Laatste nieuws
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
3 minuten leestijd
Nieuws

‘Morele plicht vraagt om verruiming Embryowet’

Plaats een reactie

Een gevoelde morele plicht om veilig en effectief zwangerschapsbehandelingen aan te kunnen bieden. Dat is volgens fertiliteitsartsen en -onderzoekers de belangrijkste drijfveer achter hun wens om embryo’s in Nederland te mogen kweken voor onderzoek.

De Embryowet kent vooralsnog een verbod op het kweken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. Het vorig jaar aangetreden kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie zegt enkel de discussie over het kweken te willen ‘stimuleren’ en ‘in te zetten op alternatieven’. Op verzoek van de inmiddels uit de Tweede Kamer vertrokken PvdA-politica Sharon Dijksma vond er deze maandag een hoorzitting plaats waarbij artsen, onderzoekers en ethici hun licht lieten schijnen over het huidige verbod, als gedachtevoer voor de Tweede Kamerleden.

Enkele klinisch embryologen pleiten daar voor een verruiming van de Embryowet op dit vlak. Ze schetsen dat er binnen het vakgebied nog weinig zicht is op wat verschillen verklaart tussen kinderen die met behulp van (verschillende) bevruchtingstechnieken zijn geboren, zoals een lichter geboortegewicht. ‘Het geboortegewicht verschilt per wat wij doen in het laboratorium, maar ik kan nu niet onderzoeken hoe dat komt’, aldus klinische embryoloog en onderzoeker Sebastiaan Mastenbroek van het AMC.

Embryoloog en onderzoeker Aafke van Montfoort (werkzaam bij UMCG en Maastricht UMC+) noemde het effect van verschillende kweekmedia, waar een embryo tijdens fertiliteitstrajecten in wordt gelegd, als voorbeeld van iets wat invloed kan hebben op de uiteindelijke gezondheid van ivf-kinderen, en waar zij en Mastenbroek graag onderzoek naar willen doen maar wat nu niet kan. ‘We willen ruimte voor het doen van onderzoek om de kwaliteit te borgen’, vatte voorzitter Lucette van der Westerlaken van de Vereniging voor Klinische Embryologie (KLEM) de onder de aanwezige artsen breder gedragen wens samen. ‘Zijn verschillen in de latere levens van kinderen die via kunstmatige bevruchting zijn geboren, ergens aan toe te schrijven?’

Hoofd van het AMC-centrum voor voortplantingsgeneeskunde Sjoerd Repping benadrukte dat de kweek van embryo’s ook onderzoek mogelijk maakt dat kan leiden tot betere resultaten bij kunstmatige bevruchting. Volgens hem worden er in Nederland jaarlijks 100.000 embryo’s gemaakt binnen fertiliteitstrajecten, waarvan er maar 5000 ontwikkelen tot een zwangerschap. ‘Bij 95.000 embryo’s gaat iets mis en we begrijpen niet waarom. Dat kan door processen in het lab zijn. Dan moeten we kijken of we de kweekomstandigheden kunnen verbeteren.’

Embryo’s zijn nodig om onderzoek te kunnen verrichten naar wat er in de cellen gebeurt in de eerste dagen van de bevruchting; daarvoor volstaat stamcelonderzoek niet, benadrukten de embryologen. Mastenbroek: ‘Er gebeuren veel biologische processen in die eerste dagen. We denken dingen, maar we weten veel niet daarover.’ Restembryo’s die wel mogen worden gebruikt, zijn volgens Van Montfoort ook niet altijd geschikt hiervoor, aangezien die zich dus in een iets later stadium van de ontwikkeling bevinden.

Onderzoekers kunnen nu uitwijken naar landen als Zweden, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en China, waar embryokweek voor onderzoek wel mag. Maar volgens Mastenbroek zijn het daar vooral commerciële klinieken die zich met kunstmatige bevruchting bezighouden, die weinig interesse hebben om miljoenen te investeren in verbetering van de behandelresultaten.

Klinisch geneticus Christine de Die van Maastricht UMC+ en embryoloog Van Montfoort probeerden beiden de zorgen onder enkele Kamerleden over het ongebreideld kweken van embryo’s weg te nemen. Zij wezen erop dat er voor kweek eicellen nodig zijn, waarbij onderzoekers afhankelijk zijn van vrouwen die deze moeten afstaan voor dit doel na een ‘belastende behandeling’. Van Montfoort: ‘Onderzoekers zullen heel zuinig zijn met zulke eicellen’. De Die probeerde de zorgwens onder artsen voor het voetlicht te krijgen. ‘Onze spreekkamer is bevolkt met mensen die geen of geen gezonde kinderen kunnen krijgen. Na drie behandelingen is 50 procent van hen zwanger. De rest keer onverrichter zake naar huis. We hebben nog veel te doen.’

Lees ook:

Nieuws
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen werkt sinds 2016 als journalist bij Medisch Contact. Ze werkte eerder als verslaggever voor regionale dagbladen en een energiekrant.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.