Laatste nieuws
Carinke Buiting Steven Thijsen
6 minuten leestijd

Labtaal moet eenduidig zijn

Plaats een reactie



Semantische helderheid bij laboratoriumonderzoek voorkomt fouten

Even een kruisje zetten en klaar lijkt de aanvraag voor het labonderzoek. Maar omdat niet iedereen met dezelfde termen ook hetzelfde bedoelt, gaat het dikwijls mis. Met grote gevolgen voor de patiënt. De werkgroep Eenheid van Taal pleit daarom voor een breed gedragen standaard.

Vrijwel iedere zorgverlener vraagt laboratoriumdiagnostiek aan. En ook vrijwel iedere zorgverlener ziet dit regelmatig fout gaan: hij denkt met een kruisje op het formulier iets aan te vragen, maar krijgt iets anders terug. Als het misverstand niet snel aan het licht komt, is dat schadelijk voor de patiënt: langer wachten op de uitslag, opnieuw materiaal afnemen, een verlate diagnose of soms zelfs een gemiste diagnose.

En omdat het steeds vaker gebeurt dat een lab aanvragen doorstuurt naar een gespecialiseerd lab, of zelf optreedt als specialist voor bepaald onderzoek, wordt de kans op fouten ergens onderweg navenant groter. Dat dergelijke misverstanden doorwerken in geaggregeerde data voor beleid tot op landelijk niveau laat zich raden (zie kader 2 op blz. 2982).



2. Een misverstand is snel geboren…

Diabetesdiagnostiek

Bij de veelgevraagde bepaling ‘glucose nuchter’ is het gegeven dat de afname heeft plaatsgevonden bij een nuchtere patiënt voor de arts van essentieel belang om de uitslag te kunnen interpreteren. Een arts ziet een nuchtere en een niet-nuchtere glucosebepaling als twee aparte testen. Voor de machines in het laboratorium is dit onderscheid echter van geen enkel belang. Hier wordt uitsluitend een glucose bepaald en een waarde geproduceerd. Hierdoor kan, onder andere bij de overdracht tussen computersystemen, verwarring ontstaan.

Resistentiesurveillance

Veel medisch-microbiologische laboratoria verstrekken geanonimiseerde resistentiegegevens aan het RIVM. Deze data worden geaggregeerd in het Infectieziekten Surveillance Informatie Systeem – Antibiotica Resistentie (ISIS-AR). ISISweb is een website van het RIVM en van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM) waarmee deelnemende laboratoria de eigen resistentiegegevens vanuit de ISIS-AR database kunnen analyseren en vergelijken met data van andere laboratoria. Echter in de huidige praktijk gebruikt elk laboratorium zijn eigen codeset om resistentiegegevens aan te leveren. Deze wordt in het RIVM gemapt op de codetabel van het RIVM, een tijdrovend proces waar veel informatie verloren gaat en wat bovendien foutgevoelig is.

Door dit omslachtige en foutgevoelige proces komt stuurinformatie voor resistentiesurveillance vertraagd en verarmd beschikbaar. Gezien het huidige resistentieprobleem waar we voor staan is juist hoge transparantie en snelheid een voorwaarde.

Gelijksoortige problematiek treedt op bij het binnenhalen van resistentiegegevens vanuit de laboratoria in de huisartseninformatiesystemen (HIS). Ook hier worden codes vertaald in andere codes waarmee informatie verloren gaat en fouten kunnen optreden.

‘Eiwit in de urine’

‘Eiwit in de urine’ wordt veel aangevraagd, maar wat wordt exact bedoeld? Totaal eiwit of albumine? Kwalitatief, semikwantitatief (dipstick), in gram per liter, of gestandaardiseerd per mol kreatinine?



Eenheid van Taal

Hoe zoiets ogenschijnlijk simpels als het aanvragen van een laboratoriumbepaling fout kan gaan, is dikwijls een kwestie van semantiek. Wat bedoelen we precies als we een hokje aankruisen op het aanvraagformulier? En bedoelen aanvrager en laboratorium wel hetzelfde?

Het verwerken van aanvragen en uitslagen behoort tot de basisfuncties van een laboratorium. Het semantiekprobleem is daar allang onderkend. De oplossing lijkt te liggen in eenheid van taal voor laboratoriumonderzoek, een soort Esperanto voor de zorg. Ook buiten het laboratorium wordt al decennialang gezocht naar die eenheid. Voor zover wij kunnen nagaan met slechts lokaal succes (zie ook MC 31-32/2010: 1504). Inmiddels werkt een grote groep medici en ICT’ers in de werkgroep Eenheid van Taal hard aan het bereiken van deze semantische eenheid. Eind 2010 is het convenant Eenheid van Taal getekend om een standaard voor klinisch-chemische en medisch-microbiologische laboratoriuminformatie in Nederland te realiseren. Een belangrijke les voor de werkgroep is het voorbeeld van de semantische standaard voor medische microbiologie, door de NVMM opgesteld in de jaren negentig van de vorige eeuw. Hier zaten de experts zelf aan tafel, dus de aansluiting bij het veld leek gegarandeerd. Maar door te weinig draagvlak buiten de eigen beroepsgroep, onvoldoende inbouw in systemen en het niet van de grond krijgen van het beheer is deze standaard onvoldoende gemeengoed geworden en inmiddels deels verouderd. Wijs geworden door deze ervaringen is naar een veel breder gedragen initiatief gezocht. Niet meer alleen de microbiologen, maar ook de klinisch chemici, de huisartsen en leveranciers van IT-systemen zitten nu aan tafel.

