Laatste nieuws
Ivan Wolffers
7 minuten leestijd
Op de bres

Medische helden, bestaan die?

1 reactie
Roc Canals Photography
Roc Canals Photography

In levende helden geloof ik niet, want we gaan gedurende ons bestaan door zoveel verschillende fasen dat zo’n etiket niet toereikend is om een complex mensenleven te dekken. We zijn schurken, minnaars, verraders, opscheppers, lafaards en helden, allemaal in een wezen op verschillende momenten en onder uiteenlopende omstandigheden. Ik denk dat alleen het eindoordeel telt.

Je kunt niet voor held studeren of naar een positie als zodanig solliciteren. Als het de samenleving uitkomt wordt iemand op het schild gehesen. Een held vervult namelijk een maatschappelijke behoefte. Hoe stuurlozer een samenleving is, hoe groter de behoefte aan helden. Helden zijn zelden leiders, eerder onvoldoende nadenkende roekeloze mensen. Ze worden helden genoemd en ons ten voorbeeld gesteld. Kijk eens, zo moet het!

Er zijn tegenwoordig te veel helden: jonge helden, helden van nu, helden van de stad, sporthelden, groene helden, KPN-helden. Wat hebben ze in hemelsnaam gedaan om held te worden? Een doelpunt gemaakt? Een vrouw met alzheimer die niet meer wist waar ze naartoe ging geholpen bij het oversteken? De term held is zo sterk aan inflatie onderhevig dat wie gezond verstand heeft liever geen held wil zijn. Anders word je namelijk ingedeeld bij een categorie mensen die het goed doet als logo voor een product, maar ongeschikt is voor de echte wereld.

Een gewoon beroep

Het bijvoeglijke naamwoord ‘medisch’ maakt het begrip held nog potsierlijker. Wat is in hemelsnaam een medische held? Ten onrechte is ons beroep sinds het begin der mensheid omgeven met de geur van speciale verdienste. Het schijnt dat wij artsen iets doen ‘voor de mensheid’ en dat schuurt voor menigeen aan tegen heldendom. Wie geneeskunde gaat studeren, noemt daarvoor vaak als reden ‘mensen te willen helpen’ en men spreekt bij voorkeur over een ‘roeping’. Alsof het om een beroep van een hogere soort gaat, terwijl je als arts bent verzekerd van een goed inkomen.

Ik vind dat er geen vanzelfsprekend verband is tussen het arts zijn en heldendom, zelfs al moet hij ’s nachts zijn bed uit om iemand te helpen, zelfs al heeft hij een paar jaar in Zambia of de Kongo gewerkt. Zelfs dr. Schweitzer is voor mij geen held, maar een man die gebruikt werd in de koloniale ideologie van een samenleving die zichzelf wijs wilde maken dat de witte mensenredder de onwetende heidenen in Afrika kwam genezen en alleen Europees vernuft in staat was de zweren en hete koortsen daar te helen.

Nee, we hebben een gewoon beroep, zoals ook de loodgieter, de timmerman of een computerprogrammeur, alleen met wat meer maatschappelijke status. Wie na dertig jaar als arts gewerkt te hebben met pensioen gaat heeft volgens mij niet automatisch een lintje verdiend.

Moed en heldendom zijn aan elkaar gekoppeld en de risico’s die je voor je ‘heldendaden’ neemt, dienen daarbij te worden meegewogen. Naar mijn mening bevat het begrip ‘medische held’ twee elementen: je moet ergens tegenin gaan of voor opkomen én daarbij moet je een persoonlijk risico nemen. Goedkope helden zijn de mensen die, door een menigte gelijkgestemden toegejuicht, luid slogans roepen. Weg met de honger! Minder kindersterfte! Betere toegang tot de zorg voor vrouwen! Het zijn de gelijkhebbers. Alle mensen die dapper op sociale media iets verkondigen zonder dat het ze iets kost zijn tefal-helden. Aanbrandvrij en dus wat mij betreft geen helden, ook al ga je er je leven lang mee door. Sorry, jullie hebben al gelijk, waarom wil je dan ook nog een held zijn?

