Laatste nieuws
organisatie

Meer noodbedden voor kwetsbare ouderen nodig

Een gapend gat tussen te goed voor het ziekenhuis en te slecht voor thuis

Als er geen medische reden is voor een ziekenhuisverblijf, maar ontslag naar huis ook geen optie is, volgt vaak een opname op ‘sociale indicatie’. Overheid en zorgverzekeraars moeten hiervoor meer fysieke mogelijkheden, noodbedden, scheppen.

Voor kwetsbare ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen, maar die medisch gezien ook niet in het ziekenhuis horen, zijn de mogelijkheden beperkt. In een uitzending van Nieuws-uur van november 2015 sprak hoogleraar ouderengeneeskunde Jos Schols van een gapend gat tussen de zorg thuis en die in een instelling.

Als er geen medische reden is voor een ziekenhuisverblijf, maar ontslag naar huis ook geen optie is, volgt vaak een opname op ‘sociale indicatie’. Overheid en zorgverzekeraars moeten hiervoor meer fysieke mogelijkheden, noodbedden, scheppen.

Voor kwetsbare ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen, maar die medisch gezien ook niet in het ziekenhuis horen, zijn de mogelijkheden beperkt. In een uitzending van Nieuws-uur van november 2015 sprak hoogleraar ouderengeneeskunde Jos Schols van een gapend gat tussen de zorg thuis en die in een instelling.1

Patiënten die zich presenteren op de spoedeisende hulp (SEH) en na analyse geen medische opname-indicatie hebben, maar zich ook thuis niet kunnen redden, worden opgenomen op sociale indicatie. In de praktijk gaat het bij 5 procent van de chirurgische opnames om een sociale opname. Meestal betreft het oudere patiënten en speelt pre-existente achteruitgang in functioneren een rol, waarbij de presentatie op de SEH de laatste zet is naar een onhoudbare of onverantwoorde thuissituatie.

Voor ons was dit reden om de frequentie van en de redenen voor sociale opnames vanaf de SEH naar de afdeling Chirurgie in het Alrijne Ziekenhuis, locatie Leiderdorp te onderzoeken.

Sociale indicatie

We hebben alle chirurgische patiënten beoordeeld die in 2014 en 2015 op de SEH van de locatie Leiderdorp kwamen. Een sociale opname was gedefinieerd als een opname zonder medische indicatie. Op basis van statusonderzoek verzamelden we gegevens over thuissituatie, complicaties, opnameduur en ontslag.

In deze periode werden in totaal 3166 patiënten opgenomen op de afdeling Chirurgie vanaf de SEH. Van hen werden 151 patiënten (4,8%) opgenomen op sociale indicatie. Bijna evenveel chirurgische patiënten (126; 4,0%) moesten vanaf de SEH worden overgeplaatst naar een ander ziekenhuis, omdat in het Alrijne Ziekenhuis geen plaats was. Veruit de meeste patiënten van de 151 waren 65 jaar of ouder, vrouw en alleenwonend. Het merendeel woonde thuis (n=132; 87%), ongeveer de helft van hen ontving thuiszorg (n=61).

De diagnose op de SEH betrof in vrijwel alle gevallen een aandoening aan het bewegingsapparaat. Bij de meeste patiënten met een fractuur ging het om een bekkenfractuur of een pols- of bovenarmfractuur. In het geval van een contusie had de helft van de patiënten een contusie van de heup.

Gemiddeld werd 1,3 bed per dag op de afdeling Chirurgie bezet door een patiënt zonder medische indicatie.

Tijdens opname werden 68 complicaties geregistreerd bij 52 patiënten (34%) (zie tabel 1). Na ontslag gingen de meeste patiënten tijdelijk of blijvend naar een verpleeghuis, revalidatieplek of andere vorm van intramurale zorg (n=94, 62%) (zie tabel 2).

