Laatste nieuws
Ella Kalsbeek
4 minuten leestijd
organisatie

Meer tijd voor de patiënt vergt scala aan oplossingen

Drukte heeft allerlei oorzaken en geen huisartsenpraktijk is hetzelfde

4 reacties
Guus Pauka / Jollandse Hoogte
Guus Pauka / Jollandse Hoogte

Allerlei taken worden op het bordje van de huisarts geschoven. Dat creëert een onhoudbaar probleem. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) reageert op oplossingen die daarvoor worden aangedragen.

Twee derde van de huisartsen vindt de werkdruk te hoog. Dat blijkt uit recent onderzoek in opdracht van de LHV. Die hoge werkdruk brengt risico’s met zich mee voor de patiënten en is voor huisartsen zelf ook niet goed. Er móet iets gebeuren om de huisartsenzorg toekomstbestendig te maken.

Onlangs suggereerde huisarts Niels Rossen dat het vergroten van de huisartsenpraktijken een uitweg uit dit probleem zou bieden. De realiteit leert dat één oplossing niet volstaat, want elke regio en elke praktijk is anders. Het gaat dus niet om een keuze tussen praktijkvergroting of -verkleining; er zijn allerlei oplossingen nodig. Dat is waar de LHV zich samen met haar leden voor inzet, in alle kringen en overleggen in het land.

Versterk de eerste lijn

De oorzaken van de toegenomen werkdruk zijn bekend: de transities in jeugdzorg, ggz en ouderenzorg, de toenemende vergrijzing en de verschuiving van zorg van de tweede naar de eerste lijn. Om de zorg betaalbaar te houden, krijgt de eerste lijn steeds meer taken toebedeeld. Op zichzelf een goede ontwikkeling. Dit biedt immers de kans om mensen de beste zorg dicht bij huis te geven en daar zetten huisartsen zich graag voor in.

Er moet echter wel wat tegenover staan. In de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord voor de eerste lijn, die momenteel gaande zijn, is onze boodschap dan ook helder: versterk de eerste lijn. Geef huisartsen, wijkverpleegkundigen en alle andere eerstelijnszorgverleners de mogelijkheden om het groeiende takenpakket uit te voeren.

Dat kan op verschillende manieren. Van het verminderen van het aantal patiënten per fte huisarts tot en met een breed ondersteunend team. Al die mogelijkheden hebben hetzelfde doel: meer tijd voor de patiënt. In een onderzoek op verzoek van de LHV presenteerde onderzoeksbureau Newcom verschillende oplossingen waarvan ‘minder patiënten per huisarts’ duidelijk de voorkeur had.

Voorbeelden

Ons pleidooi is: geef huisartsen en andere eerstelijnszorgverleners de middelen en mogelijkheden om de zorg te organiseren op een manier die bij hun praktijk past. Ik noem een paar voorbeelden.

Meer samenwerking. Huisarts Niels Rossen wil onder andere meer samenwerking met andere eerstelijnszorgverleners, paramedici en het sociale domein. Veel huisartsen zijn hier al mee bezig, maar er zijn nog veel kansen onbenut. Zoals afspraken met de sociale wijkteams, die goed zijn in het bestrijden van eenzaamheid en hulp bieden bij schulden.

Breed ondersteunend praktijkteam. Binnen een praktijk kunnen taken aan (para)medisch personeel worden gedelegeerd. Ook daar zijn veel huisartsen hard mee bezig. Elke huisartsenpraktijk heeft inmiddels standaard vijf, zes mensen in dienst. Bij groepspraktijken zijn het er nog veel meer. De huisarts fungeert als regisseur en doet alleen die taken waarvoor een huisarts nodig is.

Inzet praktijkmanager. Steeds meer praktijken hebben een manager in dienst om de praktijk organisatorisch, financieel, juridisch en technisch (ICT) in goede banen te leiden. Een praktijkmanager kan ook de samenwerking met externe partijen stroomlijnen. Daarom is het winst dat het samenwerken met een praktijkmanager inmiddels ook een financiële vergoeding oplevert.

Investering in e-health. E-healthoplossingen kunnen helpen om de werkdruk te verlagen. Maar laten we realistisch zijn in onze verwachtingen. Nog lang niet alle praktijken hebben hun website op e-health ingericht. En sommige patiëntgroepen, zoals kwetsbare ouderen of laaggeletterden, zullen hier nooit ‘klaar’ voor zijn.

