Medisch hoofd Vierdaagse: ‘Evenementenzorg is geen grapje’

Anesthesioloog in opleiding Jop van den Berg is het hele jaar druk met vier zomerse dagen. Hij leidt deze week in Nijmegen het team van eenentwintig artsen en veertig verpleegkundigen dat zorg verleent aan de 44.480 deelnemers aan de Vierdaagse.

De medici komen uit heel Nederland vanuit specialismen als orthopedische chirurgie en anesthesie en zijn vaak al jaren medisch vrijwilliger bij het wandelevenement. Van den Berg doet dienst sinds 2013 en werd in 2015 hoofd. Er zijn EHBO’ers voor de duizenden blaarbehandelingen, oververhitting en dergelijke. De artsen houden zich bijvoorbeeld bezig met onwelwordingen, reanimatie – dit jaar gelukkig nog niet – en een deel van de ambulancezorg.

De medische dienst heeft op het terrein een noodhospitaal in een feesttent en een noodhulpvoertuig. Van den Berg: ‘We werken het hele jaar naar deze dagen toe en zetten iets neer dat verdacht veel lijkt op een zorginstelling.’ De behandelpost bevat acht behandelboxen voor huisartsenzorg en SEH-zorg en een koelpoli met banken in de koelte waar mensen met overbelasting van het bewegingsapparaat ijs, medicatie en advies kunnen krijgen.

Het noodziekenhuis heeft ook een crash box voor instabiele patiënten. ‘De ambulancedienst kan door de drukte niet beloven dat de aanrijtijden worden gehandhaafd, daarom beginnen wij alvast op het terrein te behandelen.’ Het streven is dat de reguliere ambulancediensten en ziekenhuizen zo min mogelijk extra worden belast. Van de ruim zeshonderd medische zorgcontacten die de medische dienst van de Vierdaagse jaarlijks te verwerken krijgt, lukt het om minstens tweehonderd contacten uit het reguliere circuit, zoals de huisartsenposten en SEH’s, weg te houden, zegt Van den Berg.

Het gelegenheidsteam biedt wel zorg die aan alle standaarden moet voldoen. ‘Evenementenzorg is geen grapje. Het gaat om serieuze hulpvragen’, zegt Van den Berg. Het noodhospitaal is ingericht volgens de huisartsenstandaarden en de uitrusting van het noodvoertuig voldoet aan de richtlijnen van de ambulancedienst. Van den Berg is als vrijwilliger in dienst van het Rode Kruis en moet verantwoording afleggen aan het medisch hoofd van de Stichting Vierdaagse, die vanuit Defensie is aangesteld. Ook werkt de medische dienst nauw samen met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR).

Ieder jaar wordt ook de inspectie uitgenodigd voor visitatie. ‘Zij vinden het stiekem heel erg leuk om te komen kijken op het terrein’, zegt Van den Berg. De toezichthouder kijkt bijvoorbeeld naar medicatieopslag en -uitgifte. ‘Omdat de Vierdaagse van oorsprong een militair evenement is, nodigen we ook de Inspectie Militaire Gezondheidszorg uit. Het ene jaar komen zij, het volgende de IGJ en zo wisselen ze elkaar af.’

Vervanger van aios Van den Berg in zijn rol als medisch hoofd in Nijmegen, is een van zijn supervisoren uit Groningen. Van den Berg: ‘We werken hier prima samen. Het grappige is dat vergeleken met thuis de supervisierol hier omgekeerd is.’ De samenwerking loopt sowieso op rolletjes, volgens Van den Berg ‘juist omdat iedereen hier voor zijn lol zit.’ Als de diagnose niet voor zich spreekt, vormen de medisch geschoolden een clubje van vijf man. ‘We hebben ambulanceverpleegkundigen en verpleegkundigen op de hartbewaking en de intensive care. Zij vertellen wat ze doen als zich zoiets in het ziekenhuis voordoet, we leren altijd veel van elkaar,’ aldus Van den Berg, die daaraan toevoegt dat ze naarstig op zoek zijn naar collega’s.

‘Een beetje sportgeneeskunde, een huisartsendeel want deze mensen wonen een week in Nijmegen en kunnen niet naar hun eigen huisarts en een deel acute zorg. We dekken zo’n beetje de hele eerste lijn af’, zegt Van den Berg. De ggz is niet apart vertegenwoordigd. Van den Berg: ‘Maar de lopers die bij ons komen zijn over het algemeen uitgeput, soms tot huilens toe. Dan is het heel belangrijk dat ze een begripvol team aan hun bed hebben. Dat krijgen we gelukkig ook vaak te horen. Op vrijdag krijgen de lopers hun gladiool. Sommigen komen terug en geven die aan ons. “Jullie hebben ervoor gezorgd dat ik dinsdag kon doorlopen”, zeggen ze dan bijvoorbeeld.’