Minister: PTSS mag geen taboe zijn in leger
Plaats een reactieMilitairen die psychische klachten krijgen na een buitenlandse missie, zouden daar zonder schroom over moeten kunnen praten binnen de krijgsmacht. De organisatie kan hen dan op tijd de juiste hulp bieden.
Dat maakte minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie woensdag duidelijk na een ontmoeting met de vroegere militair verpleegkundige Niels Veldhuizen, die een boek heeft geschreven over de posttraumatische stressstoornis (PTSS) die hij heeft overgehouden aan zijn verblijf in Afghanistan. ‘Hij zegt in feite dat een zichtbare ziekte aan je lijf, een verwonding, door iedereen is geaccepteerd. Maar dat een ziekte in je hoofd, PTSS, nog steeds een taboe is, hoeveel er ook over wordt gesproken’, aldus Hennis.
In interviews vertelde Veldhuizen onder meer dat hij militairen kent die met hun klachten naar de huisarts gaan en niet naar de militaire arts, zodat niemand bij Defensie van de problemen afweet en ze gewoon hun werk blijven doen, terwijl ze mogelijk zware medicijnen slikken. ‘Als je zwaar onder de medicijnen zit, is het niet verantwoord om door te werken. Dat gesprek moeten we volop binnen de krijgsmacht met elkaar voeren. Iedereen moet zich heel goed realiseren dat het prima is om erover te praten, maar ook dat er enorme risico's zijn als je het wegstopt. Dat is voor mij de leidraad voor de komende jaren', zei Hennis. Ze noemde het ‘heel dapper' dat Veldhuizen zich zo kwetsbaar opstelt door in het openbaar zijn verhaal te doen.
De minister benadrukte dat er binnen Defensie al veel wordt gedaan om militairen met psychische problemen te helpen en hen aan te sporen die aan te kaarten. Het boek van Veldhuizen is daarbij een belangrijke aanvulling, zei ze.
ANP
Veldhuizen werd in Eén op Eén (KRO-NCRV) op 18 februari geïnterviewd door Eva Jinek
Lees ook:
- Er zijn nog geen reacties