Laatste nieuws
J. Meyst-Michels S. Tiems
8 minuten leestijd

Meer schadeclaims door EPD

10 reacties

Met de invoering van het EPD nemen aansprakelijkheidsrisico’s voor artsen toe

Het landelijke EPD brengt veranderingen met zich mee in de werkwijze van artsen. Onderbelicht zijn de gevolgen daarvan voor hun aansprakelijkheidsrisico’s. Volgens de minister vallen die wel mee, juristen denken er anders over.

In de memorie van toelichting op het wetsvoorstel waarin het landelijk EPD wordt geïntroduceerd wordt geconcludeerd dat de aansprakelijkheidsrisico’s in de gezondheidszorg met de komst van het landelijk EPD niet wezenlijk verschillen van de huidige.1 De extra risico’s bestaan vooral uit incidentele gezondheidsschade door onjuiste of ontbrekende gegevens en privacyschade bij een beveiligingslek in het EPD. De minister baseert deze conclusie op het rapport ‘Aansprakelijkheden rond het EPD’, dat de Universiteit van Tilburg in opdracht van de minister heeft opgesteld.2

Als advocaten menen wij dat de aansprakelijkheidsrisico’s voor hulpverleners wel degelijk toenemen. Hulpverleners die werken met het landelijk EPD, moeten meer handelingen verrichten waarbij fouten kunnen worden gemaakt. Bovendien moeten zij gebruikmaken van andere partijen, bijvoorbeeld ICT-bedrijven en andere hulpverleners.

Uniforme taal
Op grond van artikel 7:454 Burgerlijk Wetboek (BW) moeten hulpverleners een schriftelijk of elektronisch dossier bijhouden van de patiënten die zij behandelen.3 4 De gegevens in deze dossiers vallen onder hun geheimhoudingsverplichting. Voor de duidelijkheid: de elektronische vorm van dit medisch dossier staat los van het landelijk EPD. Het landelijk EPD gaat verder dan louter digitalisering. Een hulpverlener kan niet langer volstaan met het raadplegen van zijn eigen dossier of afgaan op wat de patiënt hem vertelt. Hij zal moeten nagaan of elders informatie over de patiënt bekend is die voor de behandeling van belang kan zijn. En na behandeling moet hij de informatie daarover elektronisch beschikbaar stellen voor andere hulpverleners.

Inmiddels is duidelijk om welke informatie het voorlopig in het landelijk EPD gaat en binnen welke termijn: verslagen van de consulten in de laatste zes maanden, overzichten van lichamelijke of psychische gezondheidsproblemen, van geneesmiddelen op recept en van allergieën en contra-indicaties, en overige informatie die noodzakelijk is voor een goede behandeling.5 Binnen 24 uur moeten nieuwe en gewijzigde gegevens in het EPD staan, of eerder als dat noodzakelijk is voor de verdere behandeling.

Hoe meer informatie moet worden verstrekt, des te groter het risico op fouten en vergissingen. Door tijdsdruk zal mogelijk beknopt worden geformuleerd en dat kan gemakkelijk tot misverstanden leiden. Bovendien kunnen artsen verschillend denken over de noodzaak om bepaalde informatie in te voeren, omdat er (nog) geen uniforme taal voor handen is. 


Controleerbaar
Voor toegang tot het landelijk EPD hebben artsen een persoonlijke UZI-pas (Unieke ZorgverlenerIdentificatiepas) met bijbehorende pincode nodig. Assistenten of triagisten beschikken over een eigen medewerkerspas die toegang geeft onder verantwoordelijkheid van een arts.6 Alle raadplegingen worden gelogd en zijn controleerbaar en traceerbaar.

Met behulp van zijn UZI-pas kan een arts het unieke burgerservicenummer (BSN) van een (nieuwe) patiënt opvragen bij het landelijke BSN-register voor de gezondheidszorg.7 8 Daarvoor moet hij zich ervan vergewissen dat de patiënt is wie hij zegt te zijn aan de hand van een legitimatiebewijs. Met behulp van het BSN van de patiënt en zijn eigen UZI-pas kan een arts het LSP (Landelijk SchakelPunt) raadplegen. Dat bevat een verwijsindex en houdt bij waar welke patiënteninformatie staat. Via dit LSP kunnen artsen informatie over de patiënt bij andere behandelaars elektronisch ophalen, als de patiënt daarvoor tenminste toestemming heeft gegeven.9

Kans op fouten
Het EPD zou voor de veiligheid van de patiënt een toegevoegde waarde moeten hebben, als hij zich met klachten tot een andere arts wendt omdat zijn eigen arts niet bereikbaar is. Maar de informatie uit het EPD kan tegelijkertijd het risico met zich meebrengen dat de patiënt verkeerd wordt behandeld. Als dit voor de patiënt schadelijke gevolgen heeft, dan ligt het voor de hand dat hij daarvoor de behandelend arts van het moment aanspreekt. Met deze arts heeft hij immers een behandelingsovereenkomst gesloten.