Loinc en Snomed

Alle geconsulteerde experts wijzen, als het gaat om de eenheid van taal voor het laboratorium, naar de internationale sets Loinc en Snomed CT. Loinc (Logical Observation Indentifiers Names and Codes) wordt gebruikt door grote laboratoria in de VS, Canada en een groeiend aantal landen in Europa, waaronder Nederland. Een Loinc-code bestaat uit zes velden waarin staat weergegeven wat er is onderzocht (bijvoorbeeld HB, kweek), de eigenschap (bijvoorbeeld concentratie, enzymactiviteit), tijdsaspecten van afname (tijdstip, tijdspanne), monster of lichaamsmateriaal (bloed, semen), schaal (kwantitatief, ordinaal, nominaal of vrije tekst) en methode (indien relevant).

Snomed CT (Systematized Nomenclature of Medicine-Clinical Terms) is een internationaal codestelsel voor medische termen en kan gebruikt worden om te specificeren om wat voor materiaal het gaat, wat de relevante klachten zijn van de patiënt, welke relevante expositie heeft plaatsgevonden, enzovoort. Het ministerie van VWS heeft aangegeven dat Snomed in Nederland een belangrijke rol moet gaan spelen bij het standaardiseren van informatie-uitwisseling.

Nederlandse subset

Na uitgebreid verkennend onderzoek is binnen de werkgroep afgesproken te gaan werken aan een Nederlandse subset vanuit Loinc voor het aanduiden van het onderzoek of bepaling. Waar nodig wordt dit aangevuld met codes uit Snomed CT voor het coderen van overige aspecten zoals de klinische vraagstelling. Eenheid van taal vergt ook eenheid van meting. Zeker bij elektronische uitwisseling van gegevens over meer partijen is het belangrijk dat meetniveau en referentiewaarden zijn afgestemd. Ook deze afspraken maken deel uit van de Nederlandse subset.

Zorgaanbieders willen graag overstappen
op deze nieuwe standaard

De Eenheid van Taal-set moet zijn verankerd in berichten voor aanvraag en uitslag. De berichten moeten zijn ingebouwd in een substantieel aantal systemen. Het moet duidelijk zijn dat een systeem dat niet overgaat op de taal van de laboratoria, binnen enkele jaren geen bestaansrecht meer heeft. In de communicatie tussen laboratoria en huisartsen wordt momenteel de labcodetabel van het Nederlands Huisartsen Genootschap veel gebruikt. Ultiem succes is behaald als ook deze tabel kan worden uitgefaseerd. Invoering van de Eenheid van Taal-set zal leiden tot:

- versnelling van de diagnostiek

- duidelijkheid over aanvragen

- vermindering van onnodig onderzoek

- koppeling aan beslissingsondersteunende systemen

- betere infectiesignalering

- verbetering van data voor wetenschappelijk onderzoek

- betere werkkwaliteit voor de laboratoriumspecialisten.

Wie volgt?

Door de werkgroep is op moment van schrijven 90 procent van het laboratoriumonderzoek dat in Nederland wordt uitgevoerd voorzien van een Loinc-code. In de meeste gevallen is tegelijkertijd afgesproken in welke eenheid de uitslag wordt gegeven en welke uitkomstenverzameling van toepassing is. In 2011 zal het codeerwerk worden afgerond en het beheer zijn geregeld. Vanuit het veld worden steeds meer signalen ontvangen dat zorgaanbieders graag willen overstappen op deze nieuwe standaard. Zo zal eind 2011 het Erasmus MC met de GGD gaan communiceren over microbiologische uitslagen op basis van de Eenheid van Taal-set. Apothekers werken momenteel op basis van deze set plannen uit om inzage te krijgen in een beperkte set van laboratoriumuitslagen ten behoeve van de medicatiebewaking. Vanuit het RIVM en de NVMM zullen laboratoria worden aangestuurd om hun resistentiegegevens aan te leveren volgens de Eenheid van Taal-standaard. Kortom, het veld is in beweging, en dat biedt een goede mogelijkheid om eenheid van taal voor eens en altijd goed te regelen.

Gebruikers en beleidsmakers moeten zich hier bewust van zijn, want zij moeten de stap zetten.

Steven Thijsen, arts-microbioloog

Carinke Buiting, arts-informaticus

Mede namens de werkgroep Eenheid van Taal (zie kader 1)

Correspondentieadres: sthijsen@diakhuis.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl.



1. Brede werkgroep

In de werkgroep Eenheid van Taal participeren de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM), de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie (NVKC), de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM),  Integrating the Healthcare Enterprise (IHE), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en het Nationaal ICT instituut in de zorg (Nictiz). Deze brede basis heeft tot gevolg dat er een brede acceptatie is onder de partijen die hier in de praktijk mee te maken hebben.

De werkgroep bestaat uit: Dirk Bakkeren (NVKC), Henk van den Brink (Nictiz), Carinke Buiting (Nictiz), Maarten Broeren (NVKC), Jan Dols (NVKC), Pieter-Jan Haas (NVMM), Inge Huijskens (NVMM), Rob Jansen (SKML), Peter Kabel (NVMM), Niels de Jonge (NVKC), Jos Monen (NVMM & Cib), Gerard Steen (NVKC), Roel Streefkerk (NVMM), Steven Thijsen (NVMM), Roel Verkooijen (NVMM), Henk Westerhof (NHG).



Samenvatting

  • De werkgroep Eenheid van Taal is een breed gedragen initiatief om landelijk één standaard in te voeren voor het coderen van laboratoriumbepalingen.
  • Deze standaard zal bijdragen aan optimale patiëntenzorg door maximale semantische helderheid over aanvragen en uitslagen van laboratoriumonderzoek te verschaffen.

Bedoelen aanvrager en laboratorium wel hetzelfde? Beeld: Corbis/MC
Bedoelen aanvrager en laboratorium wel hetzelfde? Beeld: Corbis/MC
<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
medische fouten
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.