Laatste nieuws
Jan Meulenbelt
8 minuten leestijd
euthanasie

Moeten leven of mogen sterven

7 reacties

Euthanasiewet getuigt van verregaande bemoeizucht

Dokters zijn genezers. Dus proberen ze hun patiënten zo lang mogelijk in leven te houden. Een begrijpelijke reflex, maar daarmee verliezen ze vaak het welzijn van de patiënt uit het oog. Die moet ondraaglijk lijden voordat hij mag sterven. Met dank aan de euthanasiewet.

De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en zelfdoding gaat – in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden – niet over toetsing, maar over voorwaarden. Voorwaarden die gesteld worden aan artsen, maar ook aan patiënten en aan stervelingen die het anderszins moeilijk hebben. De wet is niet zomaar een wet, maar meer een paradigma van bemoeizucht onder een valse vlag. Een wet die in feite voor hulpverleners rechten en plichten regelt en voor hulpvragers alleen plichten: nederigheid, geduldig zijn, lijden, wanhopig zijn. De hulpvragers moeten nog compos mentis zijn ook. Zijn zij dat niet, dan verliezen zij hun rechten. Alsof de sterveling, die zonder zijn eigen instemming op de wereld werd gezet, ook zonder zijn eigen instemming zo lang mogelijk op de wereld moet blijven, terwijl toch iedereen weet dat het eeuwige leven zich ergens anders voltrekt.

Bang
In hoeverre zijn de mogelijkheden die de wet aan de hulpvragers biedt, ruimhartig aan de hulpvragers voorgehouden? De wetgever heeft verzuimd om argumenten te formuleren waarmee de hulpverlener aan een hulpvrager kenbaar kan maken waarom een verzoek wordt afgewezen. Nogal wat artsen schijnen bang te zijn dat zij voor de rechter of tuchtrechter moeten verschijnen in verband met een mogelijke onzorgvuldigheid. Zinvoller zou het zijn om bang te zijn om bij de rechter of tuchtrechter te moeten verschijnen omdat zij op slechte gronden hebben geweigerd aan een hulpvraag te voldoen.

Ieder mens heeft een vorm van recht op alles wat beschikbaar, verkrijgbaar, leverbaar is. Dit houdt vaak in dat een instantie of persoon de verplichting heeft het gevraagde daadwerkelijk te leveren, ook als niet geheel nauwkeurig is geregeld waarom. Dit betekent niet dat men van iedere arts kan vergen dat deze ons met ieder middel zal bevrijden van iedere pijn. Het betekent wel dat wij op zijn minst recht hebben op hulp bij zelfdoding. Het betekent ook dat de overheid ons het recht op euthanasie niet kan ontzeggen. Toch doet zij dit, aangezien de wet iedere arts de vrijheid biedt iedere vraag om euthanasie af te wijzen zonder een oprechte motivering.

Ontluistering
De wettelijke omschrijving van euthanasie als levensbeëindigend handelen is niet bevredigend. Het gaat immers niet om de beëindiging van het leven, maar om de beëindiging van het lijden, en wel door het nabijhalen van het sterven.

Het is onmogelijk ondraaglijk lijden van een patiënt te accepteren op grond van het respect van de arts voor het leven. Daarentegen is het wel mogelijk aan het lijden een einde te maken met respect voor het sterven. Het nabijhalen van het sterven te blijven zien als het bespoedigen van het levenseinde is begrijpelijk, omdat het gemakkelijk is. Het is echter onjuist, omdat het daar niet om gaat. De overheid moet voorkomen dat de modale arts zich aan de toediening van euthanatica onttrekt. De overheid mag niet gedogen dat patiënten zonder noodzaak terechtkomen in een situatie van fysieke, sociale of emotionele ontluistering. Een ontluistering die echt niet alleen op de patiënten drukt, maar ook op hun dierbaren. Ik heb het altijd onbegrijpelijk gevonden dat de druk op de dierbaren niet mag meetellen. Het gaat niet om een keuze tussen leven en dood, maar tussen een rampzalig voortbestaan en het verlossende overlijden. Het gaat om de keuze tussen nog moeten leven en al mogen sterven.

