Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
3 minuten leestijd
Wetenschap

‘Medicijnen op maat bereid je magistraal’

1 reactie

Personalized medicine kan nooit wat worden als de wijze waarop nu medicijnen ontwikkeld, getest en toegelaten worden, niet radicaal verandert. Dat proces is te weinig flexibel en te tijdrovend.

Tussen de aanvraag voor toelating van een nieuw medicijn en het moment dat het daadwerkelijk op de markt verschijnt verloopt gemiddeld drie jaar. Dat is veel te lang. Zo lang kan bijvoorbeeld een kankerpatiënt niet wachten op een op zijn tumorkenmerken afgestemd medicijn. Momenteel zijn er ongeveer 200 verschillende kankersoorten bekend en er zijn zo’n 250 kankermedicijnen op de markt. Naar schatting 1200 medicijnen zitten in de pijplijn. Stel dat er meestal een combinatie van medicijnen noodzakelijk is om kanker te behandelen. Dan is het schier onmogelijk om alle mogelijke combinaties in trials te onderzoeken die volgens de geijkte regels verlopen en vervolgens de uitkomsten voor te leggen aan de geneesmiddelautoriteiten zoals FDA of EMA. Zelfs als je je beperkt tot die combinaties die op het eerste gezicht klinisch voor de hand liggen zou dat veel te lang duren. Dat stellen Huub Schellekens, hoogleraar Farmaceutische Biotechnologie (Universiteit Utrecht) en medewerkers in een publicatie die in Nature Biotechnology is verschenen.

‘En vergeet de olifant in de kamer niet’, voegt Schellekens daaraan toe. ‘Onlangs was ik op een meeting waar onderzoekers elkaar bewierookten maar het belangrijkste thema uit de weg gingen: de prijs van op maat gemaakte geneesmiddelen. Die is veel te hoog en zorgt ervoor dat zelfs in ons deel van de wereld de helft van de patiënten zulke weesmedicijnen niet krijgt.’ Gezamenlijk inkopen, praten met de industrie, zoals de politiek nu van plan is – dat gaat allemaal geen zoden aan de dijk zetten, meent Schellekens. ‘Er zijn maar twee wegen: de zaak juridisch aanpakken of de industrie negeren. Dat laatste doen wij.’ Het sleutelbegrip daarbij is ‘magistrale bereiding’: ‘Maak het geneesmiddel voor die ene patiënt zelf. Zo omzeil je namelijk alle belemmerende factoren als beoordelingsprocedures, markttoelating en de hoge prijs.’ Hij denkt in de eerste plaats aan de productie van biologicals zoals proteïnen, peptiden en monoklonale antilichamen, maar er is volgens hem geen goede reden om aan te nemen dat het ook niet kan met kleine moleculen.

De vraag is wel of het op den duur nog wel ‘magistrale bereiding’ mag heten. Daarom is er op initiatief van de Utrechtse Universiteit een ‘proof of principle’-project gestart waarin een aantal ‘biosimilars’ magistraal wordt bereid. Uiteraard willen de onderzoekers zo laten zien dat dit biotechnologisch mogelijk is en dat de aldus gemaakte geneesmiddelen veilig zijn – waarover wat Schellekens betreft overigens geen enkele twijfel bestaat. Maar ze willen ook aantonen dat de regelgeving zoals die nu geldt voor magistrale bereiding, niet langer is vol te houden voor deze productiewijze. Schellekens: ‘Stel dat we Lemtrada (alemtuzumab, een middel om actieve relapsing remitting multiple sclerose te behandelen, red.) zouden moeten maken voor een specifieke patiënt. Daar heb je dan z’n 90 milligram van nodig. Maar je maakt heel gemakkelijk veel meer. Blijf je in de geest van magistrale bereiding dan moet je strikt genomen het restant dat je niet nodig hebt weggooien.’ 

Schellekens’ team hoopt dat politiek en IGZ hen de tijd gunnen en dat ze niet gedwongen worden het project vroegtijdig te staken omdat ze ‘ongeteste medicijnen’ zouden produceren. Schellekens: ‘We willen laten zien wat we doen, en het potje met medicijn bij wijze van spreken in een uitzending van de De Wereld Draait Door naast de minister kunnen zetten en vragen: “Moeten we dit nu weggooien of mogen we doorgaan?”’

Hoe dan ook: zorgverzekeraars CZ, Zilveren Kruis en Menzis dragen bij als financier van het ‘proof of principle’-project. Zij beschouwen het nu al als een veelbelovend concept.

Making individualized drugs a reality, Huub Schellekens, Mohammed Aldosari, Herre Talsma, Enrico Mastrobattista/ Nature Biotechnology, 7 juni 2017, DOI 10.1038/nbt.3888

Lees ook
Wetenschap biologicals dure medicijnen
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Cornelis Bruijninckx

    chirurg, Rotterdam

    Wordt bij deze simplificatie niet vergeten dat geneesmiddelen voor toelating op de markt eerst uit den treure getest moeten zijn en dat dit juist heel veel geld kost? Zieke mensen niet geteste medicatie voorschrijven, mag dan goedkoop zijn, maar ech...t goedkoop is het pas wanneer het ook effectief is en dat moet dan nog bewezen worden?
    Volgens mij zouden we als maatschappij, liefst als Europees blok, nieuwe medicijnen moeten ontwikkelen in universitaire centra, in samenwerking met grote satellieten, en farmaceutische industrieën vragen in te schrijven voor productie van die medicijnen. Dan kunnen die industrieën geen idioot hoge prijzen vragen met verwijzing naar hun hoge kosten voor R & D, en de universitaire centra verdienen de eerste 10 jaar op hun octrooien. Omdat winst niet het eerste oogmerk meer is, kunnen ook makkelijker die zogenaamde 'weesmedicijnen' ontwikkeld en verbeterd worden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.