Leeftijd menopauze te voorspellen

Elke vrouw begint haar leven met een enorme hoeveelheid primordiale eicellen. Bij de geboorte zijn het er naar schatting zo'n 700.000. Daarna worden het er snel minder. Op het moment dat de menopauze optreedt, zijn het er nog zo'n duizend. Tegelijkertijd neemt tijdens het vrouwenleven de omvang van het ovarium af. Volgens de Schotse onderzoekers Hamish Wallace en Thomas Kelsey is er een verband tussen deze grootheden. Op de eerste plaats veronderstellen zij dat het aantal primordiale eicellen bij de geboorte per vrouw sterk uiteenloopt. Dat vertaalt zich vervolgens in een vroege of late menopauze. Vervolgens stellen zij dat er een rechtstreeks verband is tussen het aantal overgebleven primordiale eicellen en de omvang van het ovarium. De hypothese hebben zij getest met gegevens uit histologisch onderzoek en met wiskundige modellen die de afname van het aantal eicellen gedurende het leven berekenen. De correlatie met de omvang van het ovarium toetsten ze met gegevens uit een Amerikaanse studie. Daarin kregen ruim 13.000 vrouwen van 25 tot 91 jaar oud jaarlijks een transvaginale echo. Volgens Wallace en Kelsey er inderdaad een rechtstreeks verband tussen de omvang van het ovarium en het aantal overgebleven primordiale eicellen. Door die omvang te meten is dan ook vrij nauwkeurig te voorspellen wanneer de menopauze zal intreden. Het is dan ook mogelijk vrouwen te vertellen hoeveel vruchtbare jaren er nog resten. Die gegevens zouden vooral van belang kunnen zijn voor jonge vrouwen die als kind kanker hadden. Bij hen is door de behandeling het ovarium vaak geslonken.