Laatste nieuws
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
8 minuten leestijd
covid-19

Kritische artsen in coronatijd

De gezondheidsschade door de maatregelen blijft onderbelicht, vinden critici

40 reacties

Het geluid van artsen die kritische kanttekeningen plaatsen bij het coronabeleid zwelt aan. Drie artsen die afgelopen tijd hun hoofd boven het coronamaaiveld uitstaken, lichten toe wat hen dreef en wat dat heeft opgebracht.

Het Rijksinstituut voor Virus en Milieu. Zo noemt cardiothoracaal chirurg Jan Grandjean het RIVM tegenwoordig. Het rijksinstituut heeft wat hem betreft te weinig oog voor de V van Volksgezondheid in de corona-aanpak. ‘Ik vind het raar dat het RIVM maar één kant op wil: naar een vaccin.’

Lars Smook
Lars Smook
Cardiothoracaal chirurg Jan Grandjean: ‘Ik zal altijd mijn mond opentrekken als er onrecht is’

Met zijn collega, anesthesioloog-intensivist Alaattin Ozdemir, zocht Grandjean als een van de eerste Nederlandse artsen de publiciteit op, met een oproep – dit voorjaar – om oog te hebben voor de gezondheidsschade van de coronamaatregelen. Daar bleef het niet bij. Een collectief van diverse artsen publiceerde deze zomer een brandbrief, die opriep tot ‘proportionele’ coronamaatregelen en een ‘open debat’ daarover. Een deel van de ondertekenaars verenigde zich hiertoe verder, als ‘Arts en CovidTeam’.

Verzekeringsarts Koert van Rijn begon een tuchtzaak tegen infectioloog en RIVM-hoofd infectieziektebestrijding Jaap van Dissel, omdat die met zijn adviezen het niet-schadenprincipe zou schenden. Ook in België en Duitsland laten artsen tegengeluiden horen. De artsenkritiek levert soms flinke weerstand op, vooral op social media. In Nederland reageerden andere artsen direct op de doktersbrandbrief met een tegenpetitie die juist steun aan coronamaatregelen uitdroeg.

Niet in verhouding

Naast MST-specialist Grandjean uit Twente zetten ook huisarts Saskia Benthem uit Afferden (Limburg) en huisarts Els van Veen uit Kampen publiekelijk vraagtekens bij de coronamaatregelen. Hun gemene deler is dat ze vinden dat de coronamaatregelen niet in verhouding staan tot de gezondheidsschade die de maatregelen direct of indirect tot gevolg hebben.

Zowel Benthem als Van Veen kregen in hun praktijk een meer genuanceerde indruk van de covid-19-gevolgen dan het beeld dat ze in media troffen. Er waren zieken, maar ook ouderen die in korte tijd herstelden, en amper overledenen. ‘De ernst viel mij mee’, vat Van Veen samen. ‘Volgens mij is het virus een bedreiging voor een relatief kleine groep en daar wordt de hele gezondheidszorg op aangepast, waardoor andere kwetsbare mensen geen goede zorg krijgen. Ik had als klinisch ervaren arts moeite met de enorme dominantie van niet-klinische artsen in het coronadebat: de virologen en infectiologen. Het stoorde me dat zij onze kant negeren. De balans is zoek.’

Benthem zag in haar praktijk ‘weinig coronaleed, maar wel veel leed door de maatregelen’. ‘Eenzame ouderen, afgezegde kankerbehandelingen, een alcoholist voor wie geen hulp was te vinden.’ Ze hield de eerste maanden haar mond. ‘Ik moet op de experts vertrouwen, zij hebben er verstand van’, hield ze zichzelf voor, ook al vond ze het OMT ‘eendimensionaal’. ‘Met alleen maar virologen die harde oorlogstaal spreken en zich alleen over de ziekenhuizen zorgen maken.’

Marcel Krijgsman
Marcel Krijgsman
Huisarts Saskia Benthem: ‘We ontkennen het virus niet, maar we willen andere patiënten niet uit het oog verliezen’

Ook b zeggen

Van Veen voelde lange tijd druk om haar twijfels voor zich te houden. ‘Ook door de reactie van KNMG-voorzitter René Héman’ (zie kader op blz. 17, red.), aldus Van Veen. ‘Daarom hield ik mijn mond eerst.’ Maar je uitspreken hoort bij arts-zijn, vinden Van Veen en Benthem. Van Veen: ‘Als je vindt dat het in de samenleving niet goed gaat, moet je als arts voor de gezondheid kunnen staan.’ Benthem: ‘Je moet een bredere blik op gezondheid houden. Het hoort bij mijn plicht om de belangen van alle kwetsbaren te behartigen. En wie a zegt, moet ook b zeggen en zich erover uitspreken in plaats van de kritiek binnenskamers te houden.’

