Laatste nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
6 minuten leestijd
omgangsvormen

Krijg de ziekte, teringlijer!

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Als we elkaar verwensingen toebijten of de huid vol schelden bewijst het pathologisch woordenboek nuttige diensten. Maar waarom is dat zo en welke aandoeningen doen het goed in het scheldgeweld?

Krijg het leplazarus, vuile tyfushond! Krijg de kolere, pokkelijer. Krijg de schijt­zenuwen, kankermongool, pleuriswijf, etterbuil met je puistenkop, et cetera. Het arsenaal scheldwoorden en verwensingen met ziekten is schier onuitputtelijk. Vele honderden zijn te vinden in boeken over vloeken, schelden en verwensingen – en ongetwijfeld zijn er nog veel meer die de boeken niet hebben gehaald. De Nederlandse scheldtraditie heeft een uniek karakter; in andere landen – en zelfs in Vlaanderen – worden ziekten veel minder vaak gebruikt bij het schelden. Daar wordt bijvoorbeeld vaker gescholden en verwenst met God, geslachts­delen, seks, poep, pis en wat je moeder of je zusje is of moet overkomen.

Niet salonfähig

Naar het aantal scheldwoorden en verwensingen met ziektes kun je alleen raden, vertelt taalkundige Rob Tempelaars. Hij is verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en stelde onder meer het boek Krijg de vinkentering samen. Tempelaars: ‘Het aantal is moeilijk vast te stellen. We gebruiken schriftelijke bronnen, maar juist als het gaat om dit soort taalgebruik is dat moeilijk. Niet alles komt in schrift, omdat het niet erg salonfähig is.’

Er zijn verschillende verklaringen voor deze typisch Nederlandse taaltraditie, maar geen ervan is echt bewezen. Zo stelde de Duits-Amerikaanse Reinhold Aman, wereldwijd de bekendste wetenschapper op het gebied van agressief taalgebruik, dat de invloed van het Jiddisch op de Nederlandse taal een verklaring zou kunnen zijn. Het Jiddisch, dat door Joodse mensen in Europa wordt gesproken, is een van de weinige talen waarin óók met ziekten wordt gescholden. ‘Maar het is niet moeilijk deze verklaring te weerleggen’, stelt Tempelaars. ‘Het Jiddisch is een relatief jonge taal. De eerste papieren bronnen met scheldwoorden en verwensingen met ziekten komen uit de zeventiende eeuw – toen de boekdruktechniek zich ontwikkelde en de eerste kranten ontstonden –, maar in die tijd werd in Nederland nog geen Jiddisch gesproken.’

In andere landen wordt vaker gescholden met God, seks, poep en pis

Hoewel de invloed van het Jiddisch waarschijnlijk niet de verklaring is, heeft die taal het assortiment wel degelijk verrijkt. Zo is ‘krijg het gelaas’ (krijg een ziekte, zweer, gezwel) ontleend aan het Jiddisch, evenals ‘krijg de wijtik/weitig’ (krijg alle ziektes die er maar te bedenken zijn bij elkaar en tegelijk). Deze verwensingen zijn tegenwoordig niet meer zo in zwang. Dat geldt wel voor ‘mesjogge’, dat gek of gestoord betekent – wat zelf ook weer scheldwoorden zijn.

Rambam

Ook ‘krijg de/het rambam’ is nog volop in gebruik. Mogelijk vooral bij mensen die om principiële redenen niet met ziekten schelden. Rambam is een acroniem van rabbi Mosje Ben Maimon (1135-1204) – beter bekend als Maimonides – een beroemde geleerde, filosoof en arts die minstens achttien boeken over geneeskunde schreef. Het is, volgens taalkundigen, niet helemaal duidelijk hoe zijn naam in een verwensing is terechtgekomen en wat de precieze betekenis is. Een ‘harber rambam’ is Jiddisch voor ‘een moeilijke plaats’. Mogelijk werd met ‘krijg het rambam’ oorspronkelijk bedoeld ‘krijg een ziekte op een moeilijke plaats’.

Ook de gewoonte om met verzonnen ziekten te schelden, is verwant aan het Jiddisch, vertelt Tempelaars. Zo zijn er bijvoorbeeld: ‘Krijg een nagelpiepverzwiepering’ (nare fictieve ziekte), ‘krijg de muizenhuig’ (fictieve aandoening aan de huig die een piepstemmetje veroorzaakt) en het nog vaak gehoorde ‘krijg het schompes’, waarvan de herkomst en precieze symptomen niet bekend zijn. Gecombineerde fictieve en niet-fictieve ziekten spreken ook tot de verbeelding; ‘krijg de draadnageldiarree’ (auw!!) of ‘krijg een mierennest achter je hart (dat je een onverdraaglijke jeuk zal bezorgen)’.

Calvinisme

Een andere, niet bewezen, verklaring van taaldeskundigen voor de populariteit van het schelden met ziektes is het calvinisme in Nederland. In die visie is ziekte een straf van God – die wordt gevreesd – en in je boosheid wens je dat iemand toe. Het calvinisme zou ook het verschil in scheldkarakter tussen Nederland en België kunnen verklaren. Bij onze zuiderburen wordt véél minder gescholden met ziektes, wellicht doordat het calvinisme er niet zo sterk is doorgedrongen.

Aan de andere kant zou ook de ontkerkelijking een verklaring kunnen zijn voor het schelden met ziektes, stelt Tempelaars. ‘God is voor veel mensen niet meer iets om bang voor te zijn. “Loop naar de hel” maakt minder indruk op iemand die niet in de hel gelooft dan een verwensing met ziekten waar iedereen mee te maken kan krijgen, ziekten waar je sowieso aan doodgaat, zoals cholera, tyfus en pest vroeger, waar nu nog steeds veel mee wordt gescholden.’

