Laatste nieuws
Lidy Schoon
7 minuten leestijd
opinie

Laat psychiatrische patiënt niet onnodig lijden

Ggz faalt in adequaat behandelen van mensen met een doodswens

9 reacties
Getty Images. Sommige mensen geven de strijd tegen hun ziekte op en verlangen naar rust.
Getty Images. Sommige mensen geven de strijd tegen hun ziekte op en verlangen naar rust.

Psychiatrische patiënten met een stervenswens komen vaak niet in aanmerking voor euthanasie, omdat ze niet uitzichtloos en ondraaglijk zouden lijden. Maar wie bepaalt dat?, vraagt Lidy Schoon zich af. En wat is hun alternatief? Voor de trein springen?

Elke dag maken gemiddeld vijf mensen een einde aan hun leven. Over het jaar 2018 waren dat er 1829. Van hen zijn er 1107 geregistreerd als zelfdoding vanwege ‘psychische stoornissen’.1 De meesten, 764 personen, waren onder behandeling bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg.2

Leden van de Coöperatie Laatste Wil ­melden regelmatig dat een behandelend psychiater, psychotherapeut of psycholoog niets wil weten van een stervenswens. Zij krijgen een vervolgbehandeling of nieuwe medicijnen aangeboden, maar niet waar ze om vragen. Ondanks het feit dat de euthanasiewet ook bedoeld is voor mensen met uitzichtloos en ondraaglijk psychisch lijden, wordt het gros van deze verzoeken afgewezen.

Waarom is de ggz zo terughoudend als het gaat over een zelfgekozen levens­einde? Waarom maar doorbehandelen, ook bij mensen die uitbehandeld zijn?

Huiverig

Het Expertisecentrum Euthanasie liet onderzoek doen naar de achtergronden van de bij hen ingediende euthanasie­verzoeken op grond van psychiatrie.3 Dit biedt inzicht in de moeizame relatie tussen psychiatrie en actieve levens­beëindiging. Bij mensen met een psychische aandoening is de kans zeer klein dat hun verzoek wordt ingewilligd: slechts 1 procent van de geregistreerde euthanasieën gebeurt op grond van psychisch lijden.4

Veel therapeuten kunnen kennelijk niet aanvaarden dat iemand uitbehandeld is

Er zijn psychiaters die het onrechtvaardig vinden om cliënten uit te sluiten als aan de zorgvuldigheidseisen kan worden voldaan; dat psychisch lijden misschien nog wel erger is dan lichamelijk lijden; dat het gaat om het zelfbeschikkingsrecht; dat het hoort bij hun verantwoordelijkheid om cliënten een waardig levenseinde te bieden. Helaas een minderheid. De meeste psychiaters zijn huiverig om met hun ­cliënten over levenseinde of zelfdoding te praten. Zij menen dat een doodswens een symptoom is van de ziekte; dat dit onverenigbaar is met de therapie; dat hoop een belangrijk aspect is binnen de behandeling; dat praten over de dood de gevoelens van wanhoop versterkt; dat het leven moet worden beschermd ongeacht wat de cliënt van dit leven vindt. Hoe valt dit te verklaren? Je zou misschien verwachten dat het grootste obstakel bij euthanasie in de psychiatrie de wilsbekwaamheid is. Toch is dat slechts bij 3 procent van de afwijzingen het geval. De meestvoor­komende afwijzingsgronden zijn dat behandelaars nog behandelopties zien en dat zij het lijden niet uitzichtloos en ondraaglijk vinden.5 Terwijl de grootste groep mensen die hulp zoekt bij actieve levensbeëindiging langer dan tien jaar in behandeling bij de psychiatrie is.In die periode zullen talrijke behandelingen zijn toegepast die blijkbaar niet geholpen hebben. Binnen de ggz zelf bestaan ook twijfels over de effectiviteit van de behandelingen. Volgens arts en systeemtherapeut Van Oenen heeft ruim een derde van de mensen daar geen baat bij.7 Maar veel ­therapeuten kunnen kennelijk niet aanvaarden dat iemand uitbehandeld is, en schetsen zo een onrealistisch beeld van hun kunnen.

