruststellend. Zeker als de KNMG-meldcode aantoonbaar wordt gevolgd, sta je als kinderarts sterk.’
Een belangrijk advies dat De Vries en Leeuwenburgh hebben voor aangeklaagde artsen: bespreek het met anderen, zoek steun én goede juridische hulp. Leeuwenburgh: ‘Het belang van een goede advocaat is groot. Niet elke advocaat is gespecialiseerd in gezondheidsrecht. En het is ook niet gezegd dat een ziekenhuisjurist dat bij uitstek is: heeft diegene ervaring met tuchtzaken? En is jouw belang wel het belang van het ziekenhuis? Daar moet je over nadenken, zeker als het gaat om zaken waarbij meer speelt dan alleen jouw interactie met de patiënt. En dat zal steeds vaker zo zijn, want je werkt niet alleen, maar in een team, met parttimers, en ingewikkelde problematiek vereist vaak een multidisciplinaire aanpak. Dus zijn er veel mensen betrokken bij een zaak.’

Dossiervoering
Gevraagd naar wat de artsen zélf hebben geleerd van het doornemen van alle tuchtzaken komt goede dossiervoering als eerste naar voren. De Vries: ‘Nog beter opschrijven wat je hebt besproken, met wie, en wat je overwegingen zijn. Ook in acute situaties. Je kunt het je zo goed voorstellen, dat een arts enorm bezig is geweest met een ernstig ziek kind – een casus die we in het boek beschrijven. Dat ze aan de verpleging doorgeeft wat er moet gebeuren en dan kapot naar huis gaat. En pas de volgende ochtend het dossier bijwerkt. Maar hoe moe je ook bent, schrijf het op, al is het kort. Voor de overdracht natuurlijk, maar ook zodat je toetsbaar bent. Want hoe moet een tuchtcollege weten wat jij gedaan hebt, wat je overwegingen waren, als je het niet hebt opgeschreven? Hetzelfde gaat op voor klachtengevoelige situaties: heel goed opletten dat je niet interpreteert, maar alleen objectief beschrijft wat er aan de hand is.’ Een ander leerpunt, zegt Leeuwenburgh: ‘Als je merkt dat er onvrede is, dat patiënten of ouders niet tevreden zijn, bespreek dat. Klaar de lucht. En als je er niet uitkomt: wijs ze op de mogelijkheid om naar een klachtencommissie te stappen. Heel veel klachten die wij zagen hadden beter daar, lokaal, kunnen worden afgehandeld.’


De aios en het tuchtrecht

Een aios kan ook voor de tuchtrechter komen, getuige de zes tuchtzaken tegen aiossen kindergeneeskunde. Dat zijn doorgaans ingewikkelde zaken, want, zoals Leeuwenburgh zegt: ‘Hoe ver reiken de vleugels van de supervisor?’ De Vries: ‘Het is niet zo dat omdat iemand onder supervisie staat, hij of zij nergens verantwoordelijk voor is. Van een basisarts worden bepaalde basiskennis en -vaardigheden verwacht. Maar hoe dat zit naarmate de opleiding vordert, is vaak niet bekend. Wat moet een tweedejaars kunnen, en een vijfdejaars?’ Leeuwenburgh: ‘Nu we steeds meer competentiegericht opleiden, wordt dat duidelijker: pas als een bepaalde competentie is behaald en afgetekend, is iemand daarvoor volledig verantwoordelijk.’



Sophie Broersen, Medisch Contact
s.broersen@medischcontact.nl


 

Het boek

Het boek Tuchtrecht in de kindergeneeskunde. Een praktisch overzicht voor professionals in de zorg voor minderjarigen is een initiatief van de Commissie Kinderarts, Ethiek en Recht van de NVK. Martine de Vries is voorzitter, Wendela Leeuwenburgh lid van deze commissie.