Op zichzelf is dit niet bijzonder, aangezien de arts ook nu aansprakelijk is voor zijn eigen onzorgvuldig handelen jegens de patiënt. Maar met het EPD betekent ieder patiëntcontact veel extra handelingen (BSN achterhalen, EPD raadplegen, controleren of de informatie van EPD en patiënt overeenstemmen, interpreteren van informatie uit EPD, enzovoort) en dus meer kans op fouten. Alleen al om die reden neemt het aansprakelijkheidsrisico toe.

Een arts moet de patiënt uiteraard ook altijd zelf bevragen. Stemt de informatie van de patiënt niet overeen met hetgeen hij via het LSP krijgt, dan is er een probleem. Vooral als die informatie cruciaal is voor de behandeling. De kans is klein dat de behandelaar van wie de informatie afkomstig is, op dat moment bereikbaar is.

Een van de geroemde voordelen van het landelijk EPD is dat informatie over de patiënt ook in avonduren en weekend beschikbaar is. Maar zonder nadere uitleg kan die informatie de arts op het verkeerde been zetten. Dit geldt des te meer omdat de informatie in het EPD niet wordt beperkt tot medicatie en allergiegegevens. De informatie die de arts via het LSP krijgt, kan ook onvolledig zijn. De patiënt kan immers hebben gevraagd om bepaalde gegevens niet via het EPD beschikbaar te stellen.

Daarom luidt ons advies dat als informatie die de patiënt verstrekt, niet overeenkomt met informatie uit het EPD, de verschillen duidelijk moeten worden genoteerd in het eigen medisch dossier.

Toestemming
Vervolgens is de vraag hoe te behandelen. Als de arts de informatie uit het EPD gedeeltelijk of helemaal negeert, moet hij de patiënt daarover goed informeren en daarvoor expliciet toestemming vragen. Ook dit moet hij noteren in zijn dossier.

De arts is niet alleen aansprakelijk voor zijn eigen handelen, hij is dat jegens de patiënt ook voor het handelen van zijn ‘hulppersonen’. Op grond van artikel 6:76 BW is degene die bij de uitvoering van een overeenkomst gebruikmaakt van de hulp van andere personen ook voor hun gedragingen aansprakelijk.


Een arts kan geen patiëntinformatie uit het EPD ophalen zonder hulp van anderen. Dat zijn niet alleen andere hulpverleners, maar ook bedrijven en instanties, bijvoorbeeld de softwareleverancier en Nictiz, het Nationaal ICT Instituut voor de Zorg, dat onder meer verantwoordelijk is voor het LSP (Landelijk Schakelpunt). Voor hun fouten kan hij door de patiënt op basis van de behandelingsovereenkomst worden aangesproken. Een arts kan zijn eigen aansprakelijkheid jegens de patiënt nooit uitsluiten of beperken.10

Om informatie over de patiënt uit het EPD te ontvangen, zal de arts bijvoorbeeld moeten gebruikmaken van een ICT-bedrijf. Door een fout in de geleverde software kan onjuiste of onvolledige informatie over de patiënt via het EPD worden ontvangen, met als gevolg een onjuiste behandeling.

Ondanks dat de arts daar zelf niets aan kan doen, kan hij voor de schade daarvan voor de patiënt aansprakelijk zijn. Weliswaar kan de arts de schadevergoeding die hij aan de patiënt heeft uitgekeerd, op het ICT-bedrijf proberen te verhalen, maar sinds jaar en dag hebben ICT-bedrijven hun aansprakelijkheid voor dit soort gevolgschade uitgesloten in een zogenoemd exoneratiebeding. Dat is begrijpelijk, aangezien een geringe fout in de software enorme gevolgen kan hebben.

