Laatste nieuws
8 minuten leestijd
Uitspraak tuchtcollege

MC 09 - Adequaat reageren op het juiste moment

Plaats een reactie

Artsen doen er goed aan weerstand te bieden aan de soms sterke en begrijpelijke behoefte om meteen te reageren op door hun patiënten tegen hen ingediende klachten. Een eerste reactie draagt als regel niet bij aan het vinden van een oplossing. Zo ook in onderstaande casus, waarin de aangeklaagde huisarts in een eerste opwelling reageerde met het aan een terminale patiënt acuut toezenden van een formulier voor overschrijving naar een andere huisarts. Ter verklaring voerde de huisarts aan dat hij door ontvangst van de klacht van streek was geraakt en meende geen goede zorg meer te kunnen bieden. Het tuchtcollege keurde deze reactie af. Het overwoog daarbij dat de huisarts niet zonder meer ervan had mogen uitgaan dat nu de klacht was ingediend door een zoon van de patiënt, dit ook namens de patiënt was gedaan. Kennelijk beschikte het college daarbij over - niet in de uitspraak vermelde - informatie. Deze had voor de huisarts voldoende aanleiding moeten zijn om eraan te twijfelen of de patiënt zelf wel op de hoogte was van het feit dat namens hem een klacht was ingediend. Overigens een sterk vanuit de ratio opgebouwde beoordeling van een emotionele reactie! Hoewel een klacht vaak een forse kras in de arts-patiëntrelatie kan opleveren, oordeelt het college wel terecht dat de arts ook hier eerst goed de diagnose van de klacht had moeten stellen.


Hoe lagen overigens de feiten? Voor een 76-jarige man - sinds veertien jaar ingeschreven bij de aangeklaagde huisarts - die was geopereerd aan een carotisstenose, werd in eerste instantie door diens dochter en later door een medewerker van de Thuiszorg (daags voor de vakantie van de huisarts) een visite aangevraagd. Hoewel de huisarts de patiënt geruime tijd al niet meer had gezien, schatte hij het in als een sociale visiteaanvraag en zette hij hem voor na zijn vakantie op de visitelijst. En dat, terwijl de medewerker van de Thuiszorg volgens eigen zeggen had gemeld dat de patiënt geel zag en niet of nauwelijks at. Twee weken later wordt bij de patiënt een niet-behandelbaar pancreascarcinoom vastgesteld.


Soms gaan in de hectiek van de laatste dag voor de vakantie de lampjes niet of te laat branden. Helaas een zaak met gemiste kansen aan beide kanten, en met enkel verliezers.

B.V.M. Crul, huisarts
mr. W.P. Rijksen


Het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven heeft het navolgende overwogen en beslist in de klachtzaak van:


A, wonende te B, klager; tegen: C, huisarts, wonende te D, verweerder.


Na de indiening van het klaagschrift en de verzending van een afschrift daarvan aan verweerder heeft de voorzitter het vooronderzoek opgedragen aan de secretaris.


Het College heeft kennisgenomen van het klaagschrift, van de in het kader van het vooronderzoek ingekomen stukken, te weten een toelichting op het klaagschrift, het verweerschrift, de repliek, de dupliek en van de bij deze stukken overgelegde bescheiden.


De klacht is behandeld op de zitting van woensdag 26 mei 1999, waarbij zijn gehoord klager en verweerder, de laatste bijgestaan door mr. E, advocaat te F.

Het College heeft naar aanleiding van de klacht de navolgende feiten en omstandigheden onderzocht en op grond van de inhoud van de gedingstukken het navolgende vastgesteld:


Klager is de zoon van G, die is geboren in 1922 en die hierna ook zal worden aangeduid als: de patiënt. Verweerder is sedert 1984 de huisarts geweest van de patiënt. Deze is in het najaar van 1997 geopereerd aan een carotisstenose.


Omstreeks 17 juli 1998 heeft een dochter van de patiënt telefonisch aan verweerder gevraagd of deze de patiënt wilde bezoeken omdat het niet goed met hem ging, hij een slechte eetlust had, maar wel veel rookte en dronk. Verweerder heeft daarop gezegd dat een visite hem niet nodig leek, dat de patiënt het naar zijn mening redelijk goed maakte en dat het wel vaker gebeurde dat oude mensen veel rookten of dronken, maar dat hij hun dit niet kon verbieden.