Beladen onderwerpen

Van de psychiatrie valt dus weinig te verwachten als je echt niet verder wilt leven. Sterker nog, sommige mensen durven hun euthanasiewens niet eens voor te ­leggen aan hun psychiater, bang dat hun verzoek geduid wordt als suïcidaal met als gevolg een gedwongen opname. Steeds meer mensen met een serieuze doodswens komen dan ook – op eigen initiatief of via een doorverwijzing – terecht bij het Expertisecentrum, dat het gros van de euthanasieën in de psychiatrie verricht. In 2019 zijn van de 68 euthanasieën op grondslag psychiatrie er 52 uitgevoerd door het Expertisecentrum Euthanasie.Maar ook daar bestaat terughoudendheid en leidt slechts een klein deel van deze euthanasieverzoeken tot daadwerkelijke hulp bij levensbeëindiging. Bij de (toen nog) Levenseindekliniek zijn in 2018 van de 640 verzoeken op grondslag psychiatrie er 56 gehonoreerd, dat is 8 procent.9

Euthanasie en suïcide bij mensen met ­psychisch lijden zijn heikele en beladen onderwerpen. Niemand brandt er graag zijn vingers aan. ‘Aanrijding met een ­persoon’, gaf de NS tot voor kort als reden voor de treinvertraging op. Inmiddels heet dat ‘aanrijding’. Suïcide door voor een trein te springen, van een flatgebouw springen of ophanging in het bos, confronteren de maatschappij met deze groep mensen die geen ander alternatief ziet. Suïcide is een taboeonderwerp met de nodige vooroordelen. Het onderzoek van het Expertisecentrum zegt hierover: ‘De vraag naar een menswaardig levenseinde is een begrijpelijke noodroep als het lijden door de aandoening ondraaglijk en uitzichtloos is. Dat psychiatrisch lijden vaak ondraaglijk en zonder perspectief kan zijn, is moeilijk te begrijpen, omdat er geen zichtbare, uiterlijke symptomen van de ziekte zijn. De oorzaak en schuld van de aandoening wordt dan ook nogal eens bij de patiënt gelegd; hij/zij zou niet voldoende gemotiveerd zijn voor behandeling, niet echt beter willen worden en te snel de moed opgeven. Dit onbegrip kan lijden aan lijden toevoegen.’10 Omdat er geen onderzoek is gedaan naar mensen die afgewezen worden voor euthanasie, is onbekend of ze ongewild doorleven of zichzelf om het leven hebben gebracht.

Suïcidepreventie

Het voorkómen van suïcide is een van de belangrijkste opgaven binnen de gehele ggz. Zo is de Stichting 113 Zelfmoord­preventie een ggz-instelling die ervan overtuigd is dat er jaarlijks honderden suïcides voorkómen kunnen worden. Hun doel is ‘zero suïcide’, zij zeggen een uitweg te zoeken uit de wanhoop. Zij maken geen onderscheid tussen een ­gruwelijke en een humane zelfdoding. Zij geven geen advies over middelen of methoden. Integendeel, zij zetten zich actief in om te belemmeren dat mensen beschikken over een middel om zelf hun leven te beëindigen. Daartoe zijn zij een samenwerking aangegaan met het ministerie van Volksgezondheid en de chemische industrie. 113 Zelfmoordpreventie is niet tegen euthanasie of hulp bij zelfdoding binnen de wettelijke kaders.11 Wat de ­suïcidepreventie te bieden heeft, is een doorverwijzing naar de ggz. In de praktijk blijkt dit een valse hoop voor mensen die niet verder willen leven.

Suïcidepreventie zou ruimer geïnterpreteerd moeten worden, namelijk ook als hulp bij een zachte dood

Ruimere interpretatie

De ggz faalt dus in een adequate behandeling van mensen met een doodswens. Hoe kan het ook anders als suïcidepreventie eenzijdig gericht is op het in leven blijven. Suïcidepreventie zou ruimer geïnterpreteerd moeten worden, namelijk ook als hulp bij een zachte dood wanneer de betrokkene niet meer te behandelen is of niet meer behandeld wil worden. De aanname dat iedereen verder moet en wil leven is onhoudbaar.