Wishful thinking
In het rapport van de Universiteit van Tilburg wordt gezegd dat artsen tijdens hun onderhandelingen met ICT-leveranciers een exoneratiebeding maar moeten zien te voorkomen. Dat is wishful thinking, een softwareleverancier zal daar niet mee instemmen. De arts heeft ook te maken met een zorgserviceprovider die zorgt voor toegang tot het LSP. Als toegang niet mogelijk is terwijl dat essentieel is voor de behandeling van de patiënt, dan is de arts jegens de patiënt voor de schadelijke gevolgen aansprakelijk. Zorgserviceproviders zullen om dezelfde reden als ICT-bedrijven hun aansprakelijkheid uitsluiten.

Ook andere partijen in de EPD-keten kunnen fouten maken. Een simpele tikfout bij het invoeren van EPD-informatie kan al voldoende zijn. Voor al die fouten van anderen is de behandelend arts voor de patiënt het primaire aanspreekpunt. Hij moet uitleggen wat er is misgegaan. En hij mag dan hopen dat de patiënt zich rechtstreeks tot de betreffende persoon wendt voor een schadeclaim. Met die persoon heeft de patiënt echter geen overeenkomst waardoor het veel moeilijker is om die met succes aan te spreken.
Het ligt dan ook voor de hand dat de patiënt ervoor kiest om zijn behandelend arts aan te spreken. En aangezien die aansprakelijk is voor zijn hulppersonen, is de kans groot dat hij de schade moet vergoeden en zelf moet verhalen. Dat zal niet altijd lukken en kost meestal veel tijd, moeite en geld.

Meer eigen handelingen en dus meer kans op fouten die worden veroorzaakt door hulpverleners zelf en hun aansprakelijkheid voor de fouten van alle anderen die zijn betrokken bij het EPD, maken het risico op schadeclaims groter. Bovendien zijn die claims in veel gevallen niet te verhalen. Het is daarom moeilijk vol te houden dat door invoering van het EPD de aansprakelijkheden niet wezenlijk van de bestaande aansprakelijkheidsrisico’s in de gezondheidszorg zullen verschillen, zoals de minister van VWS stelt.11

mr. Jacqueline Meyst-Michels, advocaat bij Van Benthem & Keulen N.V. te Utrecht
mr. Simona Tiems, advocaat bij Van Benthem & Keulen N.V. te Utrecht

Correspondentie: jmeyst@vbk.nl;
c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.


Samenvatting
- De aansprakelijkheidsrisico’s voor de arts zullen door invoering van het EPD toenemen. 
- Niet alleen is de kans dat de arts zelf fouten maakt groter, hij is ook aansprakelijk voor fouten van hulppersonen. 
- Hulppersonen kunnen andere zorgverleners zijn, maar ook ICT-bedrijven en Nictiz. 
- De arts kan bij fouten van hulppersonen de schade niet op die hulppersonen verhalen, wanneer zij hun aansprakelijkheid hebben beperkt of uitgesloten.

Medisch Contact-dossier: EPD

Referenties
1. Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg (vergaderjaar 2007-2008, 31 466, nr. 3).
2. www.minvws.nl/kamerstukken/meva/2008/invoering-elektronisch-patientendossier.asp
3. Dit artikel maakt deel uit van Titel 7, Afdeling 5 van het BW, welke titel ook wel WGBO wordt genoemd.
4. Het BW spreekt over ‘hulpverlener’, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg over ‘zorgaanbieder’.De definities overlappen elkaar, maar zijn niet gelijk. Dat zorgt voor onduidelijkheid.
5. Zie het concept Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg, TK, 2008-2009, 31 466, nr. 15.
6. TK, 2008-2009, 31 466, nr. 21.
7. Burgerservicenummer.
8. Volgens artikel 7 van de reeds geldende Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (Stb 2008, 164).
9. Toestemming van de patiënt is niet nodig voor het beschikbaar stellen van informatie over de patiënt. Het beroepsgeheim wordt via deze EPD-wet buiten werking gesteld. De patiënt kan alleen in algemene zin bezwaar maken tegen het EPD. Dit laat overigens het recht van de patiënt om bepaalde informatie uit het EPD te weren onverlet.
10. Dit is bepaald in Boek 7:463 BW.
11. TK, 2007-2008, 31 466, nr. 3, p. 22.

beeld: Getty Images
beeld: Getty Images
PDF van dit artikel
patiëntveiligheid aansprakelijkheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G. Veenstra