Minder patiënten per huisarts. Veelbelovend zijn de pilots in Afferden en de regio Gorinchem. Zorgverzekeraar VGZ creëert daar financiële ruimte voor consulten van een kwartier in plaats van 10 minuten (zie MC 44/2017: 14). De praktijken in Gorinchem krijgen een vergoeding om een dag per week een waarnemer aan te stellen omdat de huisartsen minder patiënten zien. Ook in Afferden wordt voor extra inzet van een huisarts betaald. Daarnaast krijgen de huisartsen een vast bedrag in plaats van een vergoeding per consult. In beide gevallen betekent het een verlaging van het aantal patiënten per huisarts naar ongeveer 1800, zonder dat de huisartsen er in inkomen op achteruitgaan. De extra kosten van de zorgverzekeraar worden dik terugverdiend, zo bleek uit de eerste resultaten. Het aantal doorverwijzingen naar labonderzoek en specialisten ging significant omlaag. Een goed gesprek blijkt soms meer te helpen dan doorverwijzen. Veel kleine chirurgische ingrepen en oogonderzoek doen de huisartsen nu ook zelf. Het succes van de pilot wordt overigens niet alleen afgemeten aan de doorverwijzingen, maar ook aan het medicatiegebruik en de tevredenheid van patiënt en huisarts.

Minder regels en lasten. Een deel van de oplossing zit zeker ook in minder bureaucratie en het schrappen van overbodige regels. Daar moeten we continu mee bezig blijven, anders groeien de regels zomaar weer aan.

Het gaat erom dat patiënten de zorg krijgen die ze nodig hebben

Tekort aan huisartsen

Minder patiënten per fte huisarts, langere consulten, een extra huisarts, voor veel praktijken zou dit de ideale oplossing zijn. Helaas is dat geen optie voor regio’s waar nu al een tekort aan huisartsen is, zoals ook Rossen beaamt. Hetzelfde geldt voor praktijken in achterstandswijken waar moeilijk huisartsen voor te vinden zijn. Dit is een apart probleem dat om een eigen oplossing vraagt.

Het probleem is bekend. Maar wat precies de oorzaken zijn en wat we eraan kunnen doen om de huisartsen beter over het land te verdelen, dat is iets wat wij bij minister Bruno Bruins hebben aangekaart en waar VWS en LHV onderzoek naar gaan doen. Het betreft trouwens niet alleen huisartsen, er is in verschillende regio’s ook een tekort aan (para)medisch en ondersteunend personeel. Over dit vraagstuk moet dus veel breder worden nagedacht dan alleen door ons. Wij zorgen ervoor dat het op de agenda blijft staan.

Toekomst

Waar het ons om gaat, is dat patiënten de zorg krijgen die ze nodig hebben, op een manier die het vak van de huisarts recht doet. Meer tijd voor de patiënt. Dat is wat wij van de politiek, de minister van VWS en de zorgverzekeraars vragen. Die investering is noodzakelijk om de kwaliteit van de huisartsenzorg hoog te houden en om te zorgen dat huisartsen hun werk kunnen volhouden. En het is ook nog eens de beste investering om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden.

Ella Kalsbeek, voorzitter Landelijke Huisartsen Vereniging

contact

bestuurssecretariaat@lhv.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.

Lees ook: Download dit artikel (pdf)

organisatie Ella Kalsbeek
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Namens het bestuur van de BOHAG, Eddy Reynders, Pascale Hendriks en Marlies van den Berg