Vrijwel elke dood is een culturele dood,
geen natuurlijke

Men hanteert het begrip ‘natuurlijke dood’ alsof er altijd een natuurlijke dood zou bestaan. Er zijn echter maar weinig situaties waarin een natuurlijke dood mogelijk is: bij de geboorte en ten gevolge van een aangeboren defect. Iedere andere dood is, door de zorg die een mensenkind heeft gekregen, of door verwaarlozing en gewelddaden die het heeft ondergaan, niet een natuurlijke maar een ‘cultuurlijke’ dood. Onder het motto van het gepretendeerde recht op een natuurlijke dood heeft menigeen zijn medemensen opgezadeld met een plicht tot leven.

Rompslomp
Dokters zijn genezers die proberen het moment van overlijden van hun patiënten op afstand te houden. Euthanasie ligt dokters niet. Het is geen therapie, al is het een medische taak.

Het verlenen van euthanasie, voor de dokter toch al belastend, is door de wet een relatief zwaar karwei geworden. Natuurlijk beseft iedere arts dat zijn slapeloze nachten in het niet vallen bij de ontluistering van de patiënt, maar vrijwel ieder mens kiest nu eenmaal van nature voor de makkelijkste weg. De rompslomp die de wet meebrengt, ontstaan als zij is door toedoen van juristen, ethici, organisatiemensen, en afgewezen als zij is door predikanten, priesters en rabbijnen, staat de praktiserende arts tegen. Ik vraag me af of de woordvoerders in de Tweede Kamer bij de behandeling van het wetsontwerp compos mentis zijn geweest.

Bureaucraten hebben verzonnen dat de dokters elkaars werk moeten controleren in het gezelschap van buitenstaanders. Maar waarom alleen juristen en ethici? Waarom niet ook theologen en gymnastiekleraren in een wereld waarin patiënten ten onder dreigen te gaan door onzorgvuldig handelen van dokters, die sloddervossen, die klunzen?

De benaming van de wet – de eerdergenoemde valse vlag – kan de inzet zijn geweest van een weddenschap tussen twee speelse hoofdambtenaren. De wet gaat niet over toetsing, maar over het pakket van voorwaarden die voor toetsing in aanmerking komen, vóór alles de mate waarin een patiënt moet lijden, te weten ondraaglijk en uitzichtloos, en de vraag of hij niet al zó ver heen is dat hij dit lijden niet meer kan bevestigen. Volgens mij is dit een vorm van wetgeversgekte die de rechter zou dwingen deze wet aan de grondwet te toetsen, ware het niet dat de rechter juist die toetsbevoegdheid mist. De ideologie van de zorgvuldigheid is voortgevloeid uit het dogma van de ‘melding’, net als ‘toetsing’ een van de banieren van de huidige gezondheidszorg.

Parodie
Nog maar kort geleden verscheen het bericht dat een KNMG-commissie een puntensysteem heeft bedacht waarmee men de mate van lijden kan bepalen. Dit lijkt meer op een parodie der geneeskunde dan op een product ervan.

De begrippen ‘ondraaglijk’ en ‘uitzichtloos’ zijn quasizinvol geworden. De dokters kunnen deze termen gebruiken als doekjes voor het bloeden bij zichzelf. Het is alsof de dokters, als ooit de priesters, uit moeten zijn op het hoogste niveau van het uitmuntende lijden, dat iedere patiënt om zijn bestwil, en om godswil, moet kunnen halen.

Tot en met 2008 zijn er meer dan 20 duizend zaken getoetst door telkens drie gehonoreerde personen, zonder dat er ook maar één zaak is geweest die tot vervolging door justitie heeft geleid. Door de ideologie van de zorgvuldigheid betalen we enorme hoeveelheden euro’s voor iets wat praktisch gelijk staat aan niets. De ideologie legt een onnodige druk op de gezondheidszorg, niet alleen doordat zij veel geld vergt, maar ook door de onnodige pijn, benauwdheid, angst, wanhoop, woede.

Rampzalig
De euthanasiewet gaat over een deel van het werk van artsen. Het melden en toetsen is in deze wet verheven tot een bureaucratische registratie; voor de ene patiënt gunstig en voor de andere rampzalig. Wie de wet beschouwt als een vergroting van de verhoopte mogelijkheden tot euthanasie is verheugd, wie vreest dat veel meer mensen zich met de juridische aspecten van euthanasie gaan bemoeien zijn teleurgesteld. Ik heb de lichtpunten in de wet wel degelijk gezien, maar het wantrouwen en de bemoeizucht erin als gevaarlijk begroet. Dat de wet er vooral zou zijn voor patiënten lijkt me fictie. Het is vooral een wet voor dokters, wier werk zwaar onder druk komt te staan.