Als iemand niet verder wil leven, behoort een psychiater daar een serieus gesprek over aan te gaan. Sommigen gaan met tegenzin een vervolgbehandeling aan, alleen om de psychiater ter wille te zijn. Euthanasieafwijzing met als argument dat het lijden niet uitzichtloos en ­ondragelijk is, is discutabel. Immers, wie maakt uit wat de grenzen zijn van iemands lijden?

Natuurlijk, artsen zijn niet verplicht om een euthanasie uit te voeren. Wel kan de ggz deze mensen ondersteunen in een actieve levensbeëindiging, hetzij met een gesprek over het levenseinde, hetzij met een doorwijzing naar personen of instanties die hun doodswens serieus nemen, zoals de Coöperatie Laatste Wil. Dat voorkomt in elk geval een nare zelfdoding en onnodig leed. In de eerste plaats voor ­henzelf, maar ook voor hun nabestaanden en de hulpdiensten die uit moeten rukken. Sommige mensen geven de strijd tegen hun ziekte op en verlangen naar rust. Laten we hun die rust gunnen. 

Reactie van de NVvP

Het verdient waardering dat mevrouw Schoon aandacht vraagt voor het lijden van mensen met een psychiatrische aandoening en de complexiteit van euthanasie­verzoeken. Haar uitspraken over falen van de ggz en psychiaters hierin herkennen wij niet. Psychiaters ­herkennen bij uitstek dat lijden aan een psychiatrische aandoening vaak nog ernstiger is dan bij chronische somatische ziekten. De ggz is vaak goed in staat dit ­lijden te verminderen. Nederland is een van de weinige landen die euthanasie met een psychiatrische grondslag toestaat. De NVvP heeft als wetenschappelijke beroepsvereniging hierover een richtlijn gemaakt met een ­zorgvuldige en bruikbare procedure.12

Het bespreken van de dood met patiënten en omgaan met een doodswens behoort tot de kern van ons vak. Een doodswens en een euthanasieverzoek zijn twee ­verschillende zaken; zo’n verzoek is bovendien relatief zeldzaam. Dat psychiaters behoedzaam zijn in het beoordelen en uitvoeren van euthanasie bij mensen met een psychiatrische aandoening is in overeenstemming met de Euthanasiecode 2018. Het beoordelen van de zorgvuldigheidseisen is vaak complex. Een psychiatrische aandoening is de enige grondslag waarbij uitzichtloosheid wordt beoordeeld terwijl de dood medisch niet direct in zicht is. Zolang er redelijke behandelopties worden gezien, wordt niet voldaan aan uitzichtloosheid. Bovendien blijkt dat 45 procent van de mensen een euthanasieverzoek bij het Expertisecentrum Euthanasie zelf weer intrekt: 25 procent gaat nooit in gesprek en 20 procent trekt zich na één of meer gesprekken terug. Ook het Expertisecentrum ziet vaak nog behandel­mogelijkheden. Ten slotte heeft elke psychiater tegen de verwachting in patiënten alsnog zien verbeteren.

Terughoudendheid bij een euthanasieverzoek is dus gerechtvaardigd, waarbij het onderwerp bespreekbaar blijft tussen patiënt en arts. Een helder besluitvormings­proces, inclusief de verplichte second opinion door een onafhankelijk psychiater, is essentieel. De suggestie om met hulp bij een zachte dood tot een ruimere interpretatie van suïcidepreventie te komen, doet patiënten en hun behandelaren tekort.

Radboud Marijnissen, psychiater UMCG Groningen, coördinator Platform Euthanasie en Psychiatrie NVvP

Elnathan Prinsen, psychiater, voorzitter Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie


113 Zelfmoordpreventie is bereikbaar via 0900-0113 of 113.nl


auteur

Lidy Schoon, politicoloog, journalist/interviewer bij de Coöperatie Laatste Wil over leven en sterven in eigen regie

contact

lidyschoon@upcmail.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

LEES OOK

Voetnoten

1.CBS StatLine, 19 december 2019.

2.IGJ, Suïcides en suïcidepogingen binnen de ggz. z.j.

3.Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie. Retrospectieve dossierstudie naar de achtergronden en het verloop van euthanasieverzoeken op grond van psychiatrisch lijden bij Expertisecentrum Euthanasie periode 2012–2018, februari 2020.

