‘Niet één, maar vijf preferente geneesmiddelen’
Plaats een reactieZorgverzekeraars blijven vaak een preferentiebeleid voeren, ook als de prijzen van geneesmiddelen laag zijn en verschillende generieke middelen niet in prijs verschillen. Daarom moeten er per geneesmiddel niet één, maar liever vier of vijf generieke middelen als preferent worden aangewezen.
Dat stellen de LHV, KNMP en ouderenorganisatie KBO-PCOB in een gezamenlijke petitie, die ze hebben aangeboden aan de vaste Kamercommissie voor VWS. De opstellers van de petitie vinden dat patiënten onnodig moeten wisselen tussen generieke medicijnen met dezelfde werkzame stof. Dat leidt tot veel verwarring, verkeerd medicijngebruik en therapieontrouw bij patiënten en veel tijdverlies bij huisartsen en apothekers. Door het preferentiebeleid wordt bovendien een monopolie (één aanbieder) of oligopolie (slechts een paar grote aanbieders) gecreëerd, wat het systeem kwetsbaar maakt. Apothekers lopen bovendien wekelijks 150 tot 200 duizend keer aan tegen leveringsproblemen van preferente middelen.
De petitie-opstellers denken dat het de zorgverzekeraars nauwelijks meer kosten oplevert als ze vier of vijf voorkeursmiddelen aanbieden in plaats van één. Het preferentiebeleid van de zorgverzekeraars bij goedkopere geneesmiddelen levert volgens de LHV en KNMP niet of nauwelijks prijsvoordeel op, maar wel uitvoeringskosten.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties