Meer jonge artsen twijfelen over loopbaan

ARBEIDSMARKTMONITOR - WERK EN INKOMEN

Aantal vacatures behoorlijk gedaald

Het aantal vacatures voor basisartsen en medisch specialisten daalde in het laatste kwartaal van 2015. Ondertussen ziet het loopbaanadviescentrum CarrièreCentrum Zorg dat een toenemend aantal jonge artsen ernstig twijfelt over hun carrièrerichting.

Specialisten ouderengeneeskunde hebben de banen voor het oprapen, net als sommige psychiaters en artsen verstandelijk gehandicapten. Dat was afgelopen jaar zo, en uit de jongste cijfers van de Arbeidsmarktmonitor blijken geen echt grote verschuivingen. Het Capaciteitsorgaan, dat de data heeft aangeleverd aan Medisch Contact, telde in de laatste drie maanden van 2015 in totaal 1334 vacatures. Dat is een behoorlijke daling; in het vierde kwartaal van 2014 waren het er nog 1604.

Het Capaciteitsorgaan telde in oktober, november en december 1089 vacatures voor medisch specialisten en profiel-artsen. Dat is ruim 16 procent minder dan in dezelfde periode in het jaar ervoor (1303). Ook waren er minder vacatures voor basisartsen (193), een daling van bijna 9 procent ten opzichte van het jaar ervoor.

In de top tien van vacatures blijkt de klinisch geriater een stijger; deze staat nu op de derde plek. Daarbij moet worden vermeld dat dit een relatief kleine beroepsgroep is: vergelijk de 17 vacatures met de 178 vacatures voor specialisten ouderengeneeskunde.

Twijfels

Loes van der Linden, directeur van loopbaanadviescentrum CarrièreCentrum Zorg – onderdeel van VvAA – bevestigt dat er weinig is veranderd: ‘Deze cijfers zijn al jaren ongeveer zo.’ Dat gezegd hebbende: ‘Dat wil niet zeggen dat er niets gebeurt op de arbeidsmarkt. Je haalt uit deze cijfers niet de mensen die thuis zitten, zich hebben omgeschoold of aan de slag zijn gegaan in een functie van een lager niveau of buiten de zorg werken.’

Met name het aantal aiossen, maar ook basisartsen dat ‘heel erg twijfelt’ over het specialisme, neemt ‘zienderogen’ toe, zegt Van der Linden. Ruim 55 procent van het aantal mensen dat bij het loopbaanbureau aanklopt, wil zich ‘heroriënteren’ op hun artsenloopbaan. ‘Vaak hebben deze jonge mensen een paar jaar geleden gekozen voor een opleidingsplek, wetende dat er maar weinig plekken zijn. Regelmatig was het nét niet hun eerste keuze, maar zijn ze er toch mee doorgegaan omdat ze wisten dat de mogelijk-heden beperkt zijn. Het is een dilemma. Gaandeweg de medische vervolgopleiding krijgen ze hun bedenkingen. Ze vinden het lastig daar iets aan te doen, sommigen beëindigen hun aiosschap zelfs.’

Deze twijfel speelt bij alle specialisaties, al zijn het wel meer aankomende klinische specialisten die hun carrière heroverwegen. ‘Meer de aiossen uit ziekenhuizen.’ Jonge huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde zijn vaker zeker van hun keuze. ‘Dit zijn mensen die meestal eerder tijdens hun opleidingstijd hun motivatie onder de loep hebben genomen en heel gerichte keuzes hebben gemaakt.’

Generatiekwestie

Twijfelaars waren er altijd wel onder studenten en beginnende artsen, erkent Van der Linden. Naar een verklaring voor de toename in het aantal mismatches kan ze alleen gissen, ze heeft geen exacte cijfers. ‘Uit wat ik in die praktijk zie, is het mogelijk een generatiekwestie. De generatie-Y is anders dan de 40-plussers. Ze zijn meer gewend om bij zichzelf te rade te gaan: wat wil ik zelf, wat past bij mij, wat heb ik nodig? En die onzekerheid durven ze uit te spreken.’ Maar er zijn meer factoren die meespelen. ‘De druk door het beperkte aantal opleidingsplaatsen: ik heb dan wel ja gezegd tegen een opleidingsplek, maar straks sta ik er alleen voor als medisch specialist en is dit specialisme wel wat ik wil?’

Het lijkt een open deur, toch wil Van der Linden onderstrepen dat opleidingen in een eerder stadium aandacht zouden moeten besteden aan dergelijke vraagstukken. ‘Eigenlijk zouden studenten in aanloop naar de coschappen een testje of training moeten doen: Waar ben ik zelf goed in? Past mijn persoonlijkheid wel bij het specialisme waar mijn voorkeur naar uitgaat – en waar ik misschien wel van jongs af aan van droom? Ik weet dat sommige opleidingen daar sterk op inzetten. Zo heeft de Radbouduniversiteit onder meer aandacht voor persoonlijk leiderschap en biedt zij mindfulness aan. Dat is al goed. Maar het beeld is gevarieerd; niet alle opleidingen vinden het even belangrijk. Toch begint de noodzaak toe te nemen, nu steeds meer jonge artsen hun loopbaankeuze ter discussie stellen.’

Auteur:

Marieke van Twillert

m.van.twillert@medischcontact.nl

Lees ook:

Download het artikel (PDF)