Meer geld naar jeugdzorg en ggz gemeenten

Er gaat dit jaar 420 miljoen euro extra naar de jeugdzorg. Ook ontvangen de gemeenten volgend jaar en in 2021 jaarlijks 300 miljoen euro extra voor de jeugdzorg. Daarnaast krijgen de gemeenten extra geld voor de ggz.

Dat maken minister Hugo de Jonge en staatssecretaris Paul Blokhuis bekend in een brief aan de Tweede Kamer. Zij stellen dat een onderzoek heeft uitgewezen dat het aantal kinderen dat jeugdhulp ontvangt de afgelopen jaren is toegenomen, er is sprake van een volumegroei van 12,1 procent. Dat méér kinderen met problemen eerder in beeld komen en passende hulp krijgen, vinden zij positief. Maar ze stellen dat door de groei en doordat de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten (sinds 1 januari 2015) nog niet voldoende van de grond is gekomen, het budget in veel gemeenten nu niet toereikend is. Daarom willen zij de gemeenten voor drie jaar tegemoetkomen. Ze stellen dat de grondslag voor een structurele financiële tegemoetkoming nog ontbreekt. Ook wijzen ze erop dat meer geld alleen niet leidt tot betere hulp. Volgens De Jonge en Blokhuis is er veel ruimte voor verbetering aan de kant van de gemeenten als het gaat om regie, sturing en samenwerking. Daar moet nog onderzoek naar worden gedaan.

De gemeenten krijgen ook meer geld voor de ggz. In 2019 wordt 50 miljoen euro extra beschikbaar gesteld. Het extra bedrag loopt jaarlijks op tot 95 miljoen in 2022 en zal daarna – in tegenstelling tot de jeugdzorg – structureel worden ingeboekt. Het extra geld voor de ggz is vooral bedoeld om de ambulantiseringsdoelstelling uit het hoofdlijnenakkoord te behalen.