Als het ze niets kost, zijn het tefal-helden

Echte held

Om een echte held te worden is een conflictsituatie nodig, waarbij je een beslissing neemt die slecht voor jezelf kan uitpakken. Ik ken zulke helden, want ik heb in mijn leven het voorrecht gehad met helden te mogen werken. Bijvoorbeeld Zafrullah Chowdhury, arts uit Bangladesh, die status en inkomen opgaf om op het platteland met de arme boeren samen te werken, die tegen de zin van de universiteiten meisjes met alleen lagere school opleidde tot blotevoetendokter omdat ‘echte’ artsen niet naar de dorpen kwamen, die zelf een fabriek opzette om de belangrijkste essentiële geneesmiddelen spotgoedkoop te produceren, daarbij de internationale patenten trotserend, huisarrest kreeg en altijd tegendraads bleef. Bijvoorbeeld Irene Fernandez uit Maleisië, die bereid was een paar jaar de gevangenis in te gaan voor haar werk op het gebied van mensenrechten en gezondheid. Ze ging voor de bulldozers staan die de krottenwijk van de allerarmsten kwamen afbreken omdat er een shoppingmall moest komen en weigerde de gegevens van ons onderzoek naar gezondheids­risico’s van illegale migranten aan de autoriteiten te overhandigen omdat ze wist dat de mensen die met ons hadden gesproken onmiddellijk uitgezet zouden worden. Beiden ontvingen voor hun heldendaden de Ramon Magsaysay Award, ook wel de Aziatische Nobelprijs genoemd. En let wel, ik deed mee aan het werk maar liep geen risico, omdat ik het juiste paspoort had.

Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog hebben Nederlandse artsen ook met zulke situaties te maken gehad. Het behandelen van ondergedoken landgenoten bijvoorbeeld. Nam je het daaraan verbonden risico of niet? Enerzijds heb ik twijfels hen helden te noemen want het maakt hun gedrag bijzonder en het pleit de lafaards vrij. Die konden daardoor denken dat zij hun plicht verzaakt hadden omdat ze nu eenmaal geen helden waren. Zij die hun nek uitstaken waren wel helden, net zoals andere Nederlanders die in het verzet actief waren, de niet-medische helden dus. Gedurende de bezetting richtte de bezetter de Artsenkamer op, als vervanging van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunde. In principe moest elke arts lid van die Artsenkamer zijn, om de bezetter meer greep op de gezondheidszorg te geven. Zelfstandig gevestigde artsen konden het zich meestal wel veroorloven geen lid te zijn, maar voor specialisten in een ziekenhuis was het onmogelijk. Als ze onderduikers behandelden konden ze door ‘foute’ collega’s worden verraden. Heldendom onder mensen in de zorg kreeg in die tijd gestalte door met allerlei vormen van moed te doen wat de Eed van Hippocrates voorschreef: iedereen behandelen. De mensen die het verzet tegen de Artsenkamer organiseerden zijn daarom helden en ze hebben daarbij geen bijvoeglijk naamwoord nodig.

Semmelweis

Mijn eigen medische held is Ignaz Semmelweis (1818 - 1865). Deze arts, die in Boedapest werd geboren, kwam in 1844 te werken in het Allgemeines Krankenhaus in Wenen, een academisch ziekenhuis met twee kraamafdelingen. Op de ene werden de vroedvrouwen opgeleid en op de andere medisch studenten. In die tijd overleed ongeveer 25 procent van de vrouwen die kraamvrouwenkoorts kregen en de algemene theorie over het ontstaan van de ziekte was dat het door de kwalijke dampen kwam. Semmelweis zag dat de sterfte op de afdeling waar de vroedvrouwen werden opgeleid vier keer zo laag was. Wat ging er op die afdeling waar de studenten werden opgeleid mis? Daar waren veel meer mensen die met hun ongewassen handen de vrouwen inwendig onderzochten en ze op die manier infecteerden. Semmelweis wist niets van bacteriële infecties want die ontdekking is van latere datum, maar hij begreep wel dat het niet aan de kwalijke dampen kon liggen en eiste dat het inwendig onderzoek uitsluitend nog gedaan werd nadat de handen grondig in bleekwater waren gewassen. Halverwege 1847 was door deze maatregel het aantal infecties gedaald tot 2 procent. Was Semmelweis daardoor een held? Nee, hij was een voorloper van de wetenschappelijke geneeskunde en deed zijn werk. Wat daarna gebeurde maakte hem wél tot een held.

Ignaz Semmelweis wast zijn handen voorafgaand aan een operatie.
Ignaz Semmelweis wast zijn handen voorafgaand aan een operatie.