4.In 2019 waren er 6.361 geregistreerde euthanasieën waarvan 68 mensen op grond van psychisch lijden. Jaarverslag 2019 Regionale Toetsingscommissies Euthanasie RTE, maart 2020. De RTE vermeldt niet hoeveel euthanasieverzoeken op grond van psychiatrie zijn aangevraagd. Van de totaal ingediende verzoeken in 2015 leidde 55% tot daadwerkelijke euthanasie. Derde evaluatie. Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. ZonMw, mei 2017. Voor de psychiatrie zal het percentage gehonoreerde euthanasieverzoeken beduidend lager liggen. Bij het Expertisecentrum Euthanasie wordt meer dan 90% van de euthanasieverzoeken op basis van psychiatrische aandoeningen afgewezen. Zie Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie, pag. 105.

5.Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie, pag. 95.

6.Idem, pag. 71.

7.Flip Jan van Oenen, Beter dan nu wordt de psychotherapie niet. Opinie.Volkskrant, 24 november 2019.

8.Jaarverslag 2019 RTE.

9.Feiten en Cijfers Levenseinde¬kliniek, Den Haag, 2018.

10.Psychiatrische patiënten bij Expertisecentrum Euthanasie, pag. 131.

11.Zie: Code Signalering van risico’s op suïcide met behulp van chemische stoffen (2019). Zie ook hun website www.113.nl

12. Richtlijn: Levensbeëindiging op verzoek, Richtlijnendatabase

download dit artikel (in pdf)
euthanasie ggz psychiatrie opinie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Lidy Schoon

    ,

    Mijn reactie op Peter van Rijn, huisarts n.p., Rheden 05-03-2021

    Dank voor uw reactie. Er zijn in de loop der jaren de nodige taboes doorbroken. Te denken valt aan: anticonceptie, geslachtsgemeenschap voor het huwelijk, het woord k...anker, alleenstaand ouderschap, homohuwelijk. Zelfs op psychische problemen rust/te een sterk stigma, (zie bijvoorbeeld het recent verschenen boek van Anita Hubner). Psychiatrische ziekenhuizen, veelal bestempeld als gekkenhuizen, lagen verscholen in de bossen, afgescheiden van de bewoonde wereld. Gelukkig maar dat veel taboes inmiddels tot het verleden behoren. Dus waarom zou het taboe ‘suïcide’ niet doorbroken kunnen worden? Een taboeonderwerp bemoeilijkt de discussie. Die taboes doorbreken is voor veel mensen bevrijdend. Zeker voor mensen die niet verder willen leven.

  • Lidy Schoon

    ,

    Mijn reactie op Jedidja Fortuijn , Psychiater, Haarlem 04-03-2021

    Dank voor uw reactie. Goed dat u op de hoogte bent van de Coöperatie Laatste Wil. Al bent u niet goed geïnformeerd over de doelstellingen. De Coöperatie wil ...niet al het lijden onder controle krijgen, zoals u schrijft. Wel dat mensen zelf kunnen beslissen over het einde van hun leven. Ruim 80% van de mensen deelt die mening, zo blijkt uit de Stemwijzer 2021.
    U stelt dat ik naar willekeur cijfers gebruik. In mijn artikel zeg ik dat de meeste zelfdodingen op psychiatrische grondslag, mensen betreft die op dat moment onder ggz-behandeling stonden. In 2018 bedroeg het aantal zelfdodingen 1829. Hiervan stonden 1107 zelfdodingen geregistreerd als psychiatrisch, van die 1107 waren 764 mensen onder behandeling bij een ggz-instelling. Ik relateer die 764 mensen onder ggz-behandeling aan het totaal van 1107 zelfdodingen op psychiatrische grondslag (746 op 1107 = 69%). U relateert naar het totaal aantal zelfdodingen en komt uit op 42% (764 op 1829=42%). Hoe dan ook, ook 42% is te hoog!
    Ook anders dan u suggereert bij mijn verwijzing naar Van Oenen, noemt Van Oenen het een illusie dat de ‘zero suïcide’ aanpak zelfdoding kan voorkomen, laat staan uitsluiten. Daarnaast plaatst hij vraagtekens bij de effectiviteit van behandelingen. In aansluiting daarop bekritiseer ik het onnodig doorbehandelen van mensen die uitbehandeld zijn en niet gerespecteerd worden in hun doodswens. In mijn opinie zijn het uiteindelijk de mensen zelf die bepalen hoe draaglijk hun lijden is en of zij nog verder willen leven!

