Laatste nieuws
J.C.C. Borleffs c.s.
5 minuten leestijd

Les in onderwijzen

Plaats een reactie

Nieuwe stage voor arts-assistenten

Medisch specialisten in opleiding krijgen onderwijs, maar zij moeten het ook kunnen geven. Aan dat laatste wordt in de opleiding nog maar weinig aandacht besteed. Daar brengt de stage onderwijs interne geneeskunde verandering in.

Onderwijsvernieuwing staat volop in de belangstelling. Het gaat hierbij niet alleen om het onderwijs aan studenten tijdens de basisopleiding, maar ook om het onderwijs aan de arts-assistenten tijdens hun specialisatie en om bijscholing voor eenmaal gevestigde specialisten. Er is echter wel een groot verschil in het tempo waarin de onderwijsvernieuwingen zich in de verschillende fasen van het traject van student tot specialist afspelen.


De curriculumvernieuwingen voor de student gaan het snelst. Inmiddels zijn in alle acht universitaire centra nieuwe onderwijsprogramma's ontwikkeld of ze zijn in de maak. Voor de arts-assistent en de specialist zijn de onderwijsvernieuwingen minder zichtbaar. Er zijn weliswaar veel ideeën, maar de concretisering daarvan komt langzaam op gang.



Een goede ontwikkeling is dat de beroepsgroep en het ziekenhuismanagement het belang van onderwijskundige kwaliteiten van medisch specialisten erkennen. Dit geldt zowel voor het krijgen als voor het geven van onderwijs.


Wat betreft onderwijs krijgen, zijn er ten behoeve van de specialistische beroepsopleiding recentelijk voorstellen gedaan om ten minste 10 procent van de totale duur van de opleiding tot specialist voor (cursorisch) onderwijs te bestemmen.1 Verder hechten in het kader van kwaliteitsbeleid de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) en de wetenschappelijke beroepsverenigingen in toenemende mate belang aan bijscholing.



Met betrekking tot het geven van onderwijs bereidt het Centraal College Medisch Specialisten op dit moment nieuwe algemene eindtermen voor de scholing op dit gebied voor.2 3 Onderwijs en de kwaliteitsverbetering daarvan krijgen daarom ook binnen de universitaire en andere topklinische ziekenhuizen steeds meer aandacht.4 Binnen de Nederlandse Internisten Vereeniging heeft het onderwerp 'onderwijs en opleiding' inmiddels een vaste plaats gekregen in het programma van de jaarlijkse Internistendagen.



Om deze ontwikkelingen kracht bij te zetten hebben wij eind 1999 binnen de afdeling Interne Geneeskunde van het UMC Utrecht een stage onderwijs interne geneeskunde geïntroduceerd. Dat gebeurde op een moment dat er


nog geen formele eindtermen voor een dergelijke stage waren. 

Programma


De stage onderwijs interne geneeskunde heeft als doel de arts-assistent te trainen in het overdragen van kennis en vaardigheden op het gebied van de interne geneeskunde aan studenten, en het ontwikkelen en verwerven van algemene onderwijskundige kwaliteiten.



Omdat het Raamplan Interne Geneeskunde geen eindtermen voor een dergelijke stage kent,5 hebben wij eindtermen geformuleerd op het gebied van algemeen didactische vaardigheden, het ontwerpen van onderwijs, de uitvoering van onderwijs en het toetsen en beoordelen van studenten. Deze kunnen niet los worden gezien van de eindtermen voor het specialisme interne geneeskunde in het Raamplan 2001 en de daarop gemaakte aanvullingen.5 6



De eindtermen zijn vervolgens uitgewerkt tot een concreet stageprogramma. Onderdelen van het programma zijn: uitvoeren van kleinschalig contactonderwijs, deelname aan onderwijscolloquia, volgen van onderwijskundige cursussen, houden van een referaat over een onderwijskundig onderwerp en regelmatige supervisie door een staflid. Eventuele deelname aan onderwijskundig onderzoek is mogelijk, maar niet verplicht.



De stage moet worden onderscheiden van de stage klinische onderwijskunde, waarvoor we eerder een voorstel hebben gedaan.7 De stage onderwijs interne geneeskunde is bedoeld voor het ontwikkelen en verwerven van praktische vaardigheden op het gebied van kleinschalig onderwijs, terwijl de stage klinische onderwijskunde zich tevens richt op grootschalig onderwijs, het ontwerpen van onderwijs en (oriënterend) het wetenschappelijk onderzoek van onderwijs.


De laatstgenoemde stage leidt tot het onderwijskundig leiderschap binnen de interne geneeskunde of één van de aandachtsgebieden. Op den duur zou aan het opleiderschap de voorwaarde moeten zijn verbonden dat de betrokkene een stage klinische onderwijskunde heeft gelopen.

Beoordeling


In de periode september 1999-september 2002 hebben zeven arts-assistenten (drie vrouwen en vier mannen) de stage - die facultatief is en vier maanden duurt - gelopen. Voor drie van de arts-assistenten was het het begin van hun opleiding tot internist, voor de andere vier vond de stage plaats bij de overgang van hun opleiding in een niet-academisch ziekenhuis naar de opleiding in het UMC Utrecht.