Weggehoond

Steeds je handen wassen met bleekwater is pijnlijk. De artsen en de studenten hadden er een hekel aan en bovendien waren ze ervan overtuigd dat kraamvrouwenkoorts door die kwalijke dampen kwam. Semmelweis werd ontslagen, met als voorwendsel dat hij progressieve politieke sympathieën had. Hij verhuisde naar een ander ziekenhuis waar hij de kraamvrouwenkoorts tot onder de 1 procent bracht, terwijl het in hetzelfde jaar in zijn oude ziekenhuis 31 procent was. Uiteindelijk verwerkte hij in 1861 zijn gegevens in een artikel. Dat werd door zijn collega’s weggehoond. Het ergerde hen en de spanningen liepen op. Hij beschuldigde zijn collega’s van moord en op straat hield hij paartjes aan om ze te waarschuwen niet naar het Allgemeines Krankenhaus te gaan en thuis te bevallen. Hij werd opgepakt en eindigde in een gekkenhuis, waar hij overleed.

Onhandig

Elke keer als ik het verhaal van Semmelweis lees (zijn geschiedenis is het onderwerp van de dissertatie van Louis-Ferdinand Céline, de foute maar o zo grote Franse schrijver) ben ik ontroerd. Een medische held is iemand die tegendraads is omdat zijn ogen hem iets anders vertellen dan oude theorieën over miasma’s en dan niet zwijgt, die geteld heeft hoeveel vrouwen er doodgingen door de onwil van de grote heelmeesters om hun ongelijk te erkennen. Hij werd verstoten uit de gemeenschap van artsen omdat hij opkwam voor zijn patiënten. Ignaz Semmelweis was een held, een tragische held, een Don Quichotte die gek verklaard werd. Hij daagde zijn collega’s uit die angstig vasthielden aan hun oude zekerheden. Hij riep ze op te twijfelen aan wat ze deden, maar daarvoor zijn voorstellingsvermogen en verbeeldingskracht nodig. In een aan rust gewende organisatie zijn echte helden onhandig. In een wereld van uitgekristalliseerde en geïnstitutionaliseerde belangen lopen ze in de weg. En toch slaan ze op hun trommel, roepen dat de keizer geen kleren draagt en dat de zorg in haar hemd staat.

Ivan Wolffers, arts, wetenschapper, schrijver

contact:

wolf8050@planet.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Download (pdf)
  • Ivan Wolffers

    Ivan Wolffers is arts, wetenschapper en schrijver. Zijn ziekte, prostaatkanker, heeft zijn werk- en levenslust niet getemperd, wel zijn inzicht vergroot in de relatie tussen arts en patiënt: een wereld van verschil. Van 2010 tot 2016 schreef hij hierover columns voor Medisch Contact. Deze zijn gebundeld in het boek Kanker en Smiley's.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Maarten Vasbinder

    médico familiar e comunitario, Ubon Ratchathani

    Fijn dat je Semmelweis noemt. Nog steeds is het zo, dat je wordt uitgelachen als je de nadruk legt op handen wassen en hygiëne bij de behandeling van zieken. Bij het maken van visites lag bij Duitsers, Zwitsers en Oostenrijkers en Belgen altijd een s...chone handdoek en zeep klaar voor de dokter. Bij anderen vonden ze het maar gek dat je je handen wilde wassen, laat staan dat er een schone handdoek was. Ik troostte me dan maar met de gedachte dat wassen belangrijker is dan drogen. Het vieze handdoekje zou toch wel de bacteriën des huizes bevatten en daardoor niet zo gevaarlijk zijn.
    Erger is dat handschoenen en antibiotica door vele collegae als voldoende bescherming tegen contaminatie worden gezien. Daarbij zorgen ringen, armbanden, andere sierraden, telefoons en bezuinigingen door managers voor evenzovele besmettingsgevaren.
    In Spanje stelde ik ziekenhuizen voor de keus. Van mij geen patiënten meer, totdat er wat aan de hygiëne wordt gedaan. Persoonlijk controleerde ik zo nu en dan. Ze dachten werkelijk dat ik gek was en noemden me doctor poco loco.
    Helaas is het in Nederland niet anders in vele gezondheidscentra. Kennelijk is gedisciplineerde hygiëne niet politiek correct.
    Daarom zou elk ziekenhuis een groot portret van Semmelweis moeten ophangen met daaronder de tekst. Zonder deze arts, zou uw moeder uw geboorte niet hebben overleefd.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.