De wetgever handelt in strijd met de gerechtigheid
en vernedert de patiënt

In de euthanasieproblematiek heeft altijd – ten onrechte – de plicht tot melding vooropgestaan. Nooit ben ik een gedegen motivering daarvan tegengekomen. Tientallen jaren hebben artsen, autoriteiten en auteurs hun aandacht gewijd aan elkaars opvattingen of het ontbreken daarvan. Alsof het gaat om opvattingen; het gaat om gedrag. Overal is een latente tegenzin in het leveren van stervenshulp omgezet in nutteloos gepieker. Als geen andere beroepsgroep hebben de dokters de oppermacht over hun dagelijks werk toegekend aan theologen en ideologen, in hun streven de patiënten zo lang mogelijk met pillen en operaties in leven te houden. Oog in oog met hun patiënten hebben vele artsen hun geneeskunst boven het welzijn gesteld.

Gerechtigheid
Uit het recht op leven kan niet een plicht tot leven worden afgeleid. De patiënt heeft het recht het leven te verlaten. Dit is een recht waarvan iedere medicus zich onder alle omstandigheden bewust dient te zijn en dat hij onder alle omstandigheden dient te eerbiedigen. Een schriftelijke wilsbeschikking van een patiënt heeft dezelfde geldigheid als een testament en kan juridisch gezien niet buiten werking worden gesteld, behalve door de patiënt zelf of diens gemachtigde.

Hoewel dus de mate van het lijden en de uitzichtloosheid ervan irrelevant is, maakt deze in de wet een topfactor uit. Dit is een krankzinnige situatie die door geen kerkelijke of wereldlijke autoriteit kan worden goedgepraat.

De wetgever handelt in strijd met de gerechtigheid en vernedert de patiënt op een wijze die het niveau van een overtreding te boven gaat
en aan een misdrijf gelijk mag worden gesteld. Zo zie je: ook een wetgever kan het recht schenden.

Jan Meulenbelt

Correspondentieadres: redactie@medischcontact.nl



Jan Meulenbelt

Jan Meulenbelt (1921) ging in 1986 met pensioen als hoofd van de afdeling Cultuur van de gemeente Den Haag. In de periode 1987-1994 publiceerde hij vijf artikelen in Medisch Contact over euthanasie. Nu ‘zijn levenseinde nabij is’, zoals hij zelf zegt, wil hij nog één keer iets kwijt over dit onderwerp.



Samenvatting

  • De euthanasiewet regelt voor hulpverleners rechten en plichten, en voor hulpvragers alleen plichten.
  • Patiënten mogen niet zelf beschikken over hun leven, maar moeten ondraaglijk lijden om voor euthanasie in aanmerking te komen.
  • Bovendien biedt de wet iedere arts de vrijheid een vraag om euthanasie af te wijzen zonder een oprechte motivering.
  • De overheid moet voorkomen dat artsen zich aan de toediening van euthanatica onttrekken.

De vijf artikelen van J. Meulenbelt die eerder in Medisch Contact verschenen:
Euthanasie; Commentaar op de visie van het Nederlands Artsenverbond (pdf; blz. 731) (juni 1987)
Euthanasie: Eerbied voor het sterven (pdf; blz. 1467) (nov 1987)
De overlijdensverklaring als fetisj (pdf; blz. 574) (apr 1989)
Verzuchtingen over wilsverklaringen (pdf; blz. 656) (mei 1991)

Euthanasie: ficties en muizenissen (pdf; blz. 395) (maart 1994)

Zie ook het dossier Levenseinde voor meer artikelen en informatie over palliatieve sedatie

Euthanasie gaat niet over de keuze tussen leven en dood, maar tussen een rampzalig voortbestaan en het verlossende overlijden. Beeld: Getty Images
Euthanasie gaat niet over de keuze tussen leven en dood, maar tussen een rampzalig voortbestaan en het verlossende overlijden. Beeld: Getty Images
Enkele (nieuws)berichten en artikelen in MC over levenseinde: <strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
euthanasie palliatieve sedatie palliatieve zorg

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.