  • Lidy Schoon

    ,

    Mijn reactie op NVvP
    Dank voor uw reactie. U schrijft dat een doodswens en een euthanasieverzoek relatief zeldzaam zijn. Mijn ervaring is een andere, zoals ik beschreef in mijn opiniestuk. Ook nu krijg ik via mijn privémail veel r...eacties die bevestigen dat de ggz mensen op dit punt in de kou laat staan. Ik haal er twee voorbeelden uit. Een huisarts schrijft over de eigen echtgenoot: “Hij wilde dood na een jarenlange strijd en was als uitbehandeld bestempeld door de ggz. Hij kreeg bij zijn euthanasieverzoek als antwoord van de psychiater: ‘Ik doe het zelf niet’. De Levenseindekliniek had een wachttijd van twee jaar. Hij voelde zich zo ellendig, waarna hij eenzaam en alleen voor de trein sprong.” De huisarts wil deze reactie niet op de website van Medisch Contact plaatsen, ziet op tegen de vele reacties.
    Een cliënt: “Ik ben 26 jaar in behandeling geweest en het houdt echt een keer op en hopelijk tref ik een dokter die dat ook gaat inzien.” Al haar hoop is gevestigd op de honorering van haar euthanasieverzoek. Wel vreest ze dat het een zwaar en langdurig traject wordt. Ook zij wil haar verhaal niet in Medisch Contact, bang dat haar euthanasieverzoek in het geding komt. Ik ben zeer benieuwd naar haar persoonlijk verhaal en heb haar gevraagd voor een interview. Wellicht ook interessant voor u.

  • Lidy Schoon

    ,

    Mijn reactie op hoofdredactioneel van Bertho Nieboer
    Allereerst wil ik u bedanken voor de plaatsing van mijn artikel in Medisch Contact. In uw hoofdredactioneel sluit u zich aan bij de reactie van de NVvP en wijst mijn pl...eidooi af om de stervenswens van ggz-cliënten serieus te nemen. Standpunten kunnen verschillen, maar u gaat vrij makkelijk om met mijn feitelijke bevindingen. Huisartsen en cliënten bevestigden wel de strekking van mijn artikel. Zo reageerden zij via mijn eigen mail en schreven dat zij hun reactie niet wilden plaatsen op de website van Medisch Contact. Gelukkig verschenen er ook enige instemmende reacties op de website. Ik sluit me graag aan bij de woorden van huisarts Siep de Groot: “Laat psychiaters zich nog eens achter oren krabben, standaarden maken en meer meedoen aan wetenschappelijk onderzoek en niet de kandidaten voor zelfdoding tot wanhoop drijven.”

  • Sjoerd Zwart

    huisarts, Kampen

    Fijn dat een politicoloog zich bemoeit met de levenseinde discussie in ons land. Want ik wil als dokter daarin niet die centrale rol spelen die ik bij stervensbegeleiding wel heb. De politicoloog en journalist Schoon roept ons dokters op de psychiatr...ische patiënt niet onnodig te laten lijden en te voldoen aan hun euthanasiewens. Elke patiënt heeft recht heeft op zelfbeschikking. Schoon heeft de Coöperatie Laatste Wil achter zich staan, maar gelukkig niet de psychiaters en niet de KNMG.
    Ik vind dat behalve politicologen ook filosofen, theologen en gedragswetenschappers zich mogen bemoeien met deze discussie rondom het levenseinde. Toen ik tropenarts was in Ghana en psychisch lijden niet kon verminderen met gesprekken of amitryptiline, vertrok de patiënt en de mantelzorger naar de traditionele genezer, naar de wereld van de geesten en de voorouders. Toen ik begon als huisarts in Kampen, was er veel minder GGZ-bemoeienis bij mensen met psychisch leed dan nu, want de familie en de dominee konden troost en erkenning bieden; de wereld van de geesten was de wereld van woorden als schuld en van vergeving. Anno 2021 ben ik een vrij en autonoom burger, ook ik bezoek de kerk niet meer, behalve om een Bach cantate te zingen. Toch mis ik iets, waaraan we als burgers en dokters wel behoefte hebben: Zingeving. Seculiere journalisten als Yvonne Zonderop en Fokke Obbema schreven recent boeken over de comeback van religie en over de zin van het leven. Laten we daaraan als dokters in ons handelen en in de opleiding ruimte geven. Denken, leren en veranderen gaat altijd via verschillende niveaus. Bateson leerde mij in zijn piramide dat boven gedrag, overtuigingen en identiteit de term zingeving staat: Waar sta ik voor? De joodse filosoof Lévinas stelt dat je als mens nooit autonoom bent, want in je diepste wezen ben je ingesteld op de ander. Zo kan ik troost bieden en lijden verzachten, als burger en als dokter, in de wetenschap dat we allemaal stervelingen zijn.

