Minister: oordelen RTE wel binnen wettelijke termijn

De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) overschrijden met de toegenomen afdoeningstermijn de wet niet.

Dat stelt VWS-minister Hugo de Jonge in antwoord op Kamervragen.

In het jaarverslag van 2017 had de RTE aangegeven dat de afdoeningtermijn van gemiddeld 37 dagen was gestegen naar 52 dagen. De toetsorganisatie concludeerde dat het niet was gelukt ‘om alle meldingen binnen de wettelijke termijn van zes weken’, van een gemotiveerd oordeel te voorzien. Als oorzaak noemt het jaarverslag de toename aan meldingen, ziekteverzuim bij het secretariaat en het vertrek van medewerkers.

Tweede Kamerlid Ockje Tellegen (VVD) stelde hierover vragen aan de minister en de KNMG sprak de hoop uit dat ‘de minister deze zorg snel oppakt en zich gaat inzetten om de afdoeningstermijn weer snel terug te brengen naar – op zijn minst – de wettelijke termijn’. 

De Jonge wijst er in zijn antwoord op dat de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding bepaalt dat de commissie haar oordeel binnen zes weken ter kennis brengt aan de arts en dat deze termijn met zes weken kan worden verlengd. ‘De wettelijke afdoeningstermijn betreft daarmee twaalf weken’, concludeert hij. Dit komt neer op 84 dagen. De wet stelt dat verlenging ‘eenmaal’ kan gebeuren en dat de commissie de arts hiervan op de hoogte brengt.

De minister meldt ook dat het ziekteverzuim bij de RTE is verminderd en er meer ondersteunde krachten worden aangetrokken. Ook in digitalisering en ict wordt geïnvesteerd. Daarbij wordt nog dit jaar de oordeelbrief ingevoerd. Dat is een ‘verkort en enigszins gestandaardiseerd oordeel’ dat wordt verstuurd als euthanasiemeldingen aan de wettelijke zorgvuldigheidscriteria voldoen en geen vragen oproepen. ‘Daarmee wordt de doorlooptijd van een groot deel van de meldingen bekort’, verwacht de minister. Volgens De Jonge stellen de toetsingscommissies dat verdere uitbreiding van het aantal leden niet gewenst is.