Nederlanders: ‘registreer reden abortus’
Plaats een reactieEen meerderheid van de Nederlanders vindt dat de reden voor een abortus moet worden geregistreerd, iets wat nu niet gebeurt.
Dat blijkt uit een onderzoek onder bijna duizend Nederlanders dat TNS NIPO hield in opdracht van de SGP en waarover de SGP woensdag publiceert. TNS NIPO publiceert het definitieve onderzoeksrapport zelf volgende week pas, licht onderzoeker Tim de Beer van het onderzoeksinstituut toe. Hij benadrukt dat het onderzoek onafhankelijk en objectief is uitgevoerd, ook al is het in opdracht gedaan.
Uit het onderzoek blijkt dat driekwart van de Nederlanders boven de 35 jaar voorstander is van abortus. Nederlanders tussen de 18 en 35 jaar staan wat minder positief tegenover abortus, met 66 procent voorstanders. Nederlanders denken dat de meeste vrouwen abortus plegen omdat er geen kinderwens is (27 procent), het ongeboren kind een afwijking of handicap heeft (26 procent) of na een verkrachting (17 procent). Een merendeel van de respondenten vindt abortus geoorloofd als het leven van de moeder in gevaar is, na verkrachting, als de vrucht niet levensvatbaar of gehandicapt is of als de moeder het psychisch niet aankan.
Driekwart van de ondervraagden vindt een verstandelijke handicap met een verkorte levensverwachting een geldige reden om abortus te plegen. Ook vindt bijna driekwart een lichamelijke handicap met een verkorte levensverwachting een geldige reden. Bijna de helft van de Nederlanders vindt het downsyndroom een geldige reden voor abortus en 60 procent vindt een open ruggetje een legitieme reden.
Nederlanders hebben meer moeite met abortus als er bijvoorbeeld sprake is van ontevredenheid over het geslacht, een kind niet te combineren is met werk, de partner niet achter de zwangerschap staat, het gezin compleet is of als er een gebrek is aan financiële middelen. Ook vindt 60 procent dat er vaker moet worden gekeken naar alternatieven voor abortus, zoals adoptie of pleeggezin. De voorlichting aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn, kan wat de respondenten het best worden gedaan door onafhankelijke hulpverleningsinstanties en de huisarts.
Simone Paauw

- Er zijn nog geen reacties