    ,

    De LHV beschrijft in Medisch Contact welke maatregelen huisartsen zelf kunnen nemen om minder last te hebben van de toegenomen werkdruk en geeft voorbeelden hoe dat zou kunnen. ‘Meer samenwerking in 1e-lijn en sociale domein’. ‘Delegeren’, ‘Praktijk...manager’. ‘E Health.’, ‘Minder regels en lasten’. Het zou best kunnen dat we door beter samenwerken en beter organiseren, meer taken kunnen doen en tegelijk minder last hebben van werkdruk. Maar dan moeten we wel onze manier van werken willen en kunnen veranderen.
    De manier van werken van huisartspraktijken kent grote overeenkomsten en grote verschillen, ook in de manier waarop praktijken met werkdruk omgaan. De verschillen blijven aanzienlijk, ook na correctie voor alle bekende variabelen en zijn waarschijnlijk persoonsgebonden. De waardering van patiënten voor die verschillende manieren van praktijkvoeren is niet erg verschillend. Huisartspraktijken zijn best goed in veranderen, dat heeft de invoering van huisartsenpost en POH wel bewezen. Het invoeren van veranderingen, die de LHV noemt, raken, meer dan eerdere veranderingen, aan de persoonlijke stijl van de huisarts. Spiegelinformatie hierover is al langere tijd beschikbaar. Die leidt niet zomaar tot veranderingen. De uitdaging is om voor al die verschillende praktijken acceptabele middelen te vinden die de werkdruk verlagen. Die uitdaging kan opgepakt worden door: onderwijs instellingen, kaderhuisartsen, praktijkmanagers, adviseurs. Voorwaarden voor succes zijn draagvlak, financiën en organisatorische steun.
    Goed dat de LHV zich hier sterk voor maakt. De kans op succes is het grootst als we praktijken kunnen verleiden mee te doen en als praktijken inzien dat ze zelf deel van de oplossing kunnen zijn. In de BOHAG (Beleid en Organisatie Huisartsen Advies Groep) zijn de kaderhuisartsen Beleid & Beheer verenigd. Wij werken graag mee.

  • Garbrand Wiersema

    huisarts n.p., Laren (NH)

    In haar pleidooi voor oplossingen worden een flink aantal voorbeelden genoemd. Ik ben onlangs gepensioneerd en heb in 40 jaar veel veranderingen meegemaakt. 7x 24 uur zelf zorgen voor je patiënten en alles zelf doen. Alleen s’ochtends een assistente ...om de telefoon op te nemen. Later ging assistente haar werkzaamheden uitbreiden , bloeddruk meten, bloedsuiker prikken, hechtingen verwijderen etc. Inmiddels zijn er praktijkondersteuners somatiek, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, financiële administrateur, praktijkmanager , e-health etc. Ella spreekt over huisarts als regisseur. Kortom goede professionele ontwikkelingen. Rode draad in haar pleidooi is : meer tijd voor de patiënt, dat is wat wij vragen van de politiek, de minister en de zorgverzekeraars.
    Echter meer tijd voor de patiënt wordt niet genuanceerd: wie moet meer tijd aan de patiënt besteden? Huisarts? Praktijkondersteuner? Assistente? Manager? of de digitale e-health? Hoe meer taken er vanuit tweede lijn etc. naar eerste lijn/de huisarts worden doorgeschoven , hoe minder de huisarts zelf kan doen. Het ooit in de ‘Woudschoten-conferentie’ afgesproken : continue ,persoonlijke en integrale zorg heeft wel andere betekenissen gekregen. NHG schrijft in 2011 al over het feit dat persoonlijk (huisarts zelf) al veelal niet meer opgaat door deeltijdwaarneming, taakdelegatie etc. Continue zorg betekent inmiddels dat alles op papier of in dossier bij de huisarts ligt, en ga zo maar door maar niet dat de huisarts continu beschikbaar is. Mijn verhaal betekent niet dat ik tegen deze ontwikkeling ben maar ik denk wel dat de huisartsen (wij dus) ons duidelijk moeten uitspreken welke ontwikkeling we nastreven aangezien er steeds meer taken op ons afkomen waardoor delegeren onder de huidige omstandigheden een must is en niet een vrije keus.

  • Frans Rampen

    dermatoloog n.p., Wijchen

    'Allerlei taken worden op het bordje van de huisarts geschoven.' Nee dus, voor het merendeel van die taken is bewust gekozen. De huisartsen hebben decennialang de regie over de gezondheidszorg opgeëist. Inmiddels is de poortwachtersfunctie zijn doel ...voorbijgeschoten. Meer hierover in mijn boek 'De huisarts als poortwachter', dat een dezer dagen verschijnt. Kennelijk zijn er ook nog verstandige huisartsen; het pleidooi van collega Van Haasteren is mij uit het hart gegrepen.

  • Huub van Haasteren

    Huisarts, Leiderdorp

    Hopelijk vindt deze oproep gehoor! Tot die tijd denk ik dat de enige manier om de 1e lijn te laten "overleven" en genoeg tijd voor de patiënt te behouden, is door even te stoppen met extra taken op het bordje van de huisarts te schuiven. Dus ook nog ...maar even géén patiënten vanuit de 2e lijn in het kader van substitutie. Eerst maar voldoende huisartsen opleiden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.