  • Guus Hermsen

    huisarts, Woerden

    Wat goed dat Lidy Schoon aandacht vraagt voor dit ingewikkelde onderwerp. Ik lees er in dat uitzichtsloosheid en ondraaglijkheid van het lijden een belangrijk onderwerp zijn voor ernstig psychiatisch patienten. Een belangrijk deel van ernstig psychia...trische patienten vindt zijn uitweg in het plegen van suicide, wat -op zijn zachts gezegd- onwenselijk is. Ik lees ook dat binnen de psychiatrie de alternatieve behandelingen vaak geen uitkomst bieden. Een groot deel van de behandelingen slaat niet aan. Therapeuten kunnen niet aanvaarden dat iemand uitbehandeld is.
    In de richtlijnen van de NVvP staat dat zolang er redelijke behandelopties worden gezien er geen sprake is van uitzichtsloosheid. Wringt hier niet de schoen? Is er niet een groot verschil in het perspectief dat de patient ervaart en wat daartegenover de behandelaar kan schetsen. Het lijkt mij een belangrijke uitdaging voor psychaters en overige behandelaars in de psychiatrie om goed en eerlijk het perspectief te schetsen van de ernstig zieke patient en daarbij het onderwerp euthanasie niet te schuwen.

  • Siep de Groot

    huisarts, niet praktiserend, Eelderwolde

    Het is onthutsend dat zoveel ( 42% ) van de patiënten die zichzelf doden onder behandeling staan van deskundigen die zich bezig houden met enige vorm van psychiatrie of psychotherapie. In Nederland is sinds 2016 het aantal suïcides met 40% toegenomen..., ondanks het feit dat wij ons als een van de gelukkigste landen ter wereld beschouwen met veel zorg en welzijn. Het aantal van 1850 is meer dan twee keer het aantal dodelijke verkeersongevallen.
    In het commentaar van directeur patientenzorg de heer Marijnisse slaat hij zich op de borst met de mededeling dat hij het vaak zo goed doet.
    Ondergetekende had als huisarts een unieke inkijk op een psychiatrische afdeling en zag hoe het er mis ging. Bij vrijwel alle opgenomen patiënten heerste onvrede en zelfs angst voor represailles zijnde dwang( medicatie) en isolatie( time out). De psychiater besteedde hooguit tien minuten per week aan individuele gesprekken en was bezig met dossiervorming, algemene patientenbesprekingen, opleiding en andere bureaucratische beslommeringen.
    Het is wrang om te beseffen dat het aantal suïcides sinds 2004 per honderdduizend inwoners in Nederland met veertig procent is toegenomen, ondanks het feit dat we op Noorwegen na de hoogste psychiaterdichtheid hebben in de wereld. Tevens is het aantal dwangopnamen de laatste tien jaar in ons land verdubbeld, eigenlijk een schending van de Rechten van de Mens. Schort het psychiaters niet aan deskundigheid? Waarom dienen patiënten met een psychiatrische stoornis zoveel medicatie te gebruiken, wellicht krijgen ze suïcidale gedachten door bijwerkingen ervan. Twee miljoen mensen in Nederland gebruiken psychofarmaca, waarvan een groot deel geen bewezen werking hebben.
    Laat psychiaters zich nog eens achter oren krabben, standaarden maken en meer meedoen aan wetenschappelijk onderzoek en niet de kandidaten voor zelfdoding
    tot wanhoop drijven.
    Siep de Groot, als ervaringsdeskundige in de psychiatrie en ouder van een patiënt met zelfmoord direct na opname.

