Langdurige vergoede zorg voor ggz-cliënten kan zonder dubbele keuring

Ggz-cliënten van wie de langdurige zorg vanaf 2021 uit de Wlz (Wet langdurige zorg) zal worden vergoed, hoeven niet te vrezen voor een dubbele indicatie om te bepalen op welke zorg zij recht hebben. Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) heeft hier een oplossing voor gevonden bij zijn plannen om de Wlz ook open te stellen voor ggz-cliënten.

Tot nu toe is de relatief nieuwe Wlz alleen bestemd voor de vergoeding van permanente zorg voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap, of voor mensen met een somatische of psychogeriatrische beperking of aandoening. De uitsluiting van ggz-cliënten die ook intensieve, permanente zorg nodig hebben, blijkt in de praktijk niet houdbaar; reden voor Blokhuis om de wet aan te passen en deze ook open te stellen voor een psychische grondslag.

Hij heeft aan de Tweede Kamer laten weten dat hij daarvoor deze zomer een wetsvoorstel in consultatie brengt. De wet zou dan na parlementaire behandeling per 2020 van kracht kunnen worden, maar ggz-cliënten wel pas vanaf 2021 recht op Wlz-vergoede zorg geven. Dat jaar verschil is volgens Blokhuis nodig om het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat de Wlz-indicaties verricht, en zorgkantoren, die de zorg helpen te organiseren, voldoende tijd te geven zich op de verandering voor te bereiden.

De wetswijziging zal van toepassing zijn op zo’n 8500 cliënten die nu nog zorg via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) ontvangen, en zo’n 750 cliënten die nu hun zorg uit de Zvw (Zorgverzekeringswet) vergoed krijgen.

In het voortraject gaf brancheorganisatie GGZ Nederland aan dat ze de wetswijziging graag per 2020 zagen ingaan. Wmo-cliënten zouden namelijk al vanuit die wet per 2020 een herindicatie moeten ondergaan. En de Wlz-wijziging zou volgens de oorspronkelijke planning met zich meebrengen dat deze mensen daarna ook nog een Wlz-indicatie moesten krijgen. Zo’n dubbele indicatie zou onder de doelgroep voor veel onrust zorgen, vreesde GGZ Nederland. Ook vanuit de Tweede Kamer klonk het verzoek dit te vermijden.

Blokhuis heeft aan dat verzoek gehoor kunnen geven. Hij heeft met de VNG, de branchevereniging van gemeenten (die verantwoordelijk zijn voor de Wmo-uitvoering) afgesproken dat de Wmo-herindicatie pas een jaar later plaats hoeft te vinden. Voor de Wmo-cliënten die in aanmerking voor de Wlz komen, betekent dit dat zij niet dubbel hoeven te worden geïndiceerd.

Jongeren blijven onder de Jeugdwet vallen, licht Blokhuis toe, en dus zal de Wlz niet voor jeugdige ggz-cliënten worden opengesteld. Later dit jaar moet het kabinet nog een beslissing nemen over de situatie dat ongeveer een derde van de huidige Wlz-cliënten medische zorg ontvangt van eigen huisarts of bijvoorbeeld fysiotherapeut: aanvullende zorg die via de Zvw nog wordt vergoed. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om alle zorg voor alle Wlz-cliënten uit die Wlz te dekken, en volgens Blokhuis zal daar eind dit jaar een knoop over worden doorgehakt.