    Volledig eens met Mevrouw Edens-Schipper. Voor de niet medici lijkt een EPD een fantastisch middel maar zo'n geavanceerd systeem zal in de praktijk altijd storingsgevoelig blijven. Tijdelijk niet bereikbaar zijn etc. Bovendien kost het enorm veel (ex...tra) tijd. Ik heb meer vertrouwen in een arts aan mijn bed dan iemand die 90% achter de computer zit gegevens op te vragen, in te voeren en kloppend te krijgen. Bovendien is het belachelijk dat er zo streng gedaan wordt over patient gevoelige informatie terwijl de hogere 'ICT service' medewerker theoretisch alle gegevens prima ter inzage zou kunnen krijgen. ZO'n systeem kost enorm veel geld (moesten we niet bezuinigen in de zorg?), enorm veel service kosten, 24/7 standby tijd ICT helpdesk (ik hoor de stem aan de telefoon om 22.30 's avonds al zeggen 'een ogenblik geduld a.u.b. Wij zullen u zo spoedig mogelijk te woord staan'), veel tijd aan opvragen/opzoeken bij eerste consult waardoor nog minder relevante tijd over voor de patient zelf. Straks worden patienten enkel een 'bestand' in een systeem ipv een persoon met een medisce hulpbehoefte. De enige die echt beter wordt zijn de ICT'ers, beleidsvoerders, regering en het gevoel bij sommige patienten. De zorg wordt hier echt niet veel beter door!

  • Mike

    , Almere

    Het lijkt mij een goed idee om het EPD te koppelen aan bijv een zorgpas en of een pincode. Zodat alleen bij aanwezigheid van de klant een dossier kan worden bekeken. Als een arts zonder de klant iets wil onderzoeken, kan deze de klant bellen en vervo...lgens vragen of de klant via telefoontoetsen de pincode wil doorgeven. Bij spoedgevallen kan dit worden overruled door aanwezigheid van twee artsen die gecombineerd wel bij alle klantgegevens kunnen. Veel mensen in de zorg zijn helaas nieuwsgierig waardoor de Normale EPD kan zorgen tot misbruik van het pateientedossier, om bevoorbeeld famillie of buren door te lichten. Kunt u mijn systeem misschien bij de juiste mensen plaatsen ? Het is vrij eenvoudig dit te implementeren namelijk !

  • B. Adèr

    , Rotterdam

    Het EPD wordt door leken buiten de zorg als panacee gezien tegen alle "vermijdbare fouten" in de zorg.
    Door VWS, i.h.b. Klink is het een prestigekwestie, net als het rookverbod in café's.
    Het is duidelijk dat het EPD evenzeer een bron van fouten wor...dt. Bovendien zal het zeker gekraakt worden en het is onvermijdelijk dat tzt meerdere, ongewenste, partijen toegang zullen krijgen, als de politiek dat wenst, al dan niet onder druk van draagkrachtige partijen (zorgverzekeraars, IT leveranciers), die nog wel een commissariaat te vergeven hebben aan een politicus.
    In de bananenmonarchie, waartoe Nederland steeds meer verwordt, moet je dergelijke ontwikkelingen niet wensen. We zijn 1984 al lang voorbij en George Orwell heeft zijn gelijk nadien alsnog gehaald.

  • ai van heusden

    , sneek

    Waarom heb ik nog niemand horen opteren voor een patient-held-dossier? In zuidafrika hebben ze dat al jaren in de vorm van een patientgebonden notitieboekje(ingegeven door nomadisch levenden) en in delen van Polen zijn chipcards met je gegevens, die ...patient bij zich draagt en die in te zien zijn, maar niet persé gedownload hoeven. Een update bij een andere arts/Zh kan simpel toegvoegd. Als elke nederlandse patient een USB-stick heeft met zijn/haar data is de verantwoordelijk daar waar die hoort: bij de klant zelf. Artsen kunnen/hoeven niet deze gecompliceerde juridische verantwoordleijkheid op zich te nemen. Klanten hebben recht op eigenheid, zelfbeschikking en vrijheid. Eeen patientgebonden dossier doet recht aan de grondwet. Wie zorgt, dat Klink en de KNMG en de LHV en NICTIZ deze optie bekijken? De oplossing ligt vaak om de hoek, buiten de huidige denkkaders.
    PS. Vandaag kwam het eerste gezin op mijn spreekuur met een document, waarin zij uitdrukkelijk wensen NIET in een ICTbasis te willen worden opgenomen. Hulde!!