Op vrijdag 24 juli 1998 heeft een medewerker van de Thuiszorg telefonisch aan verweerder tijdens diens spreekuur gevraagd de patiënt te bezoeken, omdat deze volgens de betreffende medewerker achteruitging. Verweerder heeft toen gezegd dat de wachtkamer gevuld was met patiënten, dat deze vrijdag zijn laatste werkdag was en dat hij dan voor drie weken met vakantie zou gaan, maar dat hij na zijn terugkeer van vakantie een bezoek bij de patiënt zou afleggen.


Op advies van genoemde medewerker van de Thuiszorg heeft klager op maandag 27 juli telefonisch contact opgenomen met de voor verweerder waarnemende huisarts. Deze heeft de patiënt op 28 juli  bezocht en ervoor gezorgd dat een bloedonderzoek werd verricht. Naar aanleiding van de uitslag daarvan is de patiënt op vrijdag 31 juli gezien door een internist, die de patiënt op maandag 3 augustus 1998 in het ziekenhuis heeft laten opnemen. De diagnose is gesteld op een niet-behandelbaar pancreascarcinoom. Op 15 augustus is de patiënt uit het ziekenhuis ontslagen.


Enige dagen later heeft verweerder hem bezocht. Een dochter van de patiënt heeft verweerder vervolgens gevraagd versterkende voeding aan de patiënt voor te schrijven wegens diens gewichtsverlies. Verweerder heeft daarop geantwoord dat in dergelijke gevallen Fortimel werd voorgeschreven, maar dat dit middel niet smakelijk was en erg duur en dat hij niet wist of Fortimel door het Ziekenfonds werd vergoed. Verweerder heeft toen geadviseerd de patiënt magere pap met bessensap te geven en eventueel bij de apotheek advies in te winnen over de mogelijkheid van vergoeding van Fortimel door het Ziekenfonds. Korte tijd later is het klaagschrift in de onderhavige zaak ingediend bij het Centraal Medisch Tuchtcollege en is gelijktijdig een afschrift daarvan toegezonden aan de verweerder. Deze heeft daarop aan de patiënt een formulier toegezonden voor overschrijving naar een andere huisarts binnen de regio B, D, H, I en J. De patiënt heeft na ontvangst van dit formulier en na overleg met zijn kinderen besloten een andere huisarts te kiezen.

De klacht behelst, zakelijk weergegeven, een drieledig verwijt: in de eerste plaats dat verweerder bij herhaling geen gevolg heeft gegeven aan een verzoek de patiënt te bezoeken; in de tweede plaats dat verweerder onjuist heeft gehandeld door na ontvangst van een afschrift van het klaagschrift de patiënt het hierboven genoemde formulier voor overschrijving naar een andere huisarts toe te zenden; en in de derde plaats dat verweerder is tekortgeschoten in zijn reactie op het verzoek van de dochter van de patiënt aan deze versterkende voeding voor te schrijven.

Omtrent deze klacht moet het navolgende gelden:
Ter verklaring van het feit dat hij de patiënt niet heeft bezocht, nadat hem eerst door diens dochter en vervolgens door een medewerker van de Thuiszorg om een visite was gevraagd, heeft verweerder aangevoerd dat de patiënt het naar zijn mening gezien zijn leeftijd en omstandigheden redelijk goed maakte en dat hij het niet in zijn macht had de patiënt minder te laten roken of drinken. Met betrekking tot het verzoek van de medewerker van de Thuiszorg heeft verweerder nog opgemerkt dat het met hem gevoerde telefoongesprek slechts een halve minuut heeft geduurd en dat hij diens hulpvraag heeft opgevat als een verzoek om een sociale visite die ook na zijn vakantie kon worden afgelegd.

