Metabool syndroom bij obese jongeren

Er is sprake van een ‘metabool syndroom’ als bij één persoon diverse cardiovasculaire risicofactoren tezamen voorkomen, zoals hypertensie, dyslipidemie en een gestoorde glucosetolerantie. Insulineresistentie speelt waarschijnlijk een grote rol in de ontwikkeling van deze metabole afwijkingen. Bij volwassenen

met obesitas komt het metabole syndroom - door gebrek aan lichamelijke activiteit en een te hoge energie-inname - vaker voor dan bij niet-obese personen. The New England Journal of Medicine van 3 juni publiceert de resultaten van een Amerikaanse studie, waaruit blijkt dat het metabole syndroom vaker voorkomt bij obese kinderen en tieners dan aanvankelijk werd gedacht en dat de prevalentie gecorreleerd is aan de mate van de vetzucht.

Aan het onderzoek namen 439 corpulente personen van vier tot twintig jaar deel. Broertjes en zusjes zonder obesitas of met overgewicht vormden de referentiegroep. Gedurende drie dagen voor de aanvang van het onderzoek namen alle personen dagelijks 250 gram koolhydraten en onthielden zich van zware lichamelijke activiteit. De onderzoekers voerden vervolgens een standaard-glucosetolerantietest uit en bepaalden de bloeddruk en de bloedwaarden van C-reactive protein (CRP), adiponectine, triglyceriden en HDL-cholesterol.

Hieruit bleek dat de kans op het metabole syndroom toenam naarmate de ernst van de vetzucht groter was. In de groep met de hoogste mate van obesitas werd het metabole syndroom zelfs bij de helft van de jonge personen aangetoond. Bloeddruk, insulineresistentie en de waarden van CRP en trigliceriden in het bloed stegen als de vetzucht toenam, terwijl de gehalten adiponectine en HDL-cholesterol verminderden. Deze resultaten zijn een bevestiging van de nadelige effecten van obesitas op iedere component van het metabole syndroom. << CD

Referentie:

Obesity and the metabolic syndrome in children and adolescents. Weiss, R. et al. N Engl J Med. 2004 Jun 3;350(23):2362-74.