Bestel direct bij bol.com: Paperback 19,50 euro

Koop bij bol.com

© David Rozing | Hollandse Hoogte
© David Rozing | Hollandse Hoogte
Achter het nieuws recht Tuchtrecht functioneren kindergeneeskunde Kinderartsen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • J. Vos

    huisarts, BREDA Nederland

    Geachte heer vd Pol, Amiz Delft is de naam van uw bedrijf, voor counseling en ondersteuning. Uw verdere reactie leidt ernstig door het toevoegen van dit commerciele tintje. De site van egodepletie heeft ook de schijn tegen aangezien het een 1-pagina ...site is die een boek aanbeveelt...

  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker en counselor, Delft

    Er is een begrip dat mogelijk de situatie voor artsen goed weergeeft. Egodeletie. Jezelf niet meer hervinden en herpakken betekent het. De nare gedachte aan de tuchtzaak speelt steeds op. Zie www. egodepletie.nl

  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker en counselor, Delft

    Amiz Delft is geen bureau. Het een naam voor hulpverlening. Oh.oh, je wilt mensen bijstaan en helpen en krijgt het reclame-etiket opgeplakt. Voor dit probleem heb ik nog geen oplossing gevonden. Belangeloosheid is een begrip dat kennelijk niet past i...n onze zakelijke commerciële wereld.

  • M.H.C. Kahn

    radioloog, BERGEN OP ZOOM Nederland

    Interessante reactie van dhr. van der Pol Waarbij hij zijn eigen bureau Amiz Delft aanprijst. Dit is gewoon reclame. Zo'n reactie hoort hier niet thuis.

  • M.H.C. Kahn

    radioloog, BERGEN OP ZOOM Nederland

    Interessante reactie van dhr. van der Pol Waarbij hij zijn eigen bureau Amiz Delft aanprijst. Dit is gewoon reclame. Zo'n reactie hoort hier niet thuis.

  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker en counselor, Delft

    Als lid van het regionaal tuchtcollege wil ik graag enkele kanttekeningen maken. Ik vind de titel van het boek erg zwaar en doet erg tuchtelijk aan. Het is goed om het tuchtrecht te kennen en vooral de praktijk, de gang van zaken bij een klacht, een ...mondelinge behandeling van de zaak en eventueel de zitting zelf. Het beste vind ik het bijwonen van een zitting als toehoorder. Dat is erg leerzaam. Maar nog nooit heb ik een collega in de zaal ter zitting als toehoorder aangetroffen. Dat is vreemd, want de meeste zittingen zijn openbaar. Je moet wel regelmatig vragen bij de rechtbank naar de "rol" van de tuchtzaken. Ter zitting merk je dan dat de rol van een advocaat heel betrekkelijk is en vaak onnodig duur. Handig is de advocaat voor het schrijven van het repliek en dupliek en evt het pleidooi. Maar medisch inhoudelijk komt het college net zo ver met de verweerder zonder advocaat. Het is tenslotte geen civiele zaak of strafzaak. Het college is aardig en toetst het gebeurde heel vakkundig. Het tuchtcollege is eerder een toetscollege dan een tuchtcollege. Met de auteur ben ik het eens dat de individuele arts moet zorgen voor de kwaliteit van de gehele gezondheidszorg (gechargeerd). Maar zo luidt het normcriterium van het tuchtrecht nu eenmaal. Het is vreemd dat het veel doet met artsen. Begeleiding door een ervaren professional (bijvoorbeeld Amiz Delft) vanaf de aanvang van de klacht is het beste om dat te voorkomen. Een andere tip is het benaderen van een arts/specialist als lid van het college, uiteraard een ander die de zaak in kwestie moet beoordelen. De uitspraken van tuchtzaken zijn geanonimiseerd op de site Rechtspraak.nl te vinden. Maar elke zaak is anders. Vrees voor een tuchtzaak en een rot gevoel achteraf is volstrekt onnodig. Het lezen van uitspraken en boeken is echter geen echte hulp om van dat gevoel af te komen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.