Het eindoordeel van de deelnemers was unaniem positief. Na afloop van de stage zeiden zij veel te hebben geleerd op het gebied van de algemeen didactische vaardigheden, het ontwerpen van onderwijs en de uitvoering ervan en zij hadden het gevoel deze onderdelen goed te beheersen. Op het gebied van beoordelen en toetsen achtten zij hun competenties voldoende, maar minder dan op de andere gebieden. Verder dachten zij dat de toepasbaarheid van het aangeleerde groot zou zijn in zowel hun verdere opleiding als in hun latere praktijkuitoefening.



Een positief oordeel van de arts-assistenten is natuurlijk belangrijk, maar minstens zo belangrijk is hoe de studenten het gekregen onderwijs ervaren. Uit de standaard-vragenlijsten die studenten na afloop van ieder studieonderdeel voorgelegd kregen, bleek dat zij zeer tevreden waren over de arts-assistent als docent. De begeleiding was stimulerend en volgens de studenten waren de arts-assistenten goed voorbereid op het onderwijs, gaven zij voldoende inhoudelijke sturing en wisten zij de studenten duidelijk te maken wat er van hen wordt verwacht. Bij alle vragen over de kwaliteit van de docenten werden de arts-assistenten even goed beoordeeld als de internisten.

Erkenning


De werkzaamheden van een klinisch werkzame specialist bestaan uit het trias van patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs. De realiteit leert echter dat de onderwijscomponent daarbij tot op heden een geringere aandacht krijgt dan de andere twee. Het initiatief van een onderwijsstage binnen de opleiding interne geneeskunde is dan ook nieuw. Bij de visitatie van de opleiding eind 2001 werd, naast een kritische opmerking over het ontbreken van formele eindtermen, waardering voor dit initiatief uitgesproken.



Inmiddels hebben meer opleiders, ook van andere specialismen hun belangstelling getoond. Zo lijkt het enthousiasme voor een onderwijsstage in de opleiding zich langzaam uit te breiden. Deze ontwikkeling wordt gesteund door de Nederlandse Internisten Vereeniging. Als eerste stap bij het formaliseren van de stage heeft het Consilium Medicinae Internae een positief advies gegeven om de stage op te nemen in de nieuwe opleidingseisen voor interne geneeskunde. Ofschoon de definitieve besluitvorming over de opleidingseisen door het Centraal College Medisch Specialisten nog moet plaatsvinden, past een onderwijsstage bij de initiatieven van het CCMS om algemene eindtermen op het gebied van onderwijs voor alle specialisten op te nemen.2 3



De formele erkenning van de stage zal in grote mate bijdragen aan het besef dat heden ten dage ook voor een medisch specialist onderwijskundige competenties niet vanzelfsprekend zijn maar een wezenlijk onderdeel van zijn of haar training vormen.

dr. J.C.C. Borleffs,


internist en curriculum-directeur van het Onderwijsinstituut


dr. J.D. Banga,


internist en portefeuillehouder onderwijs van de zorgeenheid interne geneeskunde


mw. drs. M.G.H. Nieuwhof,


onderwijskundige in het Onderwijsinstituut


prof. dr. D.W. Erkelens,


internist en opleider interne geneeskunde

Universitair Medisch Centrum Utrecht

Correspondentieadres:j.c.c.borleffs@azu.nl

SAMENVATTING

l Vanaf eind 1999 kunnen in


het UMC Utrecht arts-assistenten interne geneeskunde deelnemen aan een vier maanden durende onderwijsstage. 


l De deelnemers worden getraind in het geven van onderwijs, volgen onderwijskundige cursussen, houden een referaat over een onderwijskundig onderwerp en nemen deel aan onderwijscolloquia.


l Het eindoordeel van de deelnemende arts-assistenten is unaniem positief. Zij denken de tijdens de stage verworven kennis en vaardigheden in hun opleiding en praktijkuitoefening goed te kunnen toepassen.


l De studenten waren tevreden over de arts-assistent als docent.


Literatuur


1.  Lange JJ de, Lagaay MB, Hoog JC de. De medisch specialist van morgen. Medisch Contact 2001; 56: 300-2.  2. Bleker OP. De Specialist van Morgen; een betere opleiding. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2003; 22: 174-9.  3.

Crul BVM. Het leren vernieuwd. Medisch Contact 2003; 58: 11-4.  4.

Diemen-Steenvoorde JAAM, Hoekstra JH. Affiliatieziekenhuizen: een gelijkwaardige partner in het opleidingscontinuüm? Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2003; 22: 169-73.  5. Nederlandsche Internisten Vereniging. Raamplan Interne Geneeskunde, eindtermen van de opleiding interne geneeskunde. Van Zuiden Communications B.V., Alphen aan den Rijn, 2002.  6. Metz JCM, Verbeek-Weel AAM, Huisjes HJ. Raamplan 2001 artsopleiding, bijgestelde eindtermen van de artsopleiding. Mediagroep Nijmegen, 2001.  7. Borleffs JCC, ten Cate ThJ, Bruijnzeel-Koomen CAFM, Erkelens DW. Pleidooi voor een stage klinische onderwijskunde binnen de specialistische opleiding. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2002; 21: 25-32.


Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.