  • Pimm

    , Curacao

    Digitalisering, "...Klinkt-als...", waar doet me dit aan denken?

    Was het niet in de vorige eeuw dat het verhaal de ronde deed dat Digitalisering (?) veel nauwkeuringheid vereist ivm met de smalle bandbreedte? Een(1) Kruiden Vrouwtje veranderde de h...ele wereld, met haar redelijke behandeling voor Decompensatio Cordis, maar werd er zelf nauwlijks beter van.

    Nu is het met de deur in huis vallen en wie houdt die "Klink" vast (want die is zeker niet de leukste thuis) dit miljoenen project komt de zieke patient ten goede, is de kreet die mij zal bijblijven vastge"klonk"en aan dit experiment.

    Observeren, luisteren, onderzoeken en de kennis intergreren is niet iets wat een computer kan doen. Daarvoor is toewijding een noodzaak en de koude wereld van nullen en eentjes zou wel eens de doodslag kunnen zijn voor degeen die "echte zorg" het hardste nodig heeft.

    Om dit aan te voelen hoef je niet paranoide te zijn en je bent pas cynisch als je dit geneesmiddel als een heilzaam in de geneeskunde introduceerd.

  • M.H. Nieuwenhuis

    , Groningen

    Het niet luisteren van deze regering naar redelijke argumenten maakt mijn keuze bij de volgende verkiezing een stuk makkelijker.

  • A.R. Moes

    , NIJEVEEN

    BETAALT DE VERVUILER?
    Het ongemerkt naar binnen sluizen van volledig foute gegevens in het EMD kan in dit digitale tijdperk nog wel eens een zeer belangrijk item worden.
    Heb nu al een paar keer meegemaakt dat er specialistenbrieven binnenkwamen die... ogenschijnlijk helemaal in orde waren (NAW gegeven helemaal correct) terwijl de inhoud (diagnose, voorgeschiedenis etc) afkomstig was van een wildvreemde.

    Op deze wijze kreeg in ons EMD een cardiaal zeer gezonde heer plotseling een hartinfarct inclusief een reanimatie te verwerken.
    Ik geef het je maar te doen.

    Dit soort calamiteiten vereist een buitengewone opmerkzaamheid van degene (de huisarts zelf?)die verantwoordelijk is voor alles was in het EMD staat.
    Schokkende verschillen vallen natuurlijk eerder op, maar wat bij minder dramatische missers?

    Gelukkig bleek het infarct en de reanimatie een plakfoutje van de secretaresse van de specialist en kwam de heer (op papier) met de schrik vrij.
    Moest vervolgens nog aardig achter de vervuiler aanzitten om de zaak weer op te ruimen.
    Digitalisering is niet in alles een zegen!

  • D.M.M. Edens-Schipper

    , PEINS

    Het moge duidelijk zijn uit bovenstaand artikel, dat hier opnieuw ( na de DBC-systematiek) een monstrum geschapen wordt, waar niemand beter van gaat worden, behalve allerlei ICT- en serviceproviderbedrijven. Enorme geldverspilling! En het wordt er ...niet veiliger op voor de patient. Die veiligheid wordt het best gewaarborgd door goed luisteren en goed lezen. En wij artsen? Wij worden steeds meer administrateurs en koppen van Jut als het ( weer) niet blijkt te werken. In theorie kun je alles kloppend maken op papier, maar de werkelijkheid blijkt steeds weer weerbarstig ( zie het hoofdredactionele artikel over de Zorgketens voor chronische patienten, die verondersteld worden slechts 1 chronische aanoening te hebben). Zo raak je steeds verder verwijderd van de werkvloer. En de lachende derde is straks de zorgverzekeraar. Want reken maar dat er binnen nu en 5 jaar voldoende termen aanwezig zullen zijn om ook de bedrijfsgeneeskundigen, de verzekeringsgeneeskundigen en iedereen die er verder baat bij kan hebben om te beschikken over de gegevens uit het landelijk EPD de toegang daartoe wettelijk gegund gaat worden! Uit naam van de veiligheid zogenaamd. Maar het gaat alleen maar om geld en macht, 2 onlosmakelijk met elkaar verbonden termen.
    Ben ik paranoide en/of cynisch? Ik spreek u graag weer over 5 jaar.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.