Levenseindekliniek: ‘Laat registratie-eis scenarts vallen’

De Commissie Opleiding en Registratie SCEN-arts (CORS) moet de eis dat een scenarts geregistreerd is als huisarts of specialist laten vallen, omdat deze leidt tot een gebrek aan scenartsen. Dat zegt Steven Pleiter van de Stichting Levenseindekliniek (SLK).

In 2009 stelde de CORS met het oog op kwaliteit de regel in dat scenartsen geregistreerd moeten zijn als huisarts of medisch specialist. Dit vloeide voort uit het besluit van het federatiebestuur van de KNMG in 2008 dat een scenarts recente kennis en vaardigheden uit de klinische praktijk als huisarts, medisch specialist of specialist ouderengeneeskunde nodig heeft om te kunnen beoordelen of er geen andere, redelijke alternatieven zijn voor de patiënt, één van de wettelijke zorgvuldigheidseisen. Maar gepensioneerde artsen komen daardoor niet meer in aanmerking voor dit werk, terwijl deze groep juist goed vertegenwoordigd is onder de scenartsen. In Medisch Contact van 6 december j.l. protesteerde huisarts Ton Davids namens scengroep Twente tegen het verlies van deskundige en ervaren collega’s door ‘verlammende en zinloze artikelen en regeltjes’.

Davids geeft het voorbeeld van een collega, ‘BIG-geregistreerd als basisarts, werkzaam als arts voor de Levenseindekliniek en 18 jaar SCEN-arts’. Hij merkt op dat de vrouw tijdens haar werk voor de Levenseindekliniek zich wel mag uitspreken over de meest gecompliceerde euthanasieaanvragen en deze mag uitvoeren maar geen scenarts meer mag zijn. De CORS antwoordde dat met inschrijving de ‘essentiële eis’ toetsbaar is dat de arts met werk in de klinische praktijk kennis en vaardigheden bijhoudt. Scenartsen die voor 2016 al scenarts waren, maar niet RGS geregistreerd, kunnen soms wel aanblijven als zij minimaal zestien uur per week in de klinische praktijk werken, stelde CORS-voorzitter Bart Schudel. Maar het werk van de collega voor de Levenseindekliniek was volgens hem ‘te beperkt om te kunnen zien als “werkzaam in de klinische praktijk”.’

De Levenseindekliniek vindt dit ‘onvoorstelbaar’, zegt SLK-bestuurder Steven Pleiter. ‘Geen enkele praktijkervaring is zo relevant voor het toetsen van een euthanasieverzoek aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen als het werken voor de Levenseindekliniek.’ Pleiter maakt zich grote zorgen over de beschikbaarheid van scenartsen. Bij een gebrek daaraan moet de Levenseindekliniek een andere onafhankelijk arts inschakelen. ‘De kwaliteit van het onafhankelijk consult zal dan echter minder zijn’, verwacht Pleiter. De KNMG heeft alle scengroepen afgelopen week laten weten van de onvrede over de herregistratieregels voor scenartsen op de hoogte te zijn en dit in januari te bespreken met CORS.