Benthem vond herkenning in de tekst van de brandbrief, die ze besloot te ondertekenen. Ze overlegde van tevoren met haar collega-huisarts uit de praktijk, die haar steunde. ‘We ontkennen het virus niet en vinden dat we moeten oppassen. Maar we willen daarbij wel opletten dat we andere patiënten niet uit het oog verliezen.’ Kritiek uiten vond ze ‘moeilijk’. ‘Het was voor mij een behoorlijke drempel. Het RIVM is een oeroud instituut, dat ik normaal volg. Het zijn verwarrende tijden. Je hoort ook weinig tegengeluiden. Maar ik kan mezelf recht in de ogen kijken. Ik doe het uit oprechte zorg als herder voor mijn kudde schaapjes.’

Omslag

Van Veen besloot om zich te uiten nadat ze op Café Weltschmerz een interview had gehoord met internisten Hannah Visser en Evelien Peeters, die het brandbriefinitiatief namen. ‘Dat was een omslag voor mij. Met zulke prettige, gewone artsen wilde ik me wel identificeren.’ Sinds een paar weken roert Van Veen zich stevig in discussies op de website van Medisch Contact.

Ook Grandjean noemt het ‘zijn verantwoordelijkheid als arts’ om van zich te laten horen ‘als er een aanslag op de gezondheid in brede zin wordt gepleegd’. Grandjean ‘snapte geen moer’ van de maatregelen. In zijn vrije tijd dook hij in het onderwerp van virale infecties in het algemeen en van covid-19 in het bijzonder. Hij kwam tot de conclusie dat het aantal covid-19-doden te zwaar wordt gewogen, er voorbarige conclusies over de besmettelijkheid worden getrokken en er te weinig oog is voor het belang van weerstand. ‘Het is lastige materie waarin je je moet verdiepen, zodat je het op basis van de feiten kunt aanpakken. Anders moet je je mond houden.’

Jasper van Overbeek
Jasper van Overbeek
Huisarts Els van Veen: ‘Ik had moeite met de enorme dominantie van niet-klinische artsen in het coronadebat’

Ander geluid

Grandjean ‘speelt het spel graag netjes’. In eerste instantie schreef hij daarom met Ozdemir half april een brief naar Jaap van Dissel en Mark Rutte. ‘We boden aan mee te denken, om een ander, reëel geluid binnen het OMT te laten horen, van iemand die logisch blijft nadenken en overzicht houdt.’ Daar kwam alleen een standaardbedankbriefje op, reden voor Grandjean en Ozdemir om in mei met hun kritiek naar de media te stappen. ‘We hoopten op een minder eenzijdig beeld over het virus. En dat er niet alleen wordt gericht op een vaccin als oplossing.’

Hij voelt ‘de vrijheid om dingen te zeggen’. ‘Ik zit aan het einde van een lange carrière.’ Voor de zekerheid stapte hij vooraf naar de raad van bestuur van het ziekenhuis waar hij als vrijgevestigd arts werkt. ‘Ik heb gezegd dat we ons op persoonlijke titel zouden uitspreken zonder de naam MST te noemen. De rvb stond daar niet negatief tegenover.’ Bang voor kritiek van collega-artsen was hij niet. ‘Ik zal altijd mijn mond opentrekken als er onrecht is. Veel mensen lopen met de stroom mee zonder zich in de materie verdiept te hebben of zelf na te denken. Ik houd ervan om kritisch te blijven. Als ik dingen niet snap, probeer ik het uit te zoeken. Dat mis ik bij heel veel mensen.’

Felheid

Van Veen is ‘onder de indruk van de felheid waarmee mensen artsen wegzetten als complotdenkers’. ‘In de eigen beroepsgroep is de procoronamaatregelenopinie dominant. Sommigen worden woedend – een sfeer van “het zal je arts maar zijn” – als je de brandbrief ondertekent. Ik ervaar het toch als een taboe om kritiek te hebben. Ik weet niet waar die enorme druk vandaan komt om mee te praten met het gangbare verhaal dat een vaccin de enige oplossing is.’ Benthem merkt dat gelijkgezinde artsen ‘die het ook overdreven vinden’, zich niet durven uitspreken. ‘Zeker collega’s die in ziekenhuizen werken. Ik weet niet waarom.’