  • Peter van Rijn

    huisarts n.p., Rheden

    Aan wie is de oproep `Laat psychiatrische patiënt niet onnodig lijden` eigenlijk gericht? Aan psychiaters die niet mee willen werken aan euthanasie? Aan patiënten zelf ,die te weinig gemotiveerd zijn om zelf een fatsoenlijke uitweg te zoeken uit hun ...labyrint ,zonder druk op anderen te leggen ?Of is het onze moderne maakbaarheidsmaatschappij waarin enerzijds wél dagelijks gesuggereerd wordt dat letterlijk alles toch zou moeten kunnen, maar die anderzijds toch niet bij machte blijkt om het gesuggereerde ook werkelijkheid te laten worden .Zelf geeft Lidy Schoon al het antwoord op deze vragen .Zij stelt immers : `Suïcide is een taboeonderwerp met de nodige vooroordelen.` En dat is nou precies het punt dat zij verder had moeten uitwerken ,namelijk het taboe-karakter van de grens tussen leven en dood. Elke overschrijding van deze grens wordt hierdoor problematisch en gevaarlijk gemaakt .Taboes zijn misschien wel de meest merkwaardige en irritante uitdagingen van onze autonomie. Ze zijn als de lijnen van het speelveld. Hoewel het heel gemakkelijk is om er overheen te gaan ,is het strikt verboden .Deze lijnen liggen vast .Taboes kunnen wel veranderen ,maar we kunnen ze niet zélf veranderen. Het taboe is niet het product van ons ingrijpen ,maar de mogelijkheidsvoorwaarde ervoor. Er kan daarom over een taboe niet geargumenteerd worden .Het gaat hier niet om vooroordelen, zoals makkelijk gesteld wordt. Zodra we menen een taboe in stand te houden, omdat we er goede redenen voor menen te hebben , hebben we het niet meer over een taboe. Ondanks dat er juridisch geen bezwaren meer bestaan tegen euthanasie, blijven deze ethisch bestaan .Je kunt dus redeneren wat je wilt, het taboe in deze kwestie staat daarom. Gelukkig wel..

  • Jedidja Fortuijn

    Psychiater , Haarlem

    De lobby 'Laatste Wil' pakt weer ruimte. De inhoudelijke reactie siert de NVvP. Ik denk dat het niet uit maakt of je op de argumenten in gaat. Er ligt namelijk een mensbeeld en een wereldbeeld aan ten grondslag waar ik mij in elk geval tegen verzet: ...dat van zelfbeschikking het hoogste goed maakt en meent dat we uiteindelijk al het lijden onder controle moeten kunnen krijgen.
    Het zogenaamde gebruik van feiten versluiert deze onderliggende ideologie.
    Iedereen heeft natuurlijk recht op zijn eigen overtuigingen. Mevrouw Schoon van de Laatste Wil, maar iedere psychiater ook. Daar moet de Laatste Wil zich bij neerleggen en niet proberen iets af te dwingen met beroep op feiten die niet kloppen of het respectloos afserveren van een hele zorgsector.

    PS Omdat ik het niet kan laten, hieronder toch nog een reactie op de zogenaamde feiten:
    Schoon noemt cijfers, maar kiest zelf hoe ze deze neer zet. Ik constateer dat 764/1829=42% van de overledenen aan zelfdoding bij de psychiater liep, zij noemt ruim de helft onder behandeling (omdat ze de overledenen zonder psychische stoornis weglaat). Zo lijkt het of er al heel wat preventieve winst te behalen valt, in elk geval mogelijk bij meer dan de helft. Ook is deze suggestie, dat euthanasie suicides zou voorkomen, bij mijn weten nog niet bewezen noch onderzocht.
    Verder noemt ze ondraaglijk en uitzichtloos steeds in een adem, terwijl het toch echt verschillende criteria betreft.
    Daarnaast lijkt ze met oa een referentie aan van Oenen te willen laten zien hoe de GGZ faalt. Van Oenen had het niet over het behandelen van suicidaliteit specifiek. En daarnaast falen longartsen toch ook niet, omdat er nog steeds mensen aan kanker overlijden?
    Wat klopt er wel? Dat psychiaters serieuze gesprekken moeten voeren als mensen niet verder willen leven. Dat doen we ook. Meer dan eens!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.