NFU wil nog steeds eigen kinderoncologie

De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) gaat door met het eigen plan om twee expertcentra en twee shared care-centra voor kinderoncologie op te richten.

Volgens NFU-woordvoerder Frank van den Bosch is met het bestaan van slechts één kinderoncologisch centrum sprake van een te grote concentratie: ‘Twee expertisecentra is toch echt het minimum. Anders moeten patiënten te veel reizen en bovendien hoort kinderoncologische zorg in de academische setting met al zijn kindergeneeskundige disciplines. Verder komen er twee behandelcentra waar kinderoncologische zorg wordt geboden voor minder ingewikkelde diagnostiek en behandelingen.’

Waar die vier centra komen is nog niet bekend. Hij verwacht daar voor het einde van dit jaar meer duidelijkheid over.

Deze week maakte het Nationaal Kinderoncologisch Centrum (NKOC) – een initiatief van onder meer de Stichting Kinderoncologie Nederland (SKION) en ouders van patiënten – bekend dat hun expertisecentrum in Amsterdam komt. Dit centrum krijgt onderdak bij het Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Verder komen er – net als bij de plannen van de NFU – shared care-centra verspreid over het land.

Volgens een verklaring op de website van het NKOC hebben zij en de NFU ‘in goed overleg vastgesteld om elkaars standpunt te respecteren en vastgesteld dat de initiatieven voort zullen worden gezet waarbij deze in de toekomst eventueel “in elkaar geritst” kunnen worden.’

Daar waar de NFU bij monde van Van den Bosch laat weten nog helemaal niet zeker te zijn van samenwerking, stelt het NKOC open te staan voor participatie van de gezamenlijke medische universitaire centra dan wel individuele UMC’s. Volgens Van den Bosch spreekt hij niet alleen namens de raden van bestuur van de UMC’s, maar ook namens de hoogleraren kindergeneeskunde en hoofden van de kindergeneeskundige afdelingen, behalve de kinderoncologen.

Volgens het plan van de NKOC verdwijnt niet alle oncologische zorg uit de rest van de ziekenhuizen. De shared care-centra staan garant voor een deel van de zorg – zoals minder complexe behandelingen – die plaatsvindt bij andere ziekenhuizen onder supervisie van het NKOC. ‘Er blijft dus ook kinderoncologische zorg en kennis bestaan in universitaire en niet-universitaire ziekenhuizen verspreid over het land’, zo stellen de initiatiefnemers. ‘Het NKOC zal de opgedane kennis en ervaring en ook de resultaten van onderzoek vanzelfsprekend delen en vervatten in goede onderzoeks- en behandelprotocollen voor die andere ziekenhuizen.’

Het expertisecentrum in Amsterdam moet een internationaal topcentrum worden waar wetenschap, diagnostiek en behandeling samenkomen. Er moet volgens de NKOC één centrum komen omdat er dan voldoende volume is voor de meest optimale behandeling en wetenschappelijk onderzoek.

Ingrid Lutke Schipholt

http://www.nkoc.nl/

• Meer nieuws