Ter zitting is gebleken dat verweerder de patiënt al geruime tijd voor genoemde telefoongesprekken niet meer had gezien en dat hij hem niet meer had onderzocht sedert zijn operatie wegens de carotisstenose. Zowel uit het verzoek om een visite van de dochter van de patiënt als uit het verzoek van de medewerker van de Thuiszorg bleek dat deze twee personen van wie zeker de medewerker Thuiszorg in staat moest worden geacht tot een objectieve en deskundige beoordeling van de noodzaak van onderzoek door de huisarts, het gewenst achtten dat verweerder de patiënt zou bezoeken. Verweerder heeft beide verzoeken afgewezen zonder zich door het stellen van gerichte vragen nader te informeren over de actuele toestand van de patiënt en over de redenen waarom de dochter respectievelijk medewerker Thuiszorg het gewenst achtten dat deze door verweerder werd gezien. Daarbij is ook van belang dat de medewerker Thuiszorg volgens de door deze voor akkoord ondertekende, bij repliek overgelegde verklaring van de dochter van de patiënt aan verweerder heeft gemeld dat deze geel zag en niet of nauwelijks at. Gezien deze mededelingen kon verweerder een visite niet uitstellen tot na zijn vakantie en had hij, afhankelijk van de hem op zijn vragen door de medewerker Thuiszorg verstrekte informatie, hetzij de patiënt die dag nog zelf moeten bezoeken, indien een visite op die dag inderdaad geïndiceerd was, hetzij de weekendwaarnemer over de patiënt moet informeren. Het eerste onderdeel van de klacht is derhalve gegrond.

Het tweede verwijt heeft betrekking op het handelen van verweerder nadat hij een afschrift had ontvangen van het klaagschrift dat aanvankelijk is toegezonden aan het Centraal Tuchtcollege en vervolgens is doorgezonden aan het College te Eindhoven. Verweerder heeft als verklaring voor de toe- zending van het formulier aan de patiënt aangevoerd dat hij door de ontvangst van de klacht helemaal van streek was en meende dat hij geen goede zorg meer kon bieden aan de patiënt. Dit is naar het oordeel van het College niet steekhoudend. De klacht was niet ingediend door de patiënt, en verweerder mocht er niet zonder meer van uitgaan dat deze op de hoogte was van de klacht en daarmee instemde. De indiening van de klacht door de zoon van de patiënt betekende in ieder geval geen gewichtige reden voor opzegging van de behandelingsovereenkomst met de patiënt zelf en verweerder had er zich ten minste van moeten vergewissen of deze ook zelf van mening was dat de indiening van de klacht betekende dat de vertrouwensband tussen hem en verweerder onherstelbaar was beschadigd. De toezending van het formulier voor overschrijving naar een andere huisarts was temeer laakbaar, omdat deze bejaarde en alleenstaande patiënt, die kort voordien was geconfronteerd met het feit dat hij leed aan een ernstige en ongeneeslijke ziekte, daardoor op korte termijn voor de noodzaak werd gesteld een andere huisarts te kiezen. Verweerder had zich behoren te realiseren dat, hoe hijzelf ook dacht over de verstoring van de vertrouwensband, hij zeker deze patiënt niet op deze wijze mocht overvallen met dit formulier. Ook het tweede verwijt is derhalve naar het oordeel van het College gegrond.

Het derde verwijt zal het College afwijzen. De behandelend internist had geen versterkende of speciale voeding voorgeschreven. Verweerder heeft niet onjuist gehandeld door naar aanleiding van het verzoek van de dochter van de patiënt Fortimel voor te schrijven eerst een voedingsadvies te geven en haar daarbij in overweging te geven bij de apotheek te informeren over de mogelijkheid of Fortimel voor rekening van het Ziekenfonds kon worden verstrekt.

De eerste twee verwijten zijn derhalve gegrond. Verweerder is op deze twee punten in zodanig ernstige mate tekortgeschoten dat naar het oordeel van het College niet kan worden volstaan met de lichtste tuchtrechtelijk maatregel, doch een berisping moet worden opgelegd.

Het College acht het voorts in het algemeen belang gewenst dat de onderhavige beslissing in geanonimiseerde vorm zal worden bekendgemaakt.
Beslissende:

Verklaart de eerste twee onderdelen van de klacht gegrond;

Legt verweerder ter zake op de maatregel van berisping;

Verklaart het derde onderdeel van de klacht niet gegrond.

Bepaalt dat deze beslissing in geanonimiseerde vorm overeenkomstig art. 71 van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant en zal worden toegezonden met verzoek tot publicatie aan de redactie van Medisch Contact.

Aldus beslist door mr. M.A.M. Raaijmaakers, voorzitter, A.F.A. van de Reepe en H.C.Th. Maassen, plv. leden-geneeskundigen, in aanwezigheid van mr. M.C.J. Houben. plv. secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 7 juli 1999 door mr. M.A.M. Raaijmaakers, in tegenwoordigheid van mevrouw mr .drs. H.L.E. van Dijck. <<

thuiszorg ouderen alvleesklierkanker
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.