Kwart kno-jonge klaren heeft geen vaste baan

Een kwart van de jonge klaren bij kno heeft geen vaste aanstelling. Dat blijkt uit een peiling onder kno-artsen die tussen 2013 en 2017 hun specialisatie hebben afgerond. De enquête van jongeklarencommissie Eustachio ging uit naar 112 specialisten; 69 procent van hen reageerde.

Van de jonge klaren die in 2016 hun opleiding afrondden, heeft 58 procent een vast dienstverband en van de jonge klaren in 2017 slechts 27 procent. Zodra zij een jaar of twee met een flexcontract hebben gewerkt, stijgt het aantal vaste aanstellingen. Van de derde- tot vijfdejaars jonge klaren werkt 80 tot 96 procent in vaste aanstelling. Sinds de invoering van de integrale bekostiging in de zorg in 2015 hebben de vakgroepen grote moeite om vaste contracten te creëren binnen hun medisch-specialistisch bedrijf. Hierbij wordt ook de flexibilisering van de arbeidsmarkt als landelijke trend teruggezien in de aanstellingen van medisch specialisten.

Het gebrek aan perspectief blijkt invloed te hebben op de keuze van het specialisme. Een vijfde van de ondervraagden zegt overwogen te hebben binnen twee jaar een carrièreswitch te maken. Drie jaar geleden kregen de jonge klaren van toen dezelfde vragen voorgelegd. Toen zei nog 38 procent van hen dat. De jonge klaren van nu lijken meer vertrouwen te hebben in de toekomst, hoewel dat uit de losse opmerkingen die ze mochten achterlaten niet blijkt. In 2015 gaf een derde van de nieuwkomers aan zich in hun huidige functie onvoldoende te kunnen ontwikkelen; dat is in 2018 teruggelopen naar 13 procent. Ook de zorgen over herregistratie die leefden onder een derde van de jonge specialisten in 2015, herkent nu slechts 8 procent van de nieuwkomers.

Uit de resultaten blijkt verder dat mannen vaker in vaste dienst werken dan vrouwen (71 versus 46%) ondanks dat ze minder vaak gepromoveerd zijn (42 versus 54%) en hetzelfde aantal fellowships doorlopen. Het werk van de partner is bij twee derde van hen van invloed op de regio waar wordt gewerkt. Wel geeft 86 procent aan in de regio naar keuze te werken.

Kno-arts Liane Tan presenteerde de cijfers op 19 april op een netwerkbijeenkomst voor jonge specialisten van de Federatie Medisch Specialisten. ‘Jonge medisch specialisten bevinden zich in een bijzondere en vaak lastige situatie’, concludeerde ze eruit. ‘Startende medici moeten en willen veel vaker dan voorheen rekening houden met de carrière van hun partner. Als starters op de arbeidsmarkt krijgen ze vaker een tijdelijk contract aangeboden. Dit vergroot de druk om jezelf in deze periode optimaal te profileren. Veel jonge klaren denken dat ze dat niet zo goed kunnen met tijdelijke contracten. Maar als je de ruimte krijgt, kun je op zoek gaan om andere persoonlijke talenten te ontplooien’, zegt Tan. Voorbeelden hiervan die tijdens de netwerkbijeenkomst van de FMS werden geopperd, liepen uiteen van commissiewerk, werkgroepen, echocursussen geven en EHBO-lessen geven tot het volgen van een clinical MBA.