Kosteneffectieve maatregel: 10 procent minder zout
Plaats een reactieOverheden die door publieksvoorlichting en afspraken met de industrie de zoutconsumptie met 10 procent weten te verminderen voeren een zeer effectief beleid. De kosten zijn laag en de positieve gevolgen voor de volksgezondheid zijn groot.
Michael Webb e.a. laten dit met een modelmatige berekening in The BMJ zien, en tonen bovendien aan dat dit vrijwel overal in de wereld een haalbare kaart moet zijn. Momenteel consumeren de meeste volwassenen dagelijks meer dan 2 gram zout (wat het maximum zou moeten zijn volgens de WHO), hetgeen jaarlijks wereldwijd resulteert in meer dan 1,6 miljoen sterfgevallen.
Om de effectiviteit van dit zoutbeleid per land en van alle landen samen te kunnen vaststellen, moesten Webb e.a. de kosten van de investeringen vergelijkbaar maken. Daarbij hielden ze er rekening mee dat inwoners van armere landen vaak (niet altijd!) producten en diensten kunnen kopen tegen lagere kosten dan inwoners in rijkere landen. Dat heet koopkrachtpariteit en die wordt uitgedrukt in een vergelijkbare munteenheid: de Internationale Dollar (I$). Ze laten vervolgens zien dat met een investering van (slechts) 1,13 I$ per persoon over een periode van tien jaar, de gehele wereldbevolking als het ware voor een dubbeltje op de eerste rang zit: het levert namelijk een afname op van maar liefst 5,8 miljoen DALY‘s (disability adjusted life years) door hart- en vaatziekten. De potentiële besparingen op het gezondheidszorgbudget (minder zieken) hebben ze dan nog niet eens becijferd.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties