LHV zet goedgekeurde spelregels mededinging op rij

De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft op een rijtje gezet in hoeverre huisartsen wel en niet samen mogen optrekken bij de contractonderhandelingen met zorgverzekeraars. Aanleiding is de blijvende behoefte aan duidelijkheid over de grenzen van mededingingswetgeving bij de LHV-achterban. Toezichthouder ACM heeft meegekeken bij het opstellen van de ‘mededingingsspelregels’.

Op de site van de LHV is sinds vorige week een nieuw overzicht te vinden waarin staat wat de speelruimte is voor huisartsen die in overleg met een zorgverzekeraar zijn over nieuwe contracten. Een woordvoerder van de LHV laat weten dat het om ‘bestaande werkafspraken’ gaat, die ‘nog eens onder elkaar zijn gezet’ en op een beter vindbare onlineplek zijn geplaatst.

Uit een ledenpeiling van de LHV over het contracteringsproces met zorgverzekeraars bleek dit voorjaar dat huisartsen de behoefte hebben om hun krachten te kunnen bundelen in contractgesprekken met zorgverzekeraars, omdat zij het contact daarover niet als gelijkwaardig beschouwen. De LHV gaf toen aan als ideaal te zien dat eerstelijnspartijen contracteringsteams opzetten voor de onderhandelingen, die kennis en ervaring met elkaar kunnen delen. De bedoeling was om de huisartsen te steunen in hun pogingen om afspraken uit het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord voor huisartsenzorg gerealiseerd te krijgen.

Dat was echter reden voor toezichthouder ACM om kritisch mee te kijken naar deze ‘professionaliseringsslag van het overleg tussen huisarts en zorgverzekeraar’, laat een ACM-woordvoerder weten. ‘Wij vroegen ons af of dat in lijn was met de mededingingsregels, dus zijn toen in overleg gegaan.’ Dat heeft geleid tot het uitschrijven van het nieuwe overzicht.

Die ‘concurrentiespelregels’ zijn naar de zin van de toezichthouder, die ze als volgt samenvat: huisartsen mogen geen collectieve afspraken maken over concurrentiegevoelige zaken zoals tarieven of serviceaspecten, zij mogen dergelijke concurrentiegevoelige informatie niet met elkaar uitwisselen en zij mogen elkaar niet adviseren over het al dan niet aannemen van een contract of contact hebben over tussentijdse onderhandelingsresultaten. De ACM verwacht dat de opgestelde LHV-handleiding ‘leidt tot betere gesprekken tussen huisartsen en zorgverzekeraars over zorgcontracten’, en zo ‘kunnen bijdragen aan goede en betaalbare zorg voor patiënten en verzekerden’.

Huisartsencollectief ‘Het roer moet om’ pleitte eerder voor een verruiming van de mededingswetgeving, die huisartsen onder ondernemers schaart. Daar wilde voormalig VWS-minister Edith Schippers niet aan. Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord wel opgenomen dat ‘aanpassing van (de toepassing van) mededingingsregels is aangewezen als samenwerking in het belang van patiënten erdoor wordt gefrustreerd’. Maar dat heeft nog niet tot nieuwe wetgeving geleid.