Eerstelijnsverblijf

Een kortdurende opname in een instelling, ook wel eerstelijnsverblijf genoemd, werd tot enkele jaren geleden geregeld vanuit de AWBZ. De AWBZ is vervangen door drie nieuwe wetten. De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt de zorg voor mensen met een zware, langdurige zorgbehoefte, zoals kwetsbare ouderen. De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wlz. Huishoudelijke hulp en dagbesteding zijn ondergebracht in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die wordt gecoördineerd door de gemeente. Tot slot zijn persoonlijke verzorging en verpleging thuis overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zw), die wordt georganiseerd door de zorgverzekeraars. Onder deze laatste wet valt ook het eerstelijnsverblijf; een kortdurend verblijf in een instelling voor mensen die om medische redenen tijdelijk niet thuis kunnen wonen.

In veel gevallen zal de huisarts naar een eerstelijnsverblijf of ‘noodbed’ verwijzen. Nogal eens is bij het verwijzen van kwetsbare patiënten geen noodbed beschikbaar, of pas na een wachttijd. Uit een peiling van de Landelijke Huisartsen Vereniging in 2015 bleek dat 38 procent van de huisartsen hier tegenaan loopt.2

Als patiënten na analyse op de SEH niet naar huis kunnen en er geen noodbed beschikbaar is, vallen zij tussen wal en schip en moeten zij worden opgenomen. Voor de oudere patiënt betekent dit een afname in de kwaliteit van zorg, omdat hij of zij in het ziekenhuis niet de zorg ontvangt die op dat moment nodig is, en men daarbij een risico loopt op complicaties tijdens opname. Ook voor de maatschappij betekent dit een afname in de kwaliteit van zorg, bijvoorbeeld doordat andere patiënten vanwege ruimtegebrek moeten worden overgeplaatst. Daarnaast worden onnodige kosten gemaakt door oneigenlijk gebruik van medische middelen.

Bij 5 procent van de chirurgische opnames gaat het om een sociale opname

Schippers

In november 2015 heeft staatssecretaris Van Rijn toegezegd 20 miljoen euro extra vrij te maken voor een tijdelijk verblijf in een zorginstelling, om zo het gat tussen thuis en ziekenhuis op te vullen.3 In een Kamerbrief van 30 mei jl. geeft minister Schippers nogmaals aan dat het belangrijk is maatwerk te bieden voor mensen met een kwetsbare gezondheid die kortdurend moeten terugvallen op intensievere zorg in het eerstelijnsverblijf. Hiertoe wordt het eerstelijnsverblijf vanaf 2017 ondergebracht in de Zorgverzekeringswet. Zij onderstreept dat de mogelijkheid tot kortdurende opname op dit moment nog een ontbrekende schakel is in de zorg dicht bij huis.⁴

Graag zouden wij zien dat er meer mogelijkheden komen om patiënten bij plotselinge veranderingen in de thuissituatie of ervaren gezondheid, zoals bij presentatie op de SEH, direct vanaf de SEH te kunnen overplaatsen naar een noodbed in een verpleeghuis om vanaf hier te analyseren welke zorg de patiënt (tijdelijk) behoeft. Dat voorkomt onnodige opname in het ziekenhuis. Op basis van de wettelijke bepalingen lijkt het ons redelijk dat de overheid en de zorgverzekeraars de regiefunctie nemen om dit probleem op te lossen. Wij gaan ervan uit dat ze kunnen rekenen op de volledige inzet en bereidwilligheid van zieken-huizen en betrokken specialisten om dit probleem aan te pakken.

dr. Willemien van de Water, arts-assistent in opleiding tot chirurg, Alrijne Ziekenhuis

drs. Ariane van Loevezijn, arts-assistent niet in opleiding, Alrijne Ziekenhuis

drs. Jephta van den Bremer, chirurg, Alrijne Ziekenhuis


contact

willemienvandewater@gmail.com

cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteurs.

Noten

1. Http://Nos.Nl/Nieuwsuur/Artikel/2071287-Gapend-Gat-Tussen-Het-Ziekenhuis-en-Thuis.html.

2. Https://www.lhv.nl/Actueel/Nieuws/Extra-Geld-Om-Tekort-Aan-Noodbedden-Op-Te-Lossen.

3. Kamerbrief Over Budgettair Kader Wlz 2015 en 2016.

4. Kamerbrief Over Eerstelijns verblijf in de Zorgverzekeringswet per 2017.

PDF van dit artikel

organisatie

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.