Patiënten van Van Veen waren blij verrast ‘dat ik ook kritisch bleek te zijn’. Een oudere hartpatiënt bedankte Benthem onlangs ‘voor wat u in de krant hebt gezegd’. Hun openbare stellingname leidde voor de huisartsen niet tot reacties van collega’s in de regio. Benthem zag tot haar verbazing wel hoe een link naar de brandbrief die zij op haar LinkedIn-account plaatste, werd verwijderd – vermoedelijk door LinkedIn. Grandjean ontving ‘veel positieve reacties’, zoals ‘appjes van collega’s uit den lande’ en ‘een paar negatieve, waarvan ik denk: die snappen er niks van. Je krijgt discussies tussen gelovigen en niet gelovigen.’

Geen volksopstand

Grandjean heeft het idee dat zijn openbare optreden ‘geen gewicht in de schaal’ heeft gelegd wat betreft aanpassingen in het coronabeleid. ‘De enige winst is geweest dat daarna meer mensen in de gezondheidszorg zich hebben durven uitspreken, zoals artsen en psychologen.’ Hij hoopt wel dat meer artsen ‘het stokje nu overnemen’. ‘Het gesprek is ook beter te voeren als we betere en meer reële cijfers hebben.’

Van Veen en Benthem hopen dat ook artsenorganisaties zich anders opstellen in het openbare debat. Benthem: ‘De LHV had niet zo’n sterke lobby als de ic’s met Diederik Gommers. Ik hoop dat andere partijen de belangen van de bredere doelgroep zien.’ Van Veen: ‘Artsenorganisaties bleven tot in september doen alsof het om een killervirus gaat, ook nu de ic’s sinds begin juni niet meer vol liggen en we meer kennis over het virus hebben. We zitten inmiddels in een andere situatie. Laat ook dat geluid horen. Ik hoop dat de mensen die invloed hebben, duidelijk maken dat het niet meer om een crisissituatie gaat en we weer kunnen samenleven zonder angst.’

Benthem wil graag ‘een breder debat’. ‘Ik roep niet op tot een volksopstand. Ik ben geen kwakzalver, geen antivaxer. Maar dat gematigde midden hoor je weinig. Het voelt nog steeds als roeien tegen de stroom in.’ Kritische vragen moeten niet langer ‘worden genegeerd’, vindt Van Veen. ‘Daardoor neemt de polarisatie alleen maar toe.’ 

KNMG-reactie

KNMG-voorzitter René Héman riep artsen in de begindagen van de coronacrisis op tot ‘een breed, publiek vertrouwen in de deskundigheid van het RIVM, de GGD’s en VWS’. De KNMG staat op dit moment als volgt tegenover artsen die kritische vragen over het coronabeleid uiten: ‘De KNMG vindt het van groot belang dat er lessen worden getrokken uit de coronacrisis en dat artsen daarbij een rol moeten spelen, en waar nodig kritisch moeten zijn. Tegelijkertijd moeten we ook onderkennen dat deze crisis helaas niet achter de rug is. Maatschappelijk draagvlak voor het naleven van maatregelen zoals handen wassen en afstand houden is en blijft cruciaal.

Voor artsen geldt dat ze vanuit hun positie extra verantwoordelijkheid hebben: het is een beroep met groot maatschappelijk gezag, waardoor woorden van artsen veel maatschappelijke impact kunnen hebben. Artsen zijn bovendien verantwoordelijk voor het aanzien van en het vertrouwen in de geneeskunde, en dragen een medeverantwoordelijkheid voor de continuïteit van de zorgverlening en de publieke gezondheid. Dit geeft artsen de verantwoordelijkheid om hun woorden, de timing en de impact ervan goed te wegen, en tevens de grenzen van hun deskundigheid te kennen. Deze afweging is altijd een individuele, maar zwaarwegend.’

Lees de column van Gert van Dijk, ethicus bij de KNMG en het Erasmus MC.

download pdf

covid-19
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen (1974) is sinds 2016 journalist bij Medisch Contact, inmiddels met het vizier op onder andere opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt. Is gefascineerd door zieke dokters en artsen die even minder succesvol durven te zijn. Kleijne werkte eerder als verslaggever voor regionale dagbladen en een energiekrant, en schreef voor MC over financiële en politieke artsenzaken.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.