Laatste nieuws
Arie C. Nieuwenhuijzen Kruseman
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Kwetsbare ouderen: ook uw zorg

Plaats een reactie

In maart heeft het federatiebestuur het KNMG-standpunt ‘Sterke medische zorg voor kwetsbare ouderen’ vastgesteld. Het standpunt bevat een duidelijke visie op een andere aanpak van de zorg voor deze groeiende groep patiënten.

In de thuissituatie, het ziekenhuis en de transmurale medische zorg. Aanbevolen wordt dat alle huisartsen en, kinderartsen uitgezonderd, alle medisch specialisten zich bekwamen in
ouderenzorg. Problemen rond het ouder worden zijn immers niet beperkt tot een aantal beroepsgroepen. Iedere zorgverlener krijgt ermee te maken.

Ik vind het standpunt over medische zorg voor kwetsbare ouderen een belangrijke stap vooruit. Het rapport ondersteunt de medische professie om de broodnodige veranderingen te realiseren. Het benoemt ook de knelpunten. Maar die zijn daarmee nog niet opgelost. Daarvoor is meer nodig dan aandacht vragen voor de noodzakelijke expertise. Het gaat ook om coördinatie van care- en cure-activiteiten en het realiseren van een continuüm tussen eerste en tweede lijn. Ouderenzorg is teamwork en behoeft niet alleen de aandacht van medici en paramedici, maar ook van tal van anderen.

Bij ouderenzorg gaat het vooral om welzijn en welbevinden bij blijvend ongemak. Hoe ouderen bij afnemende krachten zolang mogelijk onafhankelijk en waardig het leven kunnen leven dat zij wensen. Dat behoeft continue zorg én ondersteuning. Elk instantie dient zich daarop aangesproken te voelen. Ik vind het dan ook terecht dat in het standpunt een aanbeveling aan andere zorgverlenende disciplines en instanties is opgenomen om voor hun zorgverlening aan kwetsbare ouderen een standpunt op hun terrein te formuleren.

Voor de medische beroepsgroep zie ik een aantal obstakels voordat het KNMG-standpunt echt op grote schaal kan worden vertaald in actie. In eerdere columns benadrukte ik al dat de medische problematiek rond kwetsbare ouderen vooral generalistische expertise behoeft. En daar tekent zich een probleem af. In de medische vervolgopleidingen wordt vooral gekozen voor subspecialistische richtingen. Deels omdat dat kennelijk meer uitdagingen biedt. Deels omdat veel jonge artsen vrezen dat zij in generalistische beroepen verdwaald raken in de complexiteit van meervoudige chronische aandoeningen. Maar deels ook omdat subspecialisatie beter betaalt.

In de oplossing van deze problematiek dienen verschillende instanties een rol te spelen. Opleiders door hun aios te wijzen op de noodzaak van het ontwikkelen van expertise in medische problematiek rond ouderen. Voorts het CBOG en het Capaciteitsorgaan. Het CBOG dient op basis van de zorgvraag van ouderen te bezien welke taakdifferentiatie en taakherschikking relevant zijn en welke beroepen daartoe nodig zijn. Daarbij gaat het dan niet alleen om artsen, maar ook om verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Op basis daarvan moet het Capaciteitsorgaan een planning maken voor vervolgopleidingsplekken voor artsen, die vervolgens door financiering vanuit het Opleidingsfonds kunnen worden gerealiseerd.

Als er tevens een honoreringsstructuur komt die past bij de maatschappelijke behoefte en relevantie van zorg aan kwetsbare ouderen, komt hopelijk een beweging op gang die recht doet aan wat het KNMG-standpunt behoeft: vertaling van standpunt naar praktijk.

Arie C. Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter KNMG


Lees ook:

Federatienieuws KNMG ouderenzorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.