Laatste nieuws
Twan van Venrooij
2 minuten leestijd
Nieuws

‘Niet iedereen heeft een depressie’

Plaats een reactie

Niet iedereen die met psychische klachten bij de huisarts komt, heeft baat bij een psychiatrische behandeling. Bij patiënten met symptomen van een psychische stoornis maar die geen echte depressie of angststoornis hebben, is een benadering vanuit de huisartsenpraktijk waarschijnlijk beter geschikt, stelt Peter Verhaak in zijn oratie. Hij aanvaardt vandaag het hoogleraarschap Huisartsgeneeskunde aan het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Verhaak pleit ervoor dat huisartsen onderscheid maken tussen patiënten met ernstige psychische klachten en patiënten met ‘slechts’ verschijnselen die daarop lijken. Een belangrijke reden daarvoor is dat de resultaten van de behandeling van alledaagse psychische problemen in de eerste lijn achterblijven bij de verwachtingen uit wetenschappelijk onderzoek. Want ondanks effectieve behandelingen voor met name depressie, vermindert het aantal mensen met een depressie in de bevolking niet.

Een verklaring voor deze zogenoemde depressieparadox is mogelijk dat de psychische problemen in de huisartsenpraktijk niet goed vergelijkbaar zijn met de problemen waarvoor in de specialistische GGZ effectieve behandeling bestaan, stelt Verhaak. ‘Therapieën om angststoornissen en depressie te behandelen zijn ontwikkeld en getest in een specialistische omgeving, op populaties die voldeden aan de criteria voor de ideaaltypische “ziekte”. Wanneer dat het geval is, zal de aanwezigheid van klinische symptomen traceerbaar zijn in fysiologische processen in de hersenen en samenvallen met de beperkingen en de beleving van de patiënt. In een meer algemene omgeving is dat verband veel minder sterk.’

De groep patiënten met echte psychiatrische ziekte moet natuurlijk de juiste behandeling krijgen, maar bij de andere groep zouden huisartsen terughoudend moeten zijn met het stellen van een diagnose, bepleit Verhaak. ‘De diagnose depressie leidt er namelijk toe dat zowel patiënten als hun omgeving zich gaan gedragen naar die diagnose. Die diagnose krijgt een onafhankelijk bestaan en de patiënt moet afwachten of de medicatie of een andere therapie het de baas zal worden. Als dit vervolgens niet werkt, zal het gevoel van machteloosheid alleen toenemen. Als het wel werkt, is het de vraag wanneer de patiënt weer zonder kan.’

Verhaak verwacht dat dergelijke patiënten in de toekomst in samenwerking met eerstelijnspsychologen, maatschappelijk werkers en sociaal psychiatrisch verpleegkundigen behandeld kunnen worden. Maar ook in deze basis-GGZ, zoals Verhaak dit noemt, moet men terughoudend zijn bij voor de hand liggende psychische diagnoses. De komende jaren wil hij onder meer gaan onderzoeken welke psychische problematiek nog door deze basis-GGZ is te behandelen en wanneer verwijzing naar specialistische GGZ geïndiceerd is.

Twan van Venrooij

  • Meer nieuws

Nieuws huisartsgeneeskunde depressie angststoornissen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.