‘Een verkoudheidje’ zal het als scheldwoord nooit ver schoppen

Nog een ziekte die tegenwoordig veel wordt gebruikt om te schelden en te verwensen – en die vaak als extra kwetsend wordt ervaren – is kanker. Veel mensen hebben zélf direct of indirect te maken gehad met kanker. Daardoor is het taboe op woorden als ‘kankerlijer’, ‘kankerwijf’, ‘kankerzooi’ of ‘krijg de kanker’ groter dan dat op woorden als kolerelijer (waarschijnlijk afgeleid van het Franse woord colère, dat ‘woede’ betekent, maar teruggaat op het laat-Latijnse woord cholera, ‘ziekte van de gal’), tyfusjong of teringhond (tering is de volksnaam voor tuberculose en verwant met verteren).

Succesvolle woorden

Om succesvol te worden moet een scheldwoord of verwensing voldoen aan een aantal voorwaarden. Natuurlijk moet het choqueren. Het moet afwijken van de norm en op de gebruikte ziekte moet een flink taboe of stigma zitten of hebben gezeten. Vandaar dat ‘kanker’ het zo goed doet, terwijl ‘een verkoudheidje’ het als scheldwoord nooit ver zal schoppen – al kan daar door covid-19 misschien nog verandering in komen. Om het effect van de taaltirade nog te versterken, worden scheldwoorden vaak uitgebreid met andere taboewoorden. Zo is het al behoorlijk drastisch om voor hoer of mongool te worden uitgemaakt, maar tyfushoer of kankermongool doet daar nog een schepje bovenop. En dat kan dan nog weer worden versterkt met vuile, vieze, gore en dergelijke. Het gebruik van versterkende aanvullingen zie je ook bij een ‘mild’ scheldwoord als ‘etter’ (pus), waar varianten als ‘etterbuil’, ‘etterzak’ of ‘etterstraal’ op zijn verzonnen.

Maar daarmee zijn we er nog niet. Ook de klank van woorden is van belang om door te dringen tot de topcategorie van bliksemend taalgebruik. Veel schimpende boutades hebben met elkaar gemeen dat ze allitereren – vandaar dat ‘krijg de klere’ zo lekker bekt. Ook assonantie (gelijkheid van klinkers) doet het goed. Daardoor komt een woord als ‘schurftkut’ net even wat harder aan dan gewoon ‘kut’.

‘Het is nog te vroeg om voorspellingen te doen over corona­gerelateerde scheldwoorden'

Sissen en spuwen

Taalkundigen zijn het er daarnaast al jaren over eens dat stemloze plofklanken zoals p, t en k het goed doen in scheldwoorden; ze komen vaak voor. Deze klanken lenen zich goed om met agressie te worden uitgesproken. Ook is er een voorkeur voor sch, sl, sm en fl, die gerekt kunnen worden en doen denken aan sissen en spuwen. Die klankvoorkeuren kunnen verklaren waarom bepaalde ziektes wel in het blijvende repertoire worden opgenomen en andere niet. Zo zijn ‘aidslijer’ en ‘krijg de aids’ wel in de scheldliteratuur opgenomen, maar als verwensing zijn ze niet wijdverspreid ondanks het sterke taboe op aids. Al kan dat ook te maken hebben met de kans dat je de ziekte aids écht zal krijgen; die kans is bij kanker vele malen groter. Ook de mate van ‘geleerdheid’ of ingewikkeldheid van de benaming van de ziekte speelt een rol. Pokken en wratten hebben een positie in de scheld- en verwenslijstjes veroverd, maar ‘vuile molluscum contagiosumlijer’ gaat die lijstjes niet halen.

Corona

Nederlandse deskundigen op het gebied van foeteren en schimpen krijgen sinds de coronapandemie de vraag of woorden als ‘coronalijer’, ‘krijg de corona’, ‘coronakop’, ‘viruswappie’, ‘vaccinatiewappie’ of ‘covidioot’ nu ook blijvend deel zullen gaan uitmaken van het patho­logisch scheldarsenaal. Om daar voorspellingen over te doen, gebruiken taalkundigen de fudgetest. Zoals de apgartest de gezondheid van pasgeboren baby’s test, zo test de fudgetest de levensvatbaarheid van ‘pasgeboren’ (scheld)woorden. Het gaat daarbij om hoe vaak de term voorkomt (frequency of use), hoe ‘normaal’ een woord klinkt (unobtrusiveness); hoe veel het wordt gebruikt door verschillende groepen en in verschillende situaties (diversity of users and situations); bestaan afleidingen van of samenstellingen met de nieuwe term dan is dat vaak een teken dat het woord ‘ingeburgerd’ raakt (generation of forms and meanings); heeft het woord een blijvende betekenis of houdt het op met bestaan als het onderwerp niet meer actueel is? (endurance of concept).

‘Het is misschien nog te vroeg om voorspellingen te doen over deze corona­gerelateerde scheldwoorden en verwensingen’, denkt Tempelaars. ‘Zeker is wel dat hoe langer corona ons in de greep houdt, hoe groter de kans dat ze gangbaarder worden.’ 

Bronnen

1. Hans Heestermans, Luilebol! Het Nederlands Scheldwoordenboek, 1989

2. Ewoud Sanders en Rob Tempelaars, Krijg de vinkentering!, 1001 Nederlandse en Vlaamse verwensingen, 1998

3. Neerlandistiek.nl: Marten van der Meulen, Krijg de corona en de oorsprong van ziektevloeken, 2020,

4. Instituut voor de Nederlandse taal, Fudge-test

5. Neerlandistiek.nl, Marc van Oostendorp, Kanker en Calvijn

Lees meer

  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.