Na mazelen sterftekans nog jaren groter

Na het doormaken van mazelen blijft de kans op overlijden aan andere infecties mogelijk tot drie jaar lang verhoogd.  Dit concluderen Michael Mina en andere onderzoekers onder wie Rik de Swart en Ab Osterhaus van het Erasmus MC. Zij analyseerden epidemiologische gegevens en schreven erover in Science.

Na de invoering van de mazelenvaccinatie op bevolkingsniveau volgde een dramatische daling in het aantal ziekte- en sterfgevallen bij kinderen. Dit kan niet verklaard worden door alleen minder gevallen van mazelen. Blijkbaar worden ook andere (infectie)ziekten voorkómen. Het is de vraag hoe dit kan.

Uit eerder onderzoek bij apen was naar voren gekomen dat na een mazeleninfectie sprake is van afname in lymfocyten. Deze worden echter binnen enkele weken na herstel weer aangevuld. De hypothese is nu dat de eerder opgebouwde memory cells, lymfocyten specifiek tegen doorgemaakte ziekten, verdwijnen en vervangen worden door mazelenspecifieke lymfocyten. Bescherming tegen andere ziektes zou daardoor langdurig verzwakt zijn.

Mina en de zijnen hebben deze hypothese getest in een aantal rijke landen waarvan genoeg gegevens voorhanden waren. Daaruit bleek dat er inderdaad een correlatie is tussen mazelenincidentie en sterfte aan andere infecties dan mazelen in de twee tot drie jaar daarna. Gelukkig is kindersterfte door infectieziekten zeldzaam in rijke landen. Het zou interessant zijn om ook naar de morbiditeit te kijken: als de hypothese klopt, zou het aantal infectiegevallen in de jaren na een mazelenepidemie groter moeten zijn. Helaas ligt er een schone kans om dit te onderzoeken: er zijn de afgelopen jaren op verschillende plekken, waaronder Nederland,  mazelenepidemieën geweest. Vooral in gebieden met een lage vaccinatiegraad is dit het geval.

Sophie Broersen

Science Transl Med, 2015. Doi: 10.1126/science.aaa3662

Lees ook:

• Mazelenepidemie lijkt stabiel 
• WHO: Europa moet meer vaccineren tegen mazelen